zondag 15 april 2018

De Fitis herken je aan de zang

Is het een Fitis of een Tjiftjaf? De Fitis herken je voornamelijk aan de zang. De Tjiftjaf roept zijn naam; 'tjiftjaf-tjiftjaf-tjiftjaf". De Fitis heeft een melodieuze aflopende zang. Valt verder op door een lichte wenkbrauwstreep en een geelwitte keel en borst. Hij heeft bruinroze poten, in tegenstelling tot de tjiftjaf die donkere pootjes heeft. De fitis heeft ook langere vleugels dan de tjiftjaf.

De Fitis heeft een melodieuze aflopende zang.

De fitis broedt op de grond of laag in de begroeiing, meestal in droge tot vochtige halfopen landschappen met voldoende opslag, van heide tot bos, moeras en agrarisch gebied. Hij verdedigt zijn territorium op agressieve wijze ten opzichte van soortgenoten. Verblijft in droge tot vochtige halfopen landschappen: heide, bos, agrarisch gebied. Hoewel de fitis laag bij de grond broedt, heeft hij struweel nodig om te foerageren.


De fitis begint eind april aan het broedseizoen en legt één broedsel per jaar, van 4-8 eieren. Broedduur 12-14 dagen. Nest bevindt zich goed verborgen op de grond. De jongen zitten 12-16 dagen op het nest en worden tot twee weken na uitvliegen gevoerd door voornamelijk het vrouwtje. De fitis broedt op de grond of laag in de begroeiing, meestal in droge tot vochtige halfopen landschappen met voldoende opslag, van heide tot bos, moeras en agrarisch gebied. Hij verdedigt zijn territorium op agressieve wijze ten opzichte van soortgenoten.

Verblijft in droge tot vochtige halfopen landschappen: heide, bos, agrarisch gebied. Hoewel de fitis laag bij de grond broedt, heeft hij struweel nodig om te foerageren.