vrijdag 29 maart 2019

Dwaalgast Hawaiigans op het Beleven

Vanmorgen zat in Reusel op het Beleven een exotische Hawaiigans. De Hawaiigans is een ganzensoort die als siergans naar Europa is geïmporteerd om als kooivogel te houden. Zoals het wel meer voorkomt, komen dergelijke soorten later ook in de vrije natuur voor doordat ze zijn losgelaten of losgebroken. Als er voldoende in de vrije natuur voorkomen, komen daar ook nakomelingen uit voort.

Dwaalgast Hawaiigans op het Beleven Reusel

De Hawaiigans (Branta sandvicensis) is een ganzensoort die endemisch is voor Hawaï en het naburige eiland Maui. Midden jaren 1950 was deze vogel bijna uitgestorven. Endemie of endemisme is het verschijnsel dat een organisme (of taxon) van nature uitsluitend voorkomt in één afgegrensd geografisch gebied, zoals eilanden in de oceaan, geïsoleerde bergen, meren en riviersystemen. Indien een soort enkel daar voorkomt, spreekt men van een endeem of van endemische soort. Endemisme is een biogeografisch begrip: het gaat om de geografische verspreidingsgebieden (areaal) van taxa.


De hawaiigans is een overwegend bruin gekleurde gans met donkere veren op de kop en hals. De zwemvliezen zijn enigszins gereduceerd en hij loopt veel vloeiender en sneller dan andere ganzen; hij waggelt niet. Zijn leven speelt zich, in tegenstelling tot dat van andere ganzensoorten, grotendeels op het land af. Hij is niet afhankelijk van de nabijheid van water en voedt zich met allerlei besjes, granen en grassen die hij op het land vindt. De gemiddelde nestgrootte bij deze soort is 4 of 5 eitjes, die na ongeveer een maand broeden uitkomen.

De néne kwam vroeger in groten getale voor op Hawaï en het naburige eiland Maui. De kleine populatie die uiteindelijk overbleef broedde op spaarzaam begroeide vulkaanhellingen. Het oorspronkelijke leefgebied bestond uit natuurlijke graslanden in de nabijheid van terrein met struikgewas. Hiervan is veel verloren gegaan door omzetting van ongerepte natuur in gebied in agrarisch gebruik.

Rond 1950 waren er mogelijk nog maar 30 individuen in het wild over. Naast inkrimping van het leefgebied had de populatie sterk te lijden door jacht en predatie van een ingevoerd roofdier, de Indische mangoeste (Herpestes javanicus auropunctatus) en bovendien bleken de ganzen gevoelig voor infecties met Toxoplasma gondii een parasiet die de ziekte toxoplasmose veroorzaakt. Toxoplasma is een eencellige die werd overgebracht door verwilderde katten. Daarnaast eist het autoverkeer een hoge tol; vooral volwassen dieren worden vaak aangereden.

In gevangenschap gefokte vogels zijn in de jaren zestig van de 20e eeuw in hun oorspronkelijke leefgebied op de eilanden Hawaï, Molokai, Maui en Kauai uitgezet en de soort is nu niet meer in gevaar. Volgens een schatting uit 2011 zijn er 2500 individuen in het wild. Er broedde waarschijnlijk maar hoogstens 500 paar met succes. BirdLife International schatte in 2012 het aantal volwassen dieren tussen de 250 en 1000. Het voorplantingsresultaat blijft onder de verwachtingen en daarom is aanvulling met ganzen die in gevangenschap gefokt zijn nog steeds noodzakelijk. Om deze redenen staat deze gans als "kwetsbaar" op de internationale Rode Lijst van de IUCN.