donderdag 16 oktober 2025

Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

Het meest opvallende verschil tussen echte libellen en een juffers zijn de verschillen in hun ogen en vleugels. Echte libellen zijn robuuster en hebben bredere- en gespreide vleugels, terwijl juffers slank en tenger zijn en hun vleugels in rust langs het lichaam houden. Ze hebben hun ogen aan de zijkanten van de kop, in plaats van de voorkant. De ruimte tussen de ogen is dan ook duidelijk te zien.


Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

De familie van de libellen onderscheiden we in twee ondersoorten, de ongelijkvleugelige Echte libellen en de gelijkvleugelige Juffers. Bij de echte libellen zijn de achtervleugels breder dan de voorvleugels. De voor- en achtervleugels zijn bij de juffers gelijk. Ook de rustpositie is anders, echte libellen spreiden de vleugels in rust, en juffers vouwen deze tegen elkaar achter het lichaam.

Echte libellen en juffers leven in of bij zoetwater, waar ze zich voortplanten. Ze hebben behoefte aan schoon, zuurstofrijkwater met een constant waterpeil en vegetatie om te schuilen en eieren te leggen. Het grootste deel van het leven van een libel of juffer speelt zich af onderwater. Volwassen libellen paren in de vorm van een zogenaamde paringswiel, zoals de Bruine korenbout en de Watersnuffel in deze video. Een paringswiel is de houding die twee libellen aannemen bij het paren. Nadat het mannetje het vrouwtje in de tandem houding heeft genomen, brengt het vrouwtje haar geslachtsopening tegen het secundair geslachtsorgaan van het mannetje. Op die manier kan ze de spermatofoor van het mannetje ontvangen. Een koppel kan uren in die positie blijven en daarbij ook rondvliegen.

Na de paring zet het vrouwtje de eitjes af, zoals bij de Grote keizerlibel in deze video, die haar eitjes in het water afzet. De eitjes van libellen komen na enkele weken tot enkele maanden uit, afhankelijk van de soort, watertemperatuur en van het tijdstip in het seizoen. Eenmaal uitgekomen verschijnt eerst de zogenaamde prolarve, die in later stadium uitgroeit tot een larve. De larve maakt in het onderwater stadium twee tot drie vervellingen door. Bij de meeste soorten duurt het larvenstadium iets korter dan een jaar tot bijna twee jaar.

Een volgroeide larve heeft nog één vervelling voor de boeg, de vervelling van larve naar imago, het volwassen stadium. In deze video is het uitsluipen van de Gewone oeverlibel in beeld gebracht. Voor het uitsluipen klimt de volgroeide libellenlarve uit het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld langs een plantenstengel die in het water of op de oever staat. De larve houdt zich dan stevig vast en vervelt voor de laatste keer. De huid van kop en borststuk barsten open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit. Wanneer kop, borststuk en poten eruit zijn, grijpt de libel zich vast aan de plantenstengel en trekt zijn achterlijf uit de larvenhuid.

Vervolgens blijft het kleurloze diertje nog een tijd hangen en pompt zich door middel van lichaamsvloeistof op. Het achterlijf strekt zich langzaam en krijgt de langgerekte vorm van een volwassen libel. Ook de vleugels strekken zich langzaam maar zeker uit, wat in de beelden versneld is weergegeven. Aanvankelijk zijn de vleugels nog te zacht om te vliegen. Pas na enige tijd uitharden is de libel klaar voor zijn eerste vlucht en vliegt weg van het water, meestal naar de eerste de beste boom of struik. Het lege larvenhuidje blijft achter langs de waterkant. Het hele uitsluipproces duurt meestal langer dan een uur. In die tijd is de libel zeer kwetsbaar voor natuurlijke vijanden, zoals vogels, kikkers en mieren.

Jonge imago's hebben enige tijd nodig om geslachtsrijp te worden. Als ze geslachtsrijp zijn vindt de paring plaats en worden weer de eitjes afgezet. De levenscyclus is nu rond. De voornaamste functies van een volwassen libel is de voortplanting en verspreiding naar andere gebieden, waarmee uitwisseling tussen populaties wordt bereikt en nieuwe geschikte gebieden worden gekoloniseerd. De totale levensduur van een imago varieert van een tot enkele weken bij juffers, en enkele weken tot twee maanden bij grotere libellen. Dit is dus veel korter dan het larvenstadium. De weersomstandigheden hebben een grote invloed op de werkelijke levensduur. De bruine en noordse winterjuffer overwinteren als imago en leven daardoor uitzonderlijk lang, tot wel negen maanden.

Het aantal libellen in Nederland is sinds 2008 met 28% afgenomen. Dit past bij het beeld dat de biodiversiteit onder druk staat als gevolg van de klimaatverandering. Vooral libellensoorten die van kou houden verdwijnen snel. Belangrijke oorzaken zijn warme zomers, droogte en een slechte kwaliteit van het water.