woensdag 30 november 2022

De Flaes als pleisterplaats voor Lepelaars

Wie in het najaar langs de Flaes wandelt of fietst kan genieten van de watervogels die daar verblijven. Op de video die ik daar opgenomen heb is een groep van zo'n 50 tot 75 Lepelaars te zien. Ze foerageren al een aantal dagen in het kniehoog water. Op de achtergrond zijn zo'n 13 Zwarte ooievaars te zien, net als de Aalscholvers die regelmatig onder water duiken.


De Flaes als pleisterplaats voor Lepelaars

De Lepelaar (Platalea leucorodia) is een vogel uit de familie der ibissen en lepelaars. De lepelaar heeft een lengte van ongeveer 80 tot 93 cm. De lepelaar is onmiddellijk herkenbaar aan de aan het uiteinde spatelvormig verbrede zwarte snavel, die aan de voorzijde geel is. De vogel is wit met gele/lichtoranje plekken. De verlengde kopveren vormen een bossige kuif. De vogel komt voor in vennen, bij sloten, op slikken en wadden. Het voedsel bestaat uit vis, waterdieren, slakken, insecten en wormen, ook weleens plantendelen. De Lepelaars die wij gedurende de vogeltrek zien, overwinteren vooral langs de West-Afrikaanse kust, zoals in het tropische waddengebied Banc d'Arguin voor de Mauritaanse kust.

In het najaar vliegen de vogels via Noord- en Zuid-Spanje. In deze gebieden blijven ze een week of twee om krachten op te doen om verder te kunnen trekken. In totaal kan de trektocht wel twee maanden duren.

De ene keer zitten ze op de Flaes, dan weer op het Goor. Twee vennen die slechts 1 Km van elkaar liggen. Beide vennen liggen in het zuiden van Landgoed De Utrecht, op grondgebied van Lage Mierde. Het overgrote deel van het landgoed ligt op grondgebied van Esbeek. Het Goorven, dat met 5,6 ha het grootste ven in de omgeving is. Landgoed De Utrecht kent drie grote vennen als de Flaes, de Kleine Flaes en het Goorven. De Flaes heeft een oppervlakte van 4,9 ha, de Kleine Flaes is 1,8 ha groot en het Goorven 5,6 ha.

De natuurreservaten het Goor en de Flaes vormen een kern van het vogel eldorado op het landgoed. Gelegen tussen uitgestrekte boscomplexen, omringd door de natte Neterselse- en Mispeleindse heide, roepen deze oeroude vennen herinneringen op aan lang vervlogen tijden, toen alleen een oude turfsteker op de hoogte was van het bestaan van deze sompige moerassen. Momenteel telt het landgoed in totaal meer dan 130 soorten broedvogels met beroemde soorten als de genoemde ijsvogel, nachtzwaluw, zwarte specht, bonte specht, kerkuil, bosuil, wulp. Zelfs een kolonie Aalscholvers broeden in bomen midden in de Flaes, die vanaf het 22 meter hoge balkon van de Flaestoren goed waren te zien gedurende de vroege broedperiode.