dinsdag 7 februari 2023

19 Indische Ganzen op het Belevense Zwartven

De Indische ganzen (Anser indicus) zijn honkvast op de Belevensche heide. De ene dag zitten ze aan de westzijde van het Beleven (straat), dan weer op of bij het Zwartven, het kleine vennetje van het Beleven. Vanmorgen trof ik het. De mist was weggebrand door de zon en de ganzen maakte zich niet druk op mijn aanwezigheid. Zo kon ik veel ganzen ook eens van de voorkant fotograferen. Gezien het aantal dat dagelijks enigszins wisselt, kun je concluderen dat ze regelmatig weg vliegen, en dat een aantal elders neer strijkt.


Het zijn exoten, maar wie maalt daar om. De Indische ganzen zijn in ieder gevan mooier als de Grauwe ganzen.

Er zijn exoten die geen gevaar opleveren voor de natuur in ons land. De Indische gans levert geen natuur of andere schade op. Andere vogelsoorten die exotisch zijn, zijn; Zwarte zwaan, Blauwe pauw, Casarca, Carolina-eend, Mandarijneend, Bruinkopdiksnavelmees, Sneeuwgans, Heilige ibis en de Rosse stekelstaart. Bij de Nijlgans (domminant), Kleine Canadese Gans, Grote Canadese gans, Monniksparkiet, Halsbandparkiet en de Grote Alexanderparkiet ligt dat iets genuanceerder. Sommige (de ganzen) zijn in erg grote getale uitgegroeid dat ze de boereakkers kaal eten. andere - de parkiet / pappagaaien - nemen de nestgelegenheden van onze holenbewoners in. Zo zijn er in diverse steden waar veel papegaaiachtige is zwermen voorkomen nauwelijks nog holen over voor spechten, die na het uithakken vaak verdreven worden door de papegaaien.

Sommige exoten groeien uit tot een plaag. Dit zijn de zogenaamde invasieve exoten. Ze kunnen schade veroorzaken aan: Schadelijke exoten kunnen inheemse planten en dieren verdringen of zelfs laten verdwijnen. Invasieve exoten verstoren daarmee het natuurlijke evenwicht. Exoten kunnen ziektes overbrengen op mensen. Een Aziatische tijgermug kan met zijn steek ziekten overbrengen, bijvoorbeeld dengue (knokkelkoorts).

De exoten die wel een bedreiging vormen voor onze natuur zijn de exoten die hier geen natuurlijke vijanden hebben, of de natuur op een andere manier schade toe brengen. Denk aan het graven van gangen die de dijken verzwakken. De Rijksoverheid schrijft op hun website dat "planten en dieren die van nature niet voorkomen in Nederland of in Europa, kunnen uitgroeien tot een plaag. Deze exoten kunnen een bedreiging vormen voor de natuur en de gezondheid van mensen. Daarom bestrijdt de overheid schadelijke exoten." Mensen hebben deze planten en dieren ingevoerd of ze zijn meegekomen met schepen of auto’s. Vaak hebben exoten geen natuurlijke vijanden waardoor hun aantal snel kan groeien.


De Indische gans kent zijn oorsprong in Centraal-Azie (Oost-Afghanistan, Zuid-China, Tibet, Bhutan, Kazachstan, Kirgizie, Tadzjikistan, Oezbekistan, Mongolie en aangrenzend deel van de Russische federatie). In het najaar vliegt de gans om te overwinteren over de Himalaja naar de draslanden van Pakistan, Bangladesh, India van Assam en tot zuidelijk in Tamil Nadu en verder in Noord-Birma, Thailand en Vietnam. De meeste Indische Ganzen worden gezien in de omgeving van de broedplaatsen, waar ze zich veelal aansluiten bij andere ganzen. De Nederlandse vogels, die standvogel zijn, krijgen in het winterhalfjaar gezelschap van wat vogels uit aangrenzende landen.

Vanaf 1986 broeden er jaarlijks Indische Ganzen in ons land. De aantallen namen langzaam toe naar rond 100 paren tijdens de eeuwwisseling en nog wat meer daarna. Van een stormachtige toename, zoals bij verschillende andere ganzen, is geen sprake. Het gaat om nakomelingen van losgelaten of ontsnapte vogels, die veelal nog bij de oorspronkelijke locaties broeden. Voorbeelden zijn de omgeving van Nieuwkoop en enkele gebieden langs de Lek. Vaak nestelen verschillende paren op korte afstand van elkaar op eilanden of kribben. Het duurt overigens soms enkele jaren voordat lokaal aanwezige vogels tot broeden overgaan.