De Grote bonte spechten zijn op dit moment volop bezig met voedsel aanvoeren voor de jonge vogels in het nest. Ze vliegen de hele dag op en af met voedsel en als ze het nest weer uitvliegen hebben ze de ontlasting van de jonge vogels in hun snavel. Zeker in een nestholte is het belangrijk om het nest schoon te houden. Jonge kuikens in een open nest spuiten hun ontlasting wel eens over de nestrand, zeker als ze al wat ouder worden. Helaas lijken de Grote bonte spechten dit jaar wat achter te blijven wat de aantallen nesten betreft.
De Grote bonte specht is de meest algemene specht van Nederland. Zowel mannetje als vrouwtje roffelt op takken met een korte snelle roffel om territorium en paarband te versterken. Grote bonte spechten hakken in bomen een nestholte uit met een rond gat. Ze hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten, zoals berken. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is de grote bonte specht een relatief kleine spechtensoort. Een volwassen exemplaar meet doorgaans 20 tot 24 centimeter en weegt 60 tot 110 gram. De vleugelspanwijdte bedraagt 34 tot 39 centimeter. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is de grote bonte specht een relatief kleine spechtensoort.
Het verenkleed is aan de bovenzijde overwegend zwart en aan de onderzijde wit, met uitzondering van de rode anaalstreek. De veren hebben aan de bovenzijde grote, ovaalvormige witte schoudervlekken en zijn sterk gebandeerd. De kop is overwegend wit op de zijkanten en de keel. Vanaf de snavel loopt de zwarte baardstreep door in een grillige Z-vormige zwarte vlek, die naar beneden naar de borst en naar achter tot in de nek loopt. Het voorhoofd en het gedeelte rond de ogen is wit, de kruin is zwart. De specht op deze foto's is een volwassen vrouwtje. Het mannetje heeft een rode vlek in z'n nek, terwijl het vrouwtje een geheel zwarte kruin heeft.
Hoe meer (oud) bos, hoe meer Grote Bonte Spechten. De dichtheid van deze soort is dan ook het hoogst in de zwaar beboste delen van de zandgronden. Sinds 1975 breidde deze specht zich echter ook uit over de opener delen van het land, zodat hij tegenwoordig alleen nog in de meest boomloze landschappen ontbreekt. De opmars in Laag-Nederland was mogelijk door de toename van opgaande beplanting aldaar. De landelijke stand neemt nog steeds toe, iets dat bevorderd wordt door toenemende ouderdom van het Nederlandse bos en extensiever, op meer natuurlijk bos gericht beheer. In beide gevallen betekent dit meer voedsel en nestgelegenheid voor de Grote Bonte Specht.
De grote bonte specht eet vooral insecten(larven) en schakelt in de winter over op verschillende boomzaden (vooral van dennen- en sparrenappels), noten (hazelnoot, okkernoot, beuk, haagbeuk) en in mindere mate eikels. In de zomer worden soms ook eieren en jonge vogels uit nesten geroofd.