Het uitgraven van de nieuwe meanders bij het Herinrichting beekdal Groote Beerze zou eigenlijk; uitgraven van de "oude" meanders moeten heten. Aan de grondlagen is goed te zien dat hier de oorspronkelijke beekloop lag. De zwarte laag, net boven de waterlijn, toont dat aan. De beek wordt weer in ere hersteld! Op een enkele plaats na komt de beek weer exact op de oude dorpsgrens te liggen, die op oude topografische kaarten nog terug te vinden is.
Ik sprak de afgelopen weken enkele mensen uit Casteren en Netersel die meende dat de oorspronkelijke beekloop van de Groote Beerze niet op de plaats lag waar de nieuwe meanders worden uitgegraven. Toch kan ik een ieder verzekeren dat dat wel het geval is, op een enkele plaats na. Daar waar sinds einde jaren 60 door grondeigenaren een bos naar hun hart is aangelegd of een een tuintje met zomerhuisje is verrezen, is de meandering een tiental meter opgeschoven. Soms worden resten uit de tijd voor de ruilverkaveling teruggevonden. Zo is op de plaats waar "Bertjes brug" over de oude beek lag teruggevonden en door RAAP op archeologische waarde onderzocht. Het bleken de palen te zijn waar de brug op rusten. Bij de kanalisering van de Groote Beerze zijn de palen diep onder de grond verdwenen. Doordat ze continu onder de grondwaterlijn lagen en bedolven waren onder een laag leem, zijn de palen nog in goede staat gebleven.
De zwarte grondlaag bevat humus en slip die in het lange verleden op de bodem van de beek werd opgehoopt en met een laag zand werd bedekt tijdens het uitgraven van de gekanaliseerde en verbrede beek, tijden de ruilverkaveling in de jaren 60 - begin jaren 70. Het klimaat was destijds heel anders als nu het geval is. De opwarming van de aarde was begin tweede helft van de 20e eeuw nog geen item. Het regende met enkele regelmaat, maar dat had niet tot gevolg dat er hoog water stond, en overstromingen bleven beperkt tot de watersnoodramp in 1953, waarbij de provincie Zeeland en een deel van West Brabant geteisterd werden. In het voorjaar hadden de boeren wel veel last van nat liggende akkers. Daardoor konden ze moeilijk de akkers op om in het voorjaar de akkers zaaiklaar te maken voor granen of aardappels te verbouwen. Daarom werden er diepe slote aangelegd en werd de Groote Beerze recht getrokken, flink breder gemaakt en dieper gemaakt. Na een regenbij was het water snel afgevoerd en konden de boeren ook weer de akkers op.
Nu zijn we in een ander tijd beland. Door de industrialisatie en intensieve landbouw zijn de tegenstellingen in de waterhuishouding erg extreem geworden. In het voorjaar, en soms zelfs in de zomer kan het zo hard en veel regenen dat alles blank komt staan. In heuvelachtige streken leidt dat tot overstromingen. Gelukkig komt dat op de vlak liggende zandgronden van de Brabants Kempen niet voor, maar de sloten en beken raken wel hoog gevuld. Een dag later heeft dat water al de grote rivieren bereikt en na twee dagen stroomt het de Noordzee al is. Niets aan de hand zult u zeggen! Jawel, het is wel een probleem. Dat zelfde water hadden we vast moeten houden om de grondwaterstand weer aan te vullen. Water wat weg is kun je niet meer gebruiken. Daarom pompen we - de industrie en de landbouw - het water maar uit de grond. Er werd meer water opgepompt als er tijdens of na een regenbui de grond in zakte.
We kwamen in waterschuld, zou je kunnen zeggen. Bij de uitvoering van het Herinrichting beekdal Groote Beerze is er alles op gericht om de verdroging tegen te gaan. Tevens wordt er waterbergingsruimte gereserveerd om grote hoeveelheden water te kunnen vasthouden en de tijd te geven om in de grond te zakken. Daardoor wordt de grondwaterstand hersteld en i er weer water om te consumeren. Doordat alleen de grond toplaag wat droger wordt en op iets grotere diepte vochtige tot natte grondlagen behouden blijven hoeven de regeninstallaties (bijna) niet te worden gebruikt. De bodem van de beek komt minder diep te liggen, waardoor de drainage werking minder wordt. Door het smallere en bochtige traject van de beek krijgen we een hogere stroomsnelheid en dus een betere waterkwaliteit.
In de bochtige meanders zal het water de buitenbocht iets uitslijten en de op de binnenbochten sediment afzetten. Daardoor komt er weer een habitat voor oeverbewoners. Salamanders, ander soorten vis en beekplanten zuilen daar van profiteren. De natuur is er goed mee. Maar wij ook. Er worden wandelpaden en wandel/fiets bruggen aangelegd. Een voorde voor ruiters te paar en aangespannen paarden. Naast die voorde komt een brug voor voetgangers en fietsers. Die kunnen dan vanaf de Schipstaarten in Netersel de Groote Beerze oversteken, richting de Biezegoren in Casteren. Vanaf de brug kan men aan beide zijde van de beek wandelen en over een tweede brug een eind verder weer naar de overkant en terug naar het vertrekpunt terug keren.