woensdag 6 april 2022

Knobbelzwanen druk bezig met nestbouw

Vanmorgen was ik na 3 jaar afwezigheid afgereisd naar de Kattesteertvijver aan de zuidkant van het Prinsenpark in het Belgische Retie. Dat komt door de Covid-19 pandemie. Niet alleen omdat het risico op besmetting lange tijd erg risicovol was, maar België is ook een tijd in lockdown geweest. Als u ook en bezoekje wilt brengen, moet je rekening houden met wegwerkzaamheden, waarbij vanuit Retie richting Geel de weg is omgeleid. Terug naar Retie is wel mogelijk zonder omleiding.


De Knobbelzwanen lijken een nestplaats klaar te maken

Eenmaal aangekomen ging ik eerst even met de verrekijker kijken of ik de moeite moest getroosten om de fotocamera uit de auto te nemen. Het was bewolkt, en het waaide flink. De vogels zitten hier wel dichterbij als in Reusel op het Beleven. Bovendien is er op de bezoekersplaats een half open kijkhut, met doorlopende kijkwanden. De vogels op het water lijken zich niet druk te maken om de bezoekers die zich in de kijkhut en achter de kijkwand ophouden. Ik was nog maar even aan het rondkijken toen ik een koppel Knobbelzwanen bezig zag met het in gereedheid brengen van een nestplaats. Het vrouwtje was rietstengels aan het verzamelen en maakte daar een beging mee wat waarschijnlijk een nest moet worden.

De half open vogelkijkhut - kijkwand ligt op het eilandje van de Kattesteertvijver langs de Koninghoefsedijk, een Kasseienweg van de Geelseweg naar Geel Ten Aard. Het is meer een weg voor de landbouw. De kasseien liggen er zo slecht dat er meer door de berm gereden wordt. De berm is daarom halfverhard met gebroken puin. De auto dient bij de Kattesteertvijver in de wegberm geparkeerd te worden. Om bij de spottersplaats te komen is er een loopbrug aangelegd met aan de zijkanten gesloten wanden. Dit om te verhindert dat de vogels worden opgejaagd tijdens het oversteken van de brug. Hier is tijdens het broedseizoen de IJsvogel te zien. Verder de diverse zwanen, Krooneend, Wilde eend, Fuut, Dodaars, Blauwe reiger, Zilverreiger, Meerkoet, Grauwe gans en zo meer...


Knobbelzwanen (Cygnus olor) zijn sierlijke witte watervogel. Geheel wit verenkleed. Poten zwart of vleeskleurig, gekweekte vorm). Jonge knobbelzwanen komen in twee varianten voor: met een bruin verenkleed en een wit verenkleed. Brede, platte, oranje snavel. Het mannetje is groter; hij heeft ook een zwaardere nek. Het mannetje heeft een knobbel bovenop de snavel; bij vrouwtjes ontbreekt die. In de lente zwelt die knobbel aan en wordt de snavel roder. Ze hebben een opvallend geluid van vleugelslag, uniek voor deze soort. Verder nogal zwijgzaam, heeft knorrende roep.

Knobbelzwanen broeden van april t/m eind augustus. Een nest per jaar met 5-7 eieren. De vrouw broedt die uit in 36 dagen. Langs de oever of soms in het riet zit de knobbelzwaan op een groot nest van takken, riet en plantaardig materiaal dat door de man fel wordt verdedigd met de kop naar achter, opgezette vleugels en een sissend geluid. Ze broeden vanaf het derde of vierde jaar. Beide partners van een broedpaar zijn elkaar meestal een leven lang trouw. Sterft een van beide vogels, dan zoekt de ander soms pas na enkele jaren een nieuwe partner.


De knobbelzwaan kan een spanwijdte van 2,40 meter bereiken. Hij is 140 tot 160 cm lang. Met zijn lange nek kan hij ver onder water reiken. Met 10 tot 12 kg behoort de knobbelzwaan tot de zwaarste vliegende dieren. Hij is ongeveer even groot als de wilde zwaan, maar veel groter dan de kleine zwaan. De knobbelzwaan is wit en heeft een oranjerode snavel. De kop en hals hebben een lichtgele schijn. De onbevederde huid aan de snavelwortel en om het oog, onder de voorhoofdsknobbel, is zwart. Ook de poten zijn zwart. De ruglijn is sterk gebogen. De hals wordt bijna altijd in een S-vorm gehouden. Die hals heeft het grootste aantal halswervels van alle vogels. De kop wordt altijd iets omlaag gebogen. De snavel is relatief breed. Er is weinig maar duidelijke seksuele dimorfie. Het mannetje is groter; hij heeft ook een zwaardere nek. Het mannetje heeft een knobbel bovenop de snavel; bij vrouwtjes ontbreekt die. In de lente zwelt die knobbel aan en wordt de snavel roder.