woensdag 23 oktober 2019

Herfstpracht op de Neterselse Heide

Vanmiddag zag ik op de Neterselse Heide ook een aantal mooie paddenstoelen. Een daarvan had ik nog nooit gezien, de Okergele korrelhoed. Het Kleverig koraalzwammetje is goed vertegenwoordigd op de Neterselse Heide. In het dennenbos staat het er vol mee. Ook de Koningsmantel is her en der te zien. Vliegenzwammen en gewone zwavelzwammen laat ik maar even voor wat het is. Daar staat het vol mee, vooral met Gewone zwavelzwammetjes.

Okergele korrelhoed

Okergele korrelhoed heeft de wetenschappelijke naam; Cystoderma amianthinum. Cystoderma amianthinum, ook de saffraanparasol, of saffraanpoederdop is een kleine oranje-oker of geelachtig bruine, vergulde paddenstoel. Hij groeit in vochtig, bemost grasland, in naaldbossen of op beboste heidevelden. Het is waarschijnlijk de meest voorkomende van het kleine geslacht Cystoderma.

De dop heeft meestal een diameter tussen 2 en 5 cm, convex tot klokvormig en later plat met een lichte indrukking rond een lage umbo (centrale naaf). Het is droog en poederachtig, vaak met een ruige of omzoomde marge (appendiculate), en is saffraan-geel of oranje-oker. De stengel is cilindrisch en heeft een schilferige korrelige schede onder een vluchtige, poederachtige ring. De kieuwen zijn aanvankelijk wit en worden later romig. Ze zijn verbonden (nauw verbonden met de stengel) en aanvankelijk behoorlijk druk. De sporenafdruk is wit. Het vlees is dun en geelachtig, met een onaangename beschimmelde geur.

Een zeer vergelijkbare vorm met een duidelijk radiaal gerimpelde dop, is door sommige auteurs gescheiden en gegeven aan de binomiale Cystoderma rugoso-reticulatum .

Kleverig koraalzwammetje

Het vruchtlichaam van het Kleverig Koraalzwammetje is opvallend geel gekleurd en kan door droogte en ouderdom oranje kleuren. Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10 cm in doorsnee.

De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken. Dit in tegenstelling tot de Koraalzwammen, waarbij de vertakkingen meestal erg broos zijn. Als hij door mos en gras heen moet groeien kan hij ruim 15cm hoog worden. Het Kleverig Koraalzwammetje kan verward worden met diverse, zeldzame, soorten Koraalzwammen. Maar de qua kleur overeenkomende Koraalzwammen groeien doorgaans niet direct op hout, en hebben vertakkingen welke vrij makkelijk afbreken.

Kenmerken: Sporen: 8-12 x 4,5-5,5 µm, elliptisch, glad, 1-3 cellig, Substraat: Op dood naaldhout, Vruchtlichaam: Koraal- tot geweivormig, voelt rubberachtig aan, Vruchtlichaam: Kan grote bundels vormen, 3-6cm hoog, Vruchtlichaam: Kleur: geel tot oranje, vooral bij ouderdom meer oranje kleurend.

Amethistzwammen

De amethistzwam (Laccaria amethystina) of rodekoolzwam is een zwam uit het geslacht van de fopzwammen (Laccaria). Het is een plaatjeszwam zonder manchet. De paddenstoel is vanwege de kleur genoemd naar de kwartsvariëteit amethist. De amethistzwam is eetbaar.

Omdat het vruchtlichaam een kleurenpalet heeft dat vergelijkbaar is met de rodekool (lila tot violet), wordt de amethistzwam ook wel rodekoolzwam genoemd. Bij droogte kan hij sterk verbleken. De hoed is vaak fijn geschubd. Een volwassen exemplaar heeft een diameter tussen 1 en 6 cm. De plaatjes hebben dezelfde kleur als de hoed en staan ver uiteen, ze kunnen door sporen wit bestoven zijn. De amethistzwam is tot 10 cm hoog. Ook de kleur van de vezelige steel is gelijk aan die van de hoed. De sporen zijn 7-10 µm groot en voorzien van uitsteeksels die tot twee µm lang zijn.

De amethistzwam komt voor in bossen en lanen op allerlei grondsoorten. Het is een mycorrhizapaddenstoel die samenleeft beuk en eik, en soms ook met naaldbomen. Het is een algemeen voorkomende fopzwam, die vanaf de zomer tot in de herfst aangetroffen kan worden.

Koningsmantel

De koningsmantel (Tricholomopsis rutilans) of purpergele ridderzwam is een in Nederland en België voorkomende paddenstoel. De hoed is bedekt met paarsrode wollige radiair verlopende vezels of schubjes op een gelige ondergrond. Hij is gewelfd tot uitgespreid en heeft doorgaans een doorsnede tussen de 4 en 12 cm. De rand is vezelig en vaak gegroefd. De plaatjes zijn uitgebocht aangehecht en bleek- tot diepgeel. De steel is tussen de 3 en 12 cm hoog en heeft een doorsnede tussen de 1 en 3 cm. De kleur is geel met purperrode vezels. Het vlees van de koningsmantel is crèmekleurig tot bleekgeel.

Hij groeit, vaak met meerdere bijeen, op tamelijk verse stronken van dood naaldhoutstammen of in gemengde bossen op arme grond. De koningsmantel is verwant aan de veel zeldzamere gele houtridderzwam (Tricholomopsis decora).