dinsdag 13 februari 2018

De Grote zilverreiger in de rietkraag

Vanmorgen was ik bij de golfbaan in Esbeek. Een van de vogels die ik daar gade kon slagen was de Grote zilverreiger. De schuwe vogel vloog in eerste weg, om daarna met een boog terug achter de rietkraag van de waterplas terug te keren. Nadat de reiger achterlangs de rietkraag liep, stak hij / zij door het riet het water in ging was het wachten op het vangen van een visje. Het wacht loonde, de vis werd gevangen en verorberd.

De Grote zilverreiger heeft beet, het visje zit vooraan tussen de snavel.

De grote zilverreiger (Ardea alba) is een witte vogel uit de familie der reigers. Met zijn lengte van 85 - 100 cm is de grote zilverreiger even groot als de blauwe reiger. De spanwijdte is 1,45 tot 1,70 m, zijn gewicht 1 tot 1,5 kg. Hij leeft van vis, amfibieƫn, kleine zoogdieren en soms ook reptielen en vogels. Hij foerageert meestal in ondiep water, maar ook op het land. Zijn jachttechniek is eenvoudig: langdurig roerloos staan tot een prooidier in de buurt komt, of heel rustig wadend zijn prooi achtervolgen. Eenmaal dichtbij, spiest ("rijgt") hij zijn prooi aan zijn dolkvormige snavel.


De landelijke aantallen zijn het hoogst in oktober maar blijven de hele winter op een hoog peil. De verspreiding is dan heel ruim, met uitzondering van de zoute gebieden waar deze reiger relatief schaars is. In waterrijke poldergebieden en grote wetlands verblijven vaak meer dan 100 Grote Zilverreigers. Tellingen op gemeenschappelijke slaapplaatsen geven aan dat er landelijk meer dan 2500 exemplaren overwinteren. Strenge vorst leidt tot verplaatsingen en nieuwe concentraties bij open water, maar niet tot grote sterfte zoals bij de Kleine Zilverreiger.