dinsdag 13 april 2021

De Groenling mannetjes in zomerkleed

De Groenling mannetjes komen steeds meer op kleur. Het winterkleed wordt tijdens de voorjaarsrui vervangen door een nieuw verenkleed met meer kleur, het zomerkleed. De juveniele (jonge vogels van vorig jaar) krijgen nu voor het eerst het adult verenkleed. Groenling mannetjes zijn helder groen gekleurd met opvallende gele randen van de handpennen en gele buitenste staartpennen. In de vlucht goed zichtbaar. Vrouwtje grijzig-groen van kleur. Stevige kegelvormige snavel. Heeft een wat dikkere kop en lichaam dan verwante vinkachtigen. Juveniel grijzer dan vrouwtje en meer gestreept.


Deze Groenling man is al aardig op kleur gekomen.

Er zijn verschillende soorten verenkleden, afhankelijk van de leeftijd van een vogel, maar ook van het seizoen. Jonge vogels zoals kuikens van kippen hebben donsveren. Dit zijn buigzame veren zonder baardjes, die goed isoleren. Later krijgen ze pas echte veren. Ook kennen veel vogels een winterkleed en een zomerkleed, om zich beter aan te passen aan het seizoen. Zo is een winterkleed vaak grauwer van kleur maar dikker, en is het zomerkleed dunner en in de regel mooier omdat het broedseizoen de zomer is. Andere soorten, zoals papegaaien, spenderen hun hele leven in tropische gebieden en hebben hier weinig aan. Het wisselen van verenkleed wordt rui genoemd.


Jonge vogels hebben een ander verenkleed dan volwassen vogels. Dit komt doordat jonge vogels nog relatief zwak en onervaren zijn. De kleuren zijn dan meer gericht op camouflage. Dit in tegenstelling tot volwassen dieren die bij vogels vaak bonte kleuren dragen. Er zijn drie soorten verenkleden bij jonge vogels: Juveniel kleed. Dit kleed is het eerste echte verenkleed en wordt gedragen vanaf het moment dat het jong gaat uitvliegen tot de eerste rui.

Eerste winterkleed. Het eerste winterkleed volgt op het juveniele verenkleed en wordt meestal in het najaar door gedeeltelijke rui gevormd. Het wordt tot het voorjaar van het tweede kalenderjaar gedragen.

Eerste zomerkleed. Dit kleed vervangt het eerste winterkleed in de late winter tot het voorjaar van het tweede kalenderjaar (maar nog eerste levensjaar) van de vogel. In tegenstelling tot het eerste winterkleed wordt het eerste zomerkleed meestal verkregen middels volledige rui, maar ook wel slijtage van de veerranden. Het wordt gedragen tot de volgende rui, doorgaans in late zomer/najaar van hetzelfde jaar, wanneer het wordt vervangen. Het nieuwe kleed heet dan het tweede winterkleed, en eventueel volgt een tweede zomerkleed en derde winterkleed etc. De tijdstippen van rui zijn steeds hetzelfde totdat het jong volwassen is en een adult verenkleed krijgt.