Vanmorgen fietste ik weer naar de Kattesteertvijver ten zuiden van Retie (Bel). De fuut met de jonge kuikentjes was maar even te zien. Ik kon nog net twee foto's maken voordat ze achter de rietkraag verwenen. De meest kuifeenden lagen te slapen en de Wilde eenden hingen in het water te dobberen met hun hoofd onder water en hun achterwerk boven het water uitstekend. Afgelopen zaterdag kon de Fuut nog filmen. Vanmorgen filmde ik de Knobbelzwaan. Daar komt later de video van uit op YouTube.
Drie kleine fuut kuikentjes zitten ook te rusten op de rug van de ouder fuut. De kopjes steken mooi boven de veren van de ouder uit. Het zijn opvallende verschijningen, met hun streepjespyjama outfit. Heelveel dagen is het nog niet geleden dat ze uit de eieren zijn gekomen. Man en vrouw zien er bijna identiek uit. Het enige verschil is de kuif, die bij de man iets groter is.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren. Weidevogels slapen op drassige stukken grasland. En gierzwaluwen, die het merendeel van hun leven niet aan land komen, slapen zelfs zeilend door de lucht.
Vogels vallen niet uit de boom als ze op een tak slapen en wegdoezelen. Dat komt omdat ze een klemmechanisme in hun poten hebben waardoor vasthouden als vanzelf gaat en loslaten juist moeite kost. Precies andersom als bij ons dus. Als een vogel op een boomtak gaat zitten, buigen zijn enkels bij het neerkomen. Pezen die langs de achterkant van de poot naar de tenen lopen, worden dan strak gespannen en de tenen krommen zich. De vogel zit zo vastgeklemd op de tak en moet actie ondernemen om los te komen. Als een vogel sterft in zijn slaap, is het hierdoor schier onmogelijk om hem los te krijgen.
Vogels slapen veel minder diep dan mensen. Dat komt omdat ze alerter moeten blijven dan wij, om bij gevaar (roofdieren) snel te kunnen reageren. Ze kennen wel een diepe droomslaap, maar slechts in een kort deel van de slaaptijd. Daarnaast slapen veel vogels maar half: de ene helft van de hersenen slaapt en de andere helft is wakker. Eén oog is dan open zodat ze toch waakzaam blijven. Sommige vogels presteren dit zelfs als ze vliegen, bijvoorbeeld tijdens de trek. Dan is dat open oog handig om nergens tegenaan te botsen.