dinsdag 26 januari 2021

Cumuluswolken na een grijze ochtend

Na regen komt zonneschijn. Die spreuk kennen we wel. Maar de zon schijnt gelukkig ook na en periode met bewolking. Vanmiddag slaagde de zon er weer in om het wolkendek te doorbreken. We kregen een mooie blauwe lucht met Cumulus en stratocumulus wolken. Waterwolken ontstaan doordat waterdamp in verzadigde lucht condenseert rond condensatiekernen. Waterdamp kan verrijpen tot ijskristalletjes en zo ijswolken vormen.


Soms trok er nog een zware donkere wolk voor de zon door.

Stratocumulus is laaghangende bewolking. Alleen bij een voldoende dikte komt hier regen uit. Cumulus wolken zijn stapelwolken. Stratocumulus bewolking is de meest voorkomende in West-Europa en bestaat uit één wolkenlaag waarin vrijwel altijd donkere en lichtere gedeelten afwisselend voorkomen. Soms zijn de elementen met elkaar versmolten en vormen dan een gesloten wolkenlaag. Hoewel deze wolken overwegend uit waterdruppels bestaan, kan het voorkomen dat de randen rafelig zijn. Neerslag valt alleen uit deze bewolking als de laag voldoende dik is. De wolk is dan donkergrijs.

Stratocumulusbewolking ontstaat bijvoorbeeld als een mistlaag oplost aan het aardoppervlak, eerst overgaat in stratus, waarna het lijkt alsof de wolkenbasis verder stijgt. De hierbij aanwezige turbulentie zorgt dan voor wat onstabiliteit. Deze bewolking komt ook vaak voor als aan het eind van de dag de onstabiliteit afneemt. De wolkentoppen van de in de loop van de dag ontstane cumuluswolken zakken dan in en de wolkenbasis spreidt wat uit.

Na een grijze ochtend kregen we de zon te zien. De Cumuluswolken ontstonden door de verdamping van de ochtendnevel.

Een Cumulus is stapelwolk. Het zijn in verticale richting ontwikkelende wolken. Ze ontstaan vaak niet ver van de plek waar men ze ziet, maar kunnen door de wind ook flinke afstanden afleggen. Meestal zijn het afzonderlijke wolken met scherpe randen, een donkere horizontale onderkant en naar boven toe een bloemkoolachtig uiterlijk. Ze kunnen in alle vormen en maten voorkomen: klein, middelgroot en groot.

Een cumulonimbus is een zeer sterk uitgegroeide cumuluswolk, waardoor de bovenkant overgaat in ijs. Die bovenkant bevat onscherpe, draderige vormen of witte vlakken die aan cirruswolken doen denken. De ijskap is vaak zichtbaar in de vorm van een aambeeld. De cumulonimbus komt hoog, in de zomer vaak hoger dan 12 kilometer, zodat de wolk met de bovenkant tegen een grenslaag stoot, de zogeheten tropopauze. In die laag is de lucht warmer waardoor de buienwolk niet meer verder stijgt. Boven die hoogte bolt de wolk niet verder omhoog, maar spreiden lucht en wolk zich uit in horizontale richting. Zo ontstaat het aambeeld of paddenstoelvormige wolk. De cumulonimbus is een echte buienwolk. Ze veroorzaken altijd onweersbuien, vaak ook gepaard gaande met hagel en windstoten.