donderdag 7 februari 2019

Tussen de Waterlaten en de Raamsloop

Vanmorgen wandelde ik vanaf de Kanten en Waterlaten naar en langs de Raamsloop. De Kanten en Waterlaten zijn namen van een zandweg die Hulsel met de Neterselsedijk in Lage Mierde verbindt. De Raamsloop is een beekje dat ontspringt in Reusel, en via het industrieterrein in Bladel langs Hulsel en lage Mierde richting landgoed Wellenseind stroomt, om daar uit te monden in het beekje de Reusel.

De Raamsloop is goed gevuld met water dat via de vele slootjes wordt gevoed.

De Raamsloop meandert sterk tussen de Reuselsedijk in Hulsel en waar de waterloop vanaf de Papenakkers de Raamsloop in stroomt. Die waterloop ligt ook daar weer op de dorpsgrens van Lage Mierde en Hulsel. Vanaf die waterloop is er geen meandering en stroomt het beekje richting de Neterselseweg in Lage Mierde. In het meanderende deel zijn twee loopbruggen over het water gelegd. Een daarvan is een betonnen brugdek, de andere een stalen looprooster bij de stuw (achter de gemeentewerf in Lage Mierde).


De slootjes voren veel water aan, dat een stuk verder in de Raamsloop stroomt. De droogte van de afgelopen zomer en het lage waterpijl is in de Kempen herstellende. "Er staat weer water in de sloot", hoor je de boeren en natuurliefhebbers zeggen.

Het water stroomt met hoge snelheid over de vistrappen.

Om het water op pijl te houden lagen in de Raamsloop twee stuwen die een barrière voor veel vissen vormde. De stuwen in de beek zijn vervangen door vispassages; 25 stenen drempels. Deze houden het water op pijl, zorgen voor extra zuurstof en vissen kunnen zich binnen de beek verplaatsen. Zo wordt de uitwisseling tussen verschillende vispopulaties mogelijk en wordt het beekmilieu aantrekkelijk. Nu zijn de vistrappen door het hoge water verdwenen.

Gele trilzwam groeit met name op dode eikentakken.

Het is een vreemd aandoende zwam, de Gele trilzwam. Terwijl veel zwammen al verdwenen zijn, is dit de periode van het jaar dat de Gele trilzwam (Tremella mesenterica) te vinden is op takken van loofbomen en struiken. Een paar weken geleden trof ik er al een paar tijdens een wandeling over het Beleven in Reusel, vandaag trof 21 exemplaren op een andere plaats als de vorige keer.

De soort is algemeen in België en Nederland. Het vruchtlichaam heeft een doorsnede van 1 tot 5 cm en is onregelmatig hersenachtig geplooid. Het komt tevoorschijn uit spleten in boomschors en is eerst geel en later bleekgeel gekleurd. In droge toestand verandert de substantie van geleiachtig tot kraakbeenachtig taai en ook donkerder van kleur.