Vanmorgen zat een Houtduif hoog in een boom van de verse boomknoppen te eten. Net als veel andere vogels eten de Houtduiven in de lente verse boomknoopen en jonge blaadjes van loofbomen.
De houtduif eet in de lente vooral knoppen en kiemplanten. In de nazomer wordt overgeschakeld op oogstresten (korrelmaïs en granen), klaverzaadjes, eikels en beukennootjes, terwijl in de winter ook bessen van klimop en plantenwortels op het menu staan. De houtduif broedt in beboste gebieden (vooral nabij akkers), parken, tuinen en (steeds vaker ook in) steden. Voedsel zoeken gebeurt vooral op weiden en akkers.
Wie denk dat de Houtduif een typische standvogel is heeft het mis. Elk najaar trekken ongeveer 2 miljoen houtduiven vanuit Scandinavië naar zuidelijke
overwinteringsgebiedend. De najaarstrek piekt tussen 10 oktober en 15 november. Een ezelsbrugje om de zang van de houtduif te onderscheiden van de zang van de Turkse tortel. De houtduif heeft een vijf-lettergrepige "Roe-koe-roe … koe-koe" zang, terwijl de Turkse tortel een drie-lettergrepige "Roe-koe-koe" uit brengt.