Drie reeën grazen in het grasland
Reeën vullen hun voedsel seizoensgebonden aan: in de lente jonge blaadjes; in de herfst eikels, paddenstoelen en noten en in de winter twijgen en knoppen. Reeën eten enkel de meest voedzame delen van de plant. Het ree is een herkauwer; dit wil zeggen dat hij nogmaals op het eten kauwt nadat het in de maag is geweest.
Reeën leven in bosachtige gebieden met open plekken en aangrenzende velden. In de schemering en ochtenduren wagen zij zich op open terrein om voedsel te zoeken en te grazen. Om te rusten en te herkauwen trekken ze zich terug in de beschutting. In Vlaanderen komen reeën ook meer voor in open landbouwgebieden door hun groeiend aantal. Deze reeën gebruiken dan houtwallen, rietkragen en greppels als beschutting.