De weg van Netersel naar Casteren is nog tot 18 september afgesloten. Het gehele project duurt tot 10 oktober.
Het HDD-proces bestaat normaliter uit drie fasen: de pilotboring, het verruimen van het boorgat en het trekken van de productiepijp (voorbeeld video). Tijdens de pilotboring wordt de boorkop door een rig door de aarde geduwd. De boorkop is hol en wordt door een holle leiding vanaf de oppervlakte gevoed met bentoniet, dat het boorgat openhoudt en tegelijkertijd overtollige aarde afvoert. Hoewel het in Nederland door de relatief zachte grond niet nodig is, wordt er vaak ook nog een motor in de boorkop gezet, die extra kracht kan bieden tijdens het grondverruimend duwen. Het boorgat is gemiddeld 1,2 tot 1,5 keer zo groot als de boorkop. Dit komt door de overdruk waarmee de boorvloeistof uit de boorkop komt. De diameter van de boorkop varieert van 50 tot 150 millimeter.
De tweede fase tijdens een HDD-boring is het verruimen van het boorgat. Als de boorkop een volledige boring heeft gedaan, wordt deze verwijderd van de buisleiding en vervangen door een ruimer. Deze wordt door de rig vervolgens teruggetrokken. Tijdens dit terugtrekken vergroot de ruimer het boorgat, terwijl hij tegelijkertijd een leiding achter zich aantrekt, die voorziet in boorvloeistof, om instorting van het gat te voorkomen. Dit ruimen kan, al naargelang de diameter van de productiepijp meermalen herhaald worden.
De laatste fase van het proces is het trekken van de productiepijp. Als de ruimer het boorgat voldoende vergroot heeft, wordt deze losgekoppeld van de buisleiding en vervangen door een laatste ruimer en de productiepijp, die in zijn geheel uitgelegd is. Een wartel tussen de ruimer en de pijp moet draaiing van de pijp voorkomen. Wanneer de pijp te licht is en te veel druk opvangt, kan er een ballastpijp in de productiepijp gelegd worden, die de druk verlaagt.