Het Cartierheide ven, het 'Pannegoor ven' bied plaats aan veel watervogels, maar dan moet er wel voldoende water in staan.
De Cartierheide ligt binnen het gebied van Boswachterij de Kempen. Het gebied wordt beheerd door Staatsbosbeheer, en valt onder het district Staatsbosbeheer Leende. De naam De Cartierheide is ontleend aan jhr. Emile de Cartier de Marchiennes. Deze kocht in 1863 het nabij deze heide gelegen Duizels Hof en gebruikte de heide als jachtterrein. Tijdens de tocht loopt men op de Cartierheide over een bijzonder mooi berkenlaantje de 'Pannegoor Passage', een beschut dijkje tussen het water van een ven en de heide. Dit berkenlaantje herinnert aan de baron, hij liet het ven genaamd 'het Pannegoor' uitgraven, waarbij men vanuit uit het berkenlaantje ongezien op de eenden en andere watervogels in de vennen kon jagen. 98% van deze wandeltocht is onverhard.
Geweizwam - Xylaria hypoxylon
De geweizwam (Xylaria hypoxylon) is een voorbeeld van de zakjeszwammen, dat grillige vormen aan kan nemen. De geweizwam is een kleine, knotsvormige of plat cilindrische zwam tot 6 cm hoog. Aan de bovenkant komen vaak vertakkingen voor, waardoor de gelijkenis met een gewei ontstaat. In hun jeugd zijn ze bedekt met een wit poeder. Dit zijn de sporen die in de ongeslachtelijke fase worden voortgebracht (conidiën). Later in het najaar gaan ze over tot de geslachtelijke fase. De kleur verandert dan naar zwart en de sporen zitten niet meer aan de buitenkant. In het tweede jaar zijn de vruchtlichamen geheel zwart en onvertakt en ontstaan er sporen die in zakjes langs geslachtelijke weg worden gevormd. De Geweizwam komt zeer algemeen voor gedurende het hele jaar. De zwam is te vinden op dode takken en stronken, vrijwel uitsluitend van loofbomen.
Dove Heidelucifer - Cladonia macilenta
De Dove heidelucifers is een bescheiden korstmos. Niet alleen duidelijk minder algemeen maar ook nog eens minder scheutig met de verfkwast dan veel andere soorten, zoals de Rode heidelucifer, en het rood- en bruin bekermos. Geen bekers met opgezwollen randen maar een bijna kaal steeltje met een klein rood kopje. Dove heidelucifer is een struikvormige soort, dat wil zeggen een mos met een uiterlijk als een struik met staafvormige, spiesvormige of bekervormige ‘takken’.
Je vindt de Dove heidelucifer op droge heide, in schraallanden en stuifzanden, direct op de grond maar ook vaak op rottende boomstronken, mits deze niet teveel in de schaduw liggen. Op dik, liggend, ontschorst, vermolmd stamhout van dennen en ook wel eiken en op rieten daken van boerderijen en schuren. Als je goed zoekt, zal je hem altijd wel vinden, want hij is niet zeldzaam. Met de rode vruchtlichamen is hij onmiskenbaar. Ontbreken die, dan is hij te herkennen aan de lichtgroene kleur en het grijzige poederige (melige) oppervlak van de takjes. Dit verklaart ook zijn tweede naam “Melige heidelucifer”.
Rode Heidelucifer - Cladonia floerkeana
De Rode heidelucifer (Cladonia floerkeana) is een korstmos dat voorkomt op venige en zandige grond en op rottend hout in heiden, stuifzanden en duinen, soms op rieten daken. Rode heidelucifer is geen mos en ook geen paddenstoel, maar een korstmos. Korstmos is een nauwe samenwerking tussen een schimmel met algen. Die samenwerking wordt wel symbiose genoemd. Het schimmelgedeelte is de basis, maar kan geen voedsel maken. Daar zorgen de algen op hun buurt weer voor. De kleur is grijsgroen en ze hebben altijd een rode top. De Rode heidelucifer kan verward worden met Dove heidelucifer (zie hierboven).
Deze ‘lucifer’ is staafvormig, rechtopstaand, onvertakt of bovenaan fijn vertakt. Onderaan de takjes bevinden zich veel blaadjes. Deze korstmossoort is gemakkelijk te verwarren met de rode heidelucifer. Het is één van de circa 350 korstmossoorten op aarde, waarvan er circa 50 in Nederland voorkomen.
Het is één van de circa 350 korstmossoorten op aarde, waarvan er circa 50 in Nederland voorkomen. 20 van deze soorten staat op de Rode Lijst. Het Rode bekermos is het algemeenst van deze rode korstmossen maar de iets schaarserre Rode heidelucifer (Cladonia floerkeana) kun je ook regelmatig tegen komen. Deze Cladonia-soort wordt 1 à 2,5 cm hoog, is meestal onvertakt (behalve aan de top) en heeft een grijsgroene korrelige structuur met een felrood kopje bovenop.
Een korstmos is een schimmel en bestaat uit schimmeldraden die een alg omkapselen. Korstmossen zijn dus samenlevingsvormen van algen en schimmels. Algen of wieren zijn eenvoudige organismen die via het licht koolstofdioxide omzetten in koolhydraten zoals glucose (fotosynthese). De korstmossen profiteren hiervan want een korstmos heeft geen fotosynthese en kunnen zelfstandig geen glucose en zetmeel aanmaken. Korstmossen wordt ook nooit aangetroffen zonder een alg terwijl algen wél in hun eigen levensbehoefte kunnen voorzien. Korstmossen hebben geen stengels, bladeren, bloemen of wortels, maar schimmeldraden.