woensdag 26 september 2018

Zes Lepelaar foerageren in het Beleven

Vanmorgen ben ik met mijn camera en telelens naar het Beleven gegaan om de Lepelaars nog eens op de foto te zetten. Deze, een groepje van zes, verblijvern al een week of drie in Reusel op het Beleven. Behalve de Lepelaars, zitten er ook diverse Aalscholvers, Nijlganzen, Canadese ganzen en natuurlijk ook de standvogels, zoals de Wilde eenden de Grauwe gans en kraaien.


De Lepelaars zijn op dit moment weer de meest besproken wintergast. De lepelaar (Platalea leucorodia) is een vogel uit de familie der ibissen en lepelaars. De lepelaar heeft een lengte van ongeveer 80 tot 93 cm. De lepelaar is onmiddellijk herkenbaar aan de aan het uiteinde spatelvormig verbrede zwarte snavel, die aan de voorzijde geel is. De vogel is helemaal wit. De verlengde kopveren vormen een bossige kuif. Een duidelijk verschil dus met de op een grote afstand gelijkende Grote zilverreiger.


De vogel komt voor in natte weiden, bij sloten, op slikken en wadden. Het voedsel bestaat uit vis, waterdieren, slakken, insecten en wormen, ook wel eens plantendelen. Nederland was tot voor tien jaar geleden het noordelijkste land in Europa waar lepelaars tot broeden kwamen, vooral in moerassen, rietkragen en andere slecht bereikbare plaatsen. In Belgiƫ is dit een zeldzame vogel. Hij wordt voornamelijk in het Zwin waargenomen. In Vlaanderen broedde de soort in 2013 op twee plaatsen.