De Roodborst is dol op vetbollen.
Het is een kleine bruine vogel met kenmerkende oranjerode borst en gezicht en een lichte onderbuik. Leeft buiten de broedperiode solitair. Jonge vogels zijn lichtbruin gevlekt. De leefomgeving van de roodborst zijn een niet al te jonge bossen, tuinen, parken en kleinschalige landschappen. In de winter is de roodborst veel te zien in grote tuinen, op zoek naar insecten, spinnetjes en andere kleine diertjes, aangevuld met bessen en zaden. In de winter ook een vaak geziene gast op voedertafels. Zoekt voedsel hippend op de grond of vanaf zitplaatsen.
Een deel van de Nederlandse broedvogelpopulatie trekt tussen augustus en november richting Spanje en Portugal, zij keren in het vroege voorjaar weer terug. Het deel dat in Nederland blijft, krijgt gezelschap van soortgenoten uit Duitsland, Polen en de Scandinavische landen. Voorjaarstrek tot eind april. Nachttrekker. De roodborst populatie in Nederland vertoont sinds 1970 een licht stijgende trend. Toch neemt het aantal roodborsten in de stedelijke omgeving wel af.