Als je een paring in de vrije natuur gade kunt slagen is het bijzonder, daar foto's maken is een geluksmoment.
De scholekster (Haematopus ostralegus) is een zwart-witte steltloper uit de familie der scholeksters (Haematopodidae). Deze vogel heeft een zwart-wit verenkleed, een oranje snavel en oranje poten. Rondom de ogen heeft hij een oranje ring. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 40 tot 45 cm en het gewicht 400 tot 800 gram. Het is een trekvogel.
De broedtijd loopt van half april tot in juli. De scholekster legt meestal drie, soms vier eieren in een nest, gemaakt in een ondiep kuiltje. De eieren zijn gemiddeld 40 x 57 mm groot. Meestal broedt de scholekster op grasland, maar ook op bouwland worden wel nesten aangetroffen. Ook worden nesten gemaakt op met grind bedekte platte daken van (hoge) gebouwen, waar geen gevaar dreigt van grondpredatoren als vos en hermelijn. De eieren komen uit na 25 à 27 dagen broeden. De jongen worden dan nog een poosje gevoerd door de ouders, in tegenstelling tot bij de meeste andere weidevogels.
Het voedsel van de scholekster bestaat uit schelpdieren, wormen en krabben. Bij schelpdieren wordt, voordat de schelp kan dichtslaan, eerst de sluitspier doorgeknipt, waarna de prooi wordt opgegeten. Na een mislukte poging wordt geprobeerd op een harde ondergrond de schelp open te hameren.
Het Beleven bestaat nu ongeveer 10 jaar. Dank zij het vennen herstel van Brabants Landschap is het Beleven weer zoals dat tot de eeuwwisseling van de 19e en de 20e eeuw was. In het begin van de 20e eeuw werd een groot deel van het gebied geschikt gemaakt voor de landbouw. Drassige weilanden met een flinke sloot was daarna lang het landschapsbeeld, tot Gemeente Reusel de gronden over droeg aan Brabants Landschap. Sinds 2007 / 2008 is het Beleven weer zoals die tot 1905 ook was.
Nu is het Beleven een walhalla voor watervogels. Een natuurgebied waar gemeente Reusel - De Mierde trots op is, maar door natuurbeheer van Brabants Landschap werd, tot wat het nu is.