zondag 3 januari 2021

De Middelste bonte specht

Een van mijn mooiste video-opnames die ik in 2020 maakte was die van de Middelste bonte specht (hiervan een korte video). De Middelste bonte specht kon ik volgen vanaf het uithakken van het nest, tot en met het uitvliegen van de jonge vogeltjes. Ik kijk er dan ook weer uit naar het komende broedseizoen. Ik ben benieuwd wat 2021 zal brengen. Ik heb intussen weer een paar plekken ontdekt waar spechten waarschijnlijk gaan nestelen. Onder andere een plaats waar, zo lijkt het althans, een Groene specht een nieuwe holte uit aan het hakken is gegaan.


De laatste twee jaren herpakten de Middelste bonte spechten zich. Er werden 295 territoria in kaart gebracht, waarvan liefst 140 in de omgeving van het Twentse Losser. Zo'n jaar of tien kwamen ze in heel Nederland voor, en toen waren we al euforisch over dat aantal. Daarna is het aantal afgenomen, maar de laatste jaren zijn de aantallen en het verspreidingsgebied weer toegenomen. Twente telt nog altijd de meeste Middelste bonte spechten, maar in zuid- en zuidoost Brabant, en Limburg (vooral zuid Limburg) worden ze ook meer gezien. In de stilte van het bos hoor je het luidruchtige 'biek-biek-biek', de roep van de Middelste Bonte Specht. Het klinkt net wat scheller en ketsender dan vergelijkbare agitatie-roepjes van de Grote Bonte Specht.

In het grootste deel van de twintigste eeuw was de Middelste Bonte Specht een zeldzaamheid. Van de negen broedgevallen tot en met 1995 stammen de meeste uit Twente (rond 1960). Vanaf 1996 nestelt de soort jaarlijks in het land, in sterk toenemende aantallen. Na de eeuwwisseling steeg het aantal vlot van enkele tientallen naar vele honderden broedparen. De verspreiding bleef aanvankelijk beperkt tot Zuid-Limburg, gevolgd door Twente, de Achterhoek, het Rijk van Nijmegen en Noord-Brabant. De soort rukt nog steeds verder naar het noordwesten op. Deze expansie past binnen een uitbreidingsgolf die ook in Duitsland en Belgiƫ opviel. Hij werd bevorderd door het ouder worden van bos en extensiever bosbeheer, met een grotere tolerantie van dood of stervend hout.