donderdag 26 maart 2020

Het baltsgedrag van de Heggenmus

Veel vogels vertonen in de vroege lente baltsgedrag. Baltsgedrag is te vergelijken met een dans die indruk moet maken om vrouwtjes te imponeren. Bij de mannetjes is het testosteron gehalte hoog gestegen. Ze willen paren met een vrouwtje, een nest bouwen en er voor zorgen dat de soort in stand blijft. Darwin schreef de oorsprong van vogelzang toe aan seksuele selectie. Mannetjes zingen en vrouwtjes kiezen. Zingende vrouwtjes zouden maar een evolutionaire rariteit zijn. Het mannetje dat het mooiste zingt krijgt een vrouwtje. Er zijn ook vogels die zich niet beperken tot het zingen alleen, en er ook nog een balts aan toevoegen, veelal door heftig met hun vleugels te fladderen.


De Heggenmus zingt niet alleen, maar fladdert ook heftig met de vleugels om zo extra op te vallen bij de vrouwtjes.

In de lente kunt u de mannetje van de Heggenmus zien die tijdens de balts met beide vleugels slaan en rond draaien, een toneelstukje opvoerend. Het baltsen is niet meer of minder dan 'hofmakerij". De grootste uitslover lukt het vaak om het mooiste meisje te krijgen. Wie denkt dat het mannetje monogaam is aan het vrouwtje heeft het mis. Heggenmus mannetjes paren na een uitgebreide balts met meerdere vrouwtjes. Iets wat de Roodborst trouwens ook doet.


In de lente zie je de Heggenmus niet alleen in of onder de stuiken, waar ze zich gedurende het overige deel van het jaar het meest ophouden. Ze hebben niet voor niets de naam Heggenmus. Normaal valt het vogeltje niet zo op door zijn grijs / lichtblauwe kleur met roodbruine vleugels. Zijn gedragingen in de lente zijn daarom erg bijzonder om in deze lentetijd meer van het vogeltje te kunnen leren. Observeren is altijd de basis geweest van kennis vergroting.


De Heggenmus is een van de meest voorkomende broedvogels van ons land, maar toch bij velen onbekend. Dit komt door zijn verborgen bestaan in en onder struiken en heggen. Heggenmussen vliegen niet vaak en scharrelen vooral over de grond om voedsel te zoeken. De tekening van de rug lijkt veel op die van een huismus, waarbij de heggenmus vooral te herkennen is aan de blauwgrijze kop en borst en de spitse snavel. Is vaak op de grond te vinden, waar heggenmussen als een muis op zoek zijn naar voedsel. In het voorjaar zingt het mannetje al vroeg vanaf de top van een struik of boom. Heggenmussen zijn gebonden aan plekken met struiken en heggen. Dit kan op allerlei terreinen zijn, zoals bossen, houtwallen, tuinen, parken en kleinschalige landbouwgebieden. Ze komen dan ook in het hele land voor als broedvogels, hoewel zij in de grote open landbouwgebieden in Groningen en Friesland ontbreken. Het talrijkst zijn heggenmussen in steden en dorpen, waar zij veelvuldig voorkomen in tuinen.

Heggenmussen broeden van eind april tot in augustus. Heeft jaarlijks twee, soms drie legsels met elk 3-6 eieren. Broedduur 11-13 dagen. Heggenmussen hebben een bijzonder liefdesleven, waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes meerdere partners kunnen hebben. Het is ook geen uitzondering dat meerdere mannetjes helpen om de jongen uit een nest groot te brengen. Het nest wordt zelden hoger dan op 2 meter gemaakt in een heg of struik. De jongen zitten 11-13 dagen op het nest en worden 14-17 dagen na het uitvliegen door de ouders gevoerd.