Het Waterhoen roept met een korte 'kuurruk'
Het waterhoen is donker van kleur met een rode snavel met gele punt en een rood blesje op het voorhoofd. Op de flanken hebben ze witte strepen. In tegenstelling tot meerkoeten beschikken ze niet over grijze zwemvliespoten maar over lange, groene tenen. Het voedsel van het waterhoen bestaat uit waterplanten, grassen, insecten, spinnen en kikkervisjes. Waterhoentjes zijn schuwe vogels en komen in veel kleinere aantallen voor dan meerkoeten. Zelden ziet men groepen groter dan twintig exemplaren. De meeste waterhoentjes blijven jaarrond in Nederland. Met name in strenge winters komen er ook wintergasten uit Duitsland en Denemarken.
Waterhoentjes zijn donker van kleur met een rode snavel en een rood blesje op het voorhoofd. De punt van de snavel is geel van kleur. Op de flanken hebben ze witte strepen. In tegenstelling tot meerkoeten beschikken ze niet over zwemvliespoten. Met hun lange, groene tenen foerageren ze dan ook regelmatig op de oever. Mannetjes en vrouwtjes zien er ongeveer hetzelfde uit en verschillen alleen in lengte en gewicht. De lichaamslengte bedraagt 32 tot 35 cm en het gewicht 175 tot 500 gram.
Het waterhoen voedt zich met waterplanten, grassen, insecten en kikkervisjes. Maar ook is het dier niet schuw van een visje. Met zijn puntige snavel prikt hij het visje aan stukken, eet er zelf van en deelt het aan zijn kuikens. Het hele jaar is de korte 'kuurruk' te horen.