Met de wind in de haren (veren) is zijn kuif net een punkkapsel
De fuut (Podiceps cristatus) is een watervogel, en in Europa het grootste lid van de Podicipedidae. Zoals alle leden van deze familie is de fuut een typische watervogel van plassen en meren. Zijn donkere oorpluimen geven hem een karakteristiek uiterlijk. Hij heeft een wit gezicht met een roodbruine en zwarte kraag eromheen die opgericht staat bij het baltsritueel. Zijn onderkant is wit, van boven is hij donker overgaand in roestbruin. Tussen oog en snavel zit een zwarte streep. De poten hebben geen zwemvliezen. De jongen zijn zwart-wit gestreept en vaak maken zij een ritje achter op de rug van hun ouders. Het ouderpaar begroet elkaar met een uitgebreid baltsritueel.
Doordat de poten vrij ver naar achteren op het lichaam staan, kan de fuut zich niet zo gemakkelijk lopend over het land voortbewegen. Nesten worden daarom bij voorkeur dicht langs de waterkant gebouwd. Een zeer kenmerkende eigenschap is de mogelijkheid om redelijk lange afstanden onder water zwemmend af te leggen. Dit wordt gedaan om vis te eten, of om te vluchten bij gevaar. Een fuut wordt gemiddeld 46 tot 51 cm lang.
Een fuut leeft voornamelijk van vis (2-10 cm), die wordt gevangen door ze onder water te achtervolgen. Dit gebeurt door onder water te duiken, en tot zo'n halve minuut onder water te blijven. In zeer helder water wordt soms vanaf de oppervlak gejaagd, dan kijkt de fuut met de kop onder water. Dit gebeurt doorgaans in de ochtend en op de namiddag. Ook worden wel insecten, schaaldieren, weekdieren, kikkers en planten gegeten.