Als de zon even tevoorschijn komt ziet de natuur er veel vrolijker uit. Zo ook vanmorgen op de Flaes, in Lage Mierde. De Fleas is een van de twee grote heidevennen in landgoed De Utrecht.
Landgoed De Utrecht is een ca. 2500 hectare groot landgoed in het Noord-Brabantse deel van de Kempen, ten zuiden van het dorpje Esbeek in de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden. Het bevat naast uitgestrekte productiebossen en landbouwgronden veel natuur, een aardkundig monument, een riviertje en vennen. Het landgoed telt meer dan 130 soorten broedvogels. Het landgoed dankt zijn naam aan de levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht, die later onderdeel werd van AMEV, en inmiddels via een tussenstop bij het Belgisch-Nederlands bank- en verzekeringsconcern Fortis eigendom is van ASR Verzekering NV. Het bedrijf ontgon vanaf 1898 de uitgestrekte heidevelden op grote schaal. In 1899 werd een begin gemaakt met het ontginnen van de eerste 700 ha. De werken werden uitgevoerd door de Heidemij. Uiteindelijk werd de heide omgezet in 1800 hectare bos en 600 hectare landbouwgrond met pachtboerderijen, terwijl daarnaast nog 400 hectare aan 'woeste gronden' bleef bestaan.
Omstreeks 1920 kreeg de verzekeringsmaatschappij ook oog voor de natuurwaarden van het terrein, waardoor een deel van het terrein onontgonnen bleef. ot de belangrijke natuurterreinen op het landgoed behoort het dal van de Reusel, die hier meandert. Dit gebied wordt De Hertgang genoemd. Het dal van de Reusel op landgoed De Utrecht is door de provincie Noord-Brabant als aardkundig monument aangewezen.[1] In 2020 viel de Reusel voor de derde achtereenvolgende zomer geheel droog. De aanvoer van grondwater uit een door het waterschap geslagen put moest voorkomen dat het biotoop voor meerdere zeldzame beschermde dier- en plantsoorten op De Utrecht ongeschikt zou worden.
Ook de Mispeleindse Heide is belangrijk als natuurgebied. Hierin liggen grote vennen als De Flaes, de Kleine Flaes en het Goor. Ze worden omringd door vochtig heidegebied. Hier groeien klokjesgentiaan, beenbreek, moeraswolfsklauw en witte snavelbies. In het noordwesten van het gebied stroomt de Hoogeindse Beek en ligt nog een ven, de Broekeling. Het uitgestrekte landgoed is, met uitzondering van een aantal kwetsbare natuurgebieden, in het kader van de Natuurschoonwet onder voorwaarden opengesteld voor het publiek. Op het landgoed is sinds 2015 een natuurbegraafplaats gevestigd.