woensdag 25 maart 2020

De Vlaamse gaai is gek op nootjes

Het zijn brutale maar prachtige vogels, de Vlaamse gaai. Bij mijn fotohut is het een vaak terugkerende vogel. Als je bij het voer dat je voor de kleine zangvogels neer strooit ook grote premium pinda's uit strooit is de kans groot dat de gaaien en de eksters er op af komen. Gaaien eten vaak eikels en nootjes, vooral in de winter. De gaai vervoert ze in zijn keel en tussen zijn snavel naar plaatsen met een zachte ondergrond, waarna hij ze in de aarde duwt. Zo legt hij een wintervoorraad aan. Hij vergeet alleen een aantal plekjes. Wat niet teruggevonden wordt, kan uitgroeien tot een nieuwe eik.

De Vlaamse gaai is een opvallend gekleurde kraaiachtige.

De Vlaamse gaai wordt ook wel schreeuwekster genoemd. Van oorsprong is het een vrij schuwe bosvogel, maar is inmiddels ook volop in het stedelijk gebied te vinden. Gaaien zijn bekend om de opvallende blauw-zwart gestreepte tekening op de vleugel. Zijn luide, vooral krassende geschreeuw is niet te verwarren met het geluid van andere vogels. De gaai is ook een goede imitator. Moeiteloos doet hij de schreeuw van een buizerd na. Zo jaagt hij indringer uit zijn gebied. In bosgebieden reageren zij luid op mogelijke indringers, wat als alarmfunctie voor andere dieren fungeert. Deze vogel komt voor in het cultuurlandschap en de bossen. Hij is over heel Europa verspreid met uitzondering van het hoge noorden. In nieuwbouwwijken zie je in eerste instantie vaak de ekster, naarmate de bomen en struiken in het openbaar groen en in tuinen groter worden, wordt deze langzaamaan verdrongen door de gaai.


De Nederlandse gaaien blijven in Nederland in de buurt van hun broedgebied. Geregeld zijn er in het najaar 'invasies' van hoge aantallen gaaien die in groepjes uit het Oost-, Midden- of Noord-Europa (zoals in 2010) ons land bereiken. Als ze op de kust stuiten, lijken ze zich over het land te verspreiden. Zulke invasies vinden tot nu gemiddeld eens in de acht jaar plaats.