Eergisteren had ik mijn fotocamera met telelens niet bij. Vanmorgen wel. Vanmorgen zaten in het buitengebied van Reusel aan de westzijde van de straat Beleven weer 20 tot 25 Indische Ganzen te rusten en te foerageren in het grasland van de Belevensche Heide. Deze keer zaten niet in het water maar op het grasland voor het water. Het zijn geen alledaagse gasten. Dit is een invasie exoot. De Indische gans kent zijn oorsprong in Centraal Aziƫ, en broedt sinds 1986 in Nederland. Het gaat om nakomelingen van losgelaten of ontsnapte vogels.
De Indische gans kent zijn oorsprong in Centraal-Aziƫ (Oost-Afghanistan, Zuid-China, Tibet, Bhutan, Kazachstan, Kirgizie, Tadzjikistan, Oezbekistan, Mongolie en aangrenzend deel van de Russische federatie). In het najaar vliegt de gans om te overwinteren over de Himalaja naar de draslanden van Pakistan, Bangladesh, India van Assam en tot zuidelijk in Tamil Nadu en verder in Noord-Birma, Thailand en Vietnam.
Vanaf 1986 broeden er jaarlijks Indische Ganzen in ons land. De aantallen namen langzaam toe naar rond 100 paren tijdens de eeuwwisseling en nog wat meer daarna. Van een stormachtige toename, zoals bij verschillende andere ganzen, is geen sprake. Het gaat om nakomelingen van losgelaten of ontsnapte vogels, die veelal nog bij de oorspronkelijke locaties broeden. Voorbeelden zijn de omgeving van Nieuwkoop en enkele gebieden langs de Lek. Vaak nestelen verschillende paren op korte afstand van elkaar op eilanden of kribben. Het duurt overigens soms enkele jaren voordat lokaal aanwezige vogels tot broeden overgaan.
De meeste Indische Ganzen worden gezien in de omgeving van de broedplaatsen, waar ze zich veelal aansluiten bij andere ganzen. De Nederlandse vogels, die standvogel zijn, krijgen in het winterhalfjaar gezelschap van wat vogels uit aangrenzende landen. Lokale bestrijdingsacties zorgen soms voor een gevoelige terugval van de aantallen.