zondag 6 november 2022

Heideknotszwam op Natuurgebied Zwartven

Het Heideknotszwammetje groeit in Hooge Mierde op Natuurgebied Zwartven. Het vruchtlichaam van de Heideknotszwam groeit op de grond in bossen en struikgewas, tussen grassen en mossen op heide en veenmoerassen. De vruchtlichamen groeien op de grond in bossen en struikgewas, tussen grassen en mossen op heide en veenmoerassen. Ze groeien meestal in kleine groepjes. Het is waarschijnlijk een mycorrhiza-schimmel met planten uit de heidefamilie.


De Heideknotszwam was de laatste decennia bezig aan een comeback, schreef Nature today in 2019. De paddenstoel was in de jaren zeventig en tachtig door verzuring en vermesting een grote zeldzaamheid geworden in Nederland. Als ik naar de waarnemingen op waarneming.nl kijk lijkt de Heideknotszwam weer minder gevonden te worden. De Nederlandse Mycologische Vereniging probeerde in 2019 er achter te komen hoe het is gesteld met die comeback die er in 2019 leek te zijn. Dankzij de meldingen in 2020 nam het aantal atlasblokken op de verspreidingskaart in de Verspreidingsatlas met 27 toe van 310 eind 2019 naar 337 eind 2020.

Dat zijn geen grote aantallen. Het aantal van 337 atlasblokken, voor het gemak, 337 vindplaatsen, is geen aantal waarvan je mag verwachten dat dit kleine zwammetje vaak voor komt. In Nederland staat het Heideknotszwammetje dan ook op de rode lijst in de categorie 'Kwetsbaar'. Het vruchtlichaam heeft de vorm van een knotsvormige staaf, tot 15 cm hoog en 2 tot 12 mm dik, meestal recht, soms wormvormig. Glad of onregelmatig gestreept oppervlak, meestal dof, citroengeel, soms met een grijze of olijfkleurige tint.


De Heideknotszwam is een bodembewoner van voedselarme, zure zandgronden met een zekere dynamiek. De soort komt in bundeltjes of groepen voor, voornamelijk in open heidevegetaties, langs heidepaadjes, kalkarme duinheiden en vaak in voormalige stuifzandgebieden. Plaatselijk komen Heideknotszwammen ook voor in open dennenbossen, jeneverbesstruwelen en hoogveen. Ze is vooral een soort van jonge successiestadia. De voorkeur voor verstoven zand blijkt in het verspreidingspatroon uit concentraties van vindplaatsen op plaatsen met verstoven zand. In de kalkarme duinen worden Heideknotszwammen vooral in de wat lager gelegen en meer vochtige heidevlaktes gevonden. In de hogere duinheide duiken ze vooral op na periodes van regenval.