Een kijkje in de nestkast van de koolmees
Het nest van de Koolmees wordt door het vrouwtje gemaakt en bestaat uit plantaardige materialen, grassen, mos, dierenhaar, wol en veertjes. In de vrije natuur broeden ze in de holte van een boom, soms ook in rotsen en muren. In onze tuinen broeden ze ook in nestkasten. Koolmezen leggen 8 à 10 eieren en dus evenveel dagen. De eieren zijn wit met rode vlekken. Daarna begint het broeden. Het uitbroeden van de eieren duurt 13 tot 15 dagen. De kuikentjes worden door beide ouders gevoerd. De jongen zitten 18 tot 21 dagen op het nest. Nadat ze zijn uitgevlogen, worden de jongen nog 2 tot 3 weken gevoerd.
Als voedsel worden rupsen en andere kleine insecten (tot circa 1 cm lengte) aan de jonge kuikentjes gevoerd. Daarom is het belangrijk dat de oudervogels het broeden zo plannen dat de jonge uit het ei komen als de rupsen hun piek hebben bereikt. Volwassen vogels eten beukennootjes en andere zaden. Koolmezen zijn ook vaak te vinden op voedertafels, zeker wanneer pinda's en zonnebloempitten worden gevoerd.