woensdag 19 september 2018

Paddestoelen in de Hulselse Staat

Vanmorgen trok ik al wandelend door de Hulselse Staat (ook genoemd als Molenheide). Doel van de wandeling was het wandelen op zich, maar als je dan wat paddestoelen ziet, maak je er toch even een foto van. Van de Gewone zwavelkop tot de voor vele onopvallende Rossig buiskussen.


De Gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare, synoniem: Psilocybe fascicularis) of het dwergzwavelkopje is een giftige paddenstoel die tot de familie Strophariaceae behoort. De paddenstoel is in Nederland zeer algemeen en groeit in dichte groepen aan de voet van loof- of naaldbomen in bossen of plantsoenen.

Gewone zwavelkoppen.

De kleur van de gewone zwavelkop is zwavelgeel met oranjebruin centrum en vaak met bleekgele tot donkerbruine vlies stukjes (velumresten) aan de rand. De plaatjes die aan de onderkant van de hoed zitten zijn geelgroenig en bij het ouder worden donkerbruin. De tot 10 cm lange en nauwelijks 1 cm brede steel van de paddenstoel is zwavelgeel met een zwakke ringzone en aan de voet oranjebruin. De hoed heeft een doorsnede van 2-6 cm. De sporen zijn purperbruin van kleur.

De barsten in de huid van de hoed van deze Rode zwavelkoppen zijn veroorzaakt door uitdroging van de warmte.

De Rode zwavelkoppen groeien in groepen op stammen, stronken en dikke takken van loofbomen (eik, berk, beuk) in loofbossen. Rode zwavelkop (Psilocybe sublateritia) is een in Nederland algemene paddenstoelensoort. De vruchtlichamen zijn aanwezig van augustus tot en met november. De hoed heeft een diameter tot 10 centimeter en is steenrood van kleur, naar de rand toe geelwittig. In de randzone bevinden zich vaak geelgroenige vezelachtige velumresten. De lamellen zijn bij jonge exemplaren licht grijsgroen, later worden ze bruin. De vezelig gestreepte steel is wit tot lichtgeel, aan de voet lichtbruinig. Vaak is er een vezelige ringzone. Rode zwavelkop is giftig.



De dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii) is een schimmel uit de familie Polyporaceæ die groeit op of nabij levende naaldbomen of stobben. Deze parasitaire schimmel is een veroorzaker van stamvoetrot. In nazomer of herfst brengt de zwam een vruchtlichaam voort, dat eenjarig is. Deze tot 30 cm. brede paddenstoel bestaat uit een waaier- tot trechtervormige hoed, meestal op een excentrisch geplaatste steel. De witte sporen zitten in buisjes onder in de hoed. Deze hoed is aanvankelijk fluwelig geel. Binnen enkele weken, als de paddenstoel volgroeid is, wordt de hoed kleverig van een uitgescheiden harsachtige substantie en wordt de kleur donkerder, tot zwart, aanvankelijk nog met zwavelkleurige rand. Uiteindelijk wordt het vruchtlichaam hard en geheel zwart.


Het gewoon elfenbankje (Trametes versicolor, synoniemen: Coriolus versicolor en Polyporus versicolor) is een paddenstoel. Het elfenbankje groeit het hele jaar en is een zeer algemene eenjarige saprofyt op stronken en takken van loofbomen. Het komt soms ook op de spar voor. De vruchtlichamen groeien aan één zijde van de stronk of tak. Het gewoon elfenbankje groeit dakpansgewijs in groepjes en heeft een witte rand met daarbinnen verschillend gekleurde zones: wit, beige, okergeel, (rood)bruin, grijs, blauw of zwartachtig. De stevige, waaiervormige hoeden zijn 3-8 cm groot en meestal niet dikker dan 2 mm. De poriën bestaan uit zeer kleine buisjes (drie tot vijf per mm), die witachtig tot crème-achtig of gelig van kleur zijn. De sporen hebben de vorm van een knakworstje en zijn wit tot bleekgeel en 4-6 x 1,5-2,5 µm groot.

Het gewoon elfenbankje helpt mee met het afbreken van de afgevallen bladeren in het bos. Ook wordt deze schimmel in de biotechnologie veel gebruikt voor de productie van laccase, een lignine-afbrekend product dat vaak in de papierindustrie gebruikt wordt als bleekmiddel.


Rossig buiskussen (Tubifera arachnoidea) is een geslacht van protisten uit de familie Tubiferaceae. Sporangia dicht opeengedrongen, zittend, in 1 tot meer dan 5 cm brede groepen, ongesteeld, cylindisch of knotsvormig, Ø 0,3 mm, tot 5 mm hoog, bleek- tot donkerbruin of rood- tot purperbruin. Plasmodium oranje, roze of vermiljoen, vaak in roze tot roze-oranje, aardbei-achtige plasmodiumklompjes.