woensdag 7 juli 2021

De Boomklever kwam eten, drinken en baden

Na een korte pauze van fotografie dook ik vanmorgen weer eens in de fotohut die ik in Netersel bij onze schuur heb. Ik was benieuwt wat er zou komen. Gedurende de broedperiode was het er erg rustig. Vandaag viel dat reuze mee. Veel leuke vogels, en vaak allemaal tegelijk. Jammer verdween de zon regelmatig achter de wolken, waardoor ik met een lange sluitertijd moest werken. Daardoor had ik veel foto's die bewegingonscherpte hadden, maar ook veel erg mooie foto's. Hier de Boomklever.


De Boomklever bij de fotohut. In totaal zag ik er drie. Een man, een vrouw en een juveniele.

Om niet ten prooi te vallen aan predatoren (roofdieren) zie en hoor je tijdens het broedseizoen veel minder vogels. Ze willen zich schuil houden en minder opvallen. Als ze zich zichtbaar en hoorbaar op zouden houden in de nabijheid van het nest, zou dat katten, eksters, gaaien, sperwers, marters, eekhoorns en ander (roof)dieren aan rekken die de eitjes en de jonge vogels in het nest weg zouden kunnen roven. Voordat de broed begint hoor je ze wel veel meer. In het begin van het voorjaar zijn de mannetjes op zoek naar de vrouwtjes om te paren. Dan volgt een periode dat ze het territorium hardnekkig verdedigen. Dat doen ze met hun zang, vaak een net iets andere zang als de parings lokzang. Zo weten soortgenoten dat ze daar weg moeten blijven, omdat er al een koppel is gevormd en niet lastig gevallen willen worden.


De Boomklever maakt dankbaar gebruik van het water om te drinken en te baden (de vogel rechts onder is een juveniele).

De boomklever (Sitta europaea) is het enige lid van de familie boomklevers (Sittidae) in de Benelux. Boomklevers zijn de enige vogels die met evenveel gemak zowel omlaag als omhoog langs een boomstam bewegen en daarin onderscheiden ze zich van spechten en boomkruipers die alleen omhoogklimmen langs boomstammen. Bovendien gebruiken spechten hun staart om op te steunen en dat doet de boomklever niet. De boomklever is een korte, dikke en actieve vogel met een krachtige puntige snavel. Hij is vrijwel in geheel Europa een tamelijk algemene standvogel. De opvallende en helder klinkende roep is vaak de eerste aanwijzing van zijn aanwezigheid. In de winter is hij een geregelde bezoeker van tuinen waarin pinda's worden aangeboden.


De Boomklevers kwamen eten, drinken en baden

Ze leven in licht loof- en gemengd bos met ondergroei, vooral met oude en hoge bomen. Ook in parken en lanen en in de winter ook op de voedertafel. Op het menu staan veel insecten, zaden, noten, vruchten, graan en bessen. Harde noten zet hij tussen het boomschors vast en hamert ze dan van bovenaf stuk. Grotere insecten worden met de snavel in stukjes geknipt. De boomklever legt ook voorraden aan.


Andere kozen er voor om te zonnebaden. De warmte moet de parasieten verjagen.

Het geluid van de Boomklever is een helder fluitend 'twiet-twiet-twiet' en een meesachtig 'tsit'. Bij opwinding een schel trillend 'tirr'. De zang is een luid 'tuwiehe-tuwiehe', ook wel omschreven als een kwelend 'tu-tu-tu' (dat enigszins aan de zang van een nachtegaal doet denken). Deze zang gaat over in 'kwie-kwie' en haastig 'twet-twet-twet'. Aan zijn zang kan de boomklever eenvoudig worden herkend.