dinsdag 16 december 2025

Mijn visuele natuurverhalen

Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en  landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties.
(zie de logo's hieronder)

Volg mij op: Facebook Twitter YouTube FacebookTwitterYouTube Facebook Twitter YouTube en met jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.
Bezoek ook mijn YouTube kanaal; youtube.com/JozefvanderHeijden met 330 video's en 835 abonnees.

50­ Lepelaars­ strijken­ neer­ op­ de­ Flaes

De Flaes op Landgoed De Utrecht tussen Lage Mierde en Esbeek is een pleisterplaats voor veel trekvogels. In het najaar doen Lepelaars, Zwarte ooievaars en kleine zwanen de Flaes aan om op het water te overnachten en aan te sterken.


50 Lepelaars strijken neer op de Flaes

De Lepelaars zaten wat verspreid, maar na telling bleken het er ongeveer 50 te zijn. Lepelaars komen voor in vennen, bij sloten, op slikken en wadden. Het voedsel bestaat uit vis, waterdieren, slakken, insecten en wormen, ook wel eens plantendelen.

De Lepelaars die wij gedurende de vogeltrek zien, overwinteren vooral langs de West-Afrikaanse kust, zoals in het tropische waddengebied voor de Mauritaanse kust. In deze gebieden blijven ze 1 of 2 weken om op krachten te komen voordat ze weer verder trekken. In totaal kan de trektocht wel twee maanden duren.

Op de achtergrond zijn ook Zwarte ooievaars te zien, net als de Aalscholvers die regelmatig onder water duiken.

De Flaes op Landgoed De Utrecht heeft een oppervlakte van 4,9 hectaren, de andere vennen, De Kleine Flaes is 1,8 hectaren groot en het Goorven 5,6 hectaren.

woensdag 10 december 2025

Grote zilverreiger op de Kattesteertvijver

Grote zilverreigers zijn te vinden in waterrijke gebieden, zoals ondiepe natuurplassen, natte weilanden en sloten. Daar doen ze zich te goed aan vissen, kikkers en muizen. De vogels zijn flexibel en trekken bij aanhoudende vorst verder naar het zuiden.


Grote zilverreiger op de Kattesteertvijver - Retie

Het is een grote witte reiger, die voor weinig vergissing kan zorgen. Ze hebben een lange gele snavel en doorgaans zwarte poten. In de broedtijd worden de poten gedurende een korte periode rood en de snavel zwart. Er is geen verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. Het voedsel is heel divers, voornamelijk vis, maar ook kikkers, muizen, kleine vogels en mollen. Deze reiger foerageert actiever dan de blauwe reiger in poelen en ander ondieper water met vis. Soms jagen ze ook op muizen in grasland.

De grote zilverreiger is van oorsprong een vogel uit het oostelijke, mediterrane gebied. Door het beschikbaar komen van geschikte leefgebieden heeft deze hagelwitte reiger zijn verspreiding inmiddels uitgebreid. Met name in de winter zijn grote aantallen te vinden in weidegebieden.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw was de grote zilverreiger nog een zeldzaamheid, maar nu is hij algemeen geworden en zijn ze met name in de herfst en winter een algemene verschijning.

maandag 8 december 2025

2026 wordt Jaar van de Steenuil

De Steenuil is dan misschien de kleinste uil van Nederland wat zijn formaat betreft, voor zijn populariteit geldt dat zeker niet. Deze charismatische soort met zijn sprekende blik is altijd een feest om te mogen aanschouwen. Helaas zien we tegenwoordig veel minder Steenuilen op rasterpaaltjes of oude schuurtjes zitten dan vroeger. Samen met Vogelbescherming en STONE vraagt Sovon daarom in 2026 extra aandacht voor de Steenuil.

2026 wordt Jaar van de Steenuil

n de eerste helft van de twintigste eeuw was de Steenuil in ons land een algemene broedvogel, die alleen op de Waddeneilanden ontbrak. Inmiddels is zowel zijn verspreiding als de populatiegrootte sterk afgenomen. In de jaren vijftig werd de populatie nog op 25.000 paren geschat, terwijl de meest recente schatting (2018-2020) uitgaat van 8000-9500 paren. Deze terugloop heeft alles te maken met de intensivering van de landbouw. De Steenuil is namelijk gebonden aan kleinschalig, halfopen agrarisch landschap. Daardoor komt hij tegenwoordig vooral nog voor in regio’s waar dit type cultuurlandschap nog te vinden is, zoals de Achterhoek, Twente en delen van Noord-Brabant en het rivierengebied.


Steenuil waakt voor de nestholte

Sovon zal het komende jaar verschillende onderzoeken uitvoeren, waaronder een analyse van de verschillen in overleving tussen zand- en kleigrond. Op de zandgronden van ons land doet de Steenuil het namelijk beter. Op die manier hopen we beter te weten hoe we de Steenuil in Nederland het beste kunnen helpen.

Meedoen
Ook jouw hulp is hard nodig komend jaar! Tijdens het Jaar van de Steenuil kun je bij twee projecten helpen

Zet de Steenuil op de kaart
Het Jaar van de Steenuil willen we graag gebruiken om nog beter in kaart te brengen waar in Nederland de Steenuil nog broedt. Hiervoor gaan we een claimkaart ontwikkelen, waarop jij een telgebied kunt uitkiezen waarvan we heel graag willen weten hoeveel Steenuilen er zitten. Zo komen we samen steeds meer te weten over waar in Nederland nog succesvol voorkomt. Hierover snel meer!

Wat roept de Steenuil?
De Steenuil is met zijn herkenbare roep bij uitstek geschikt om onderzoek te doen op basis van geluid. Het geluid van een alleenstaand mannetje is bijvoorbeeld anders dan dat van een uitgevlogen jong wat nog in het territorium van zijn ouders rondhangt. Door Steenuilgeluiden op te nemen en te analyseren, leren we meer over het gedrag van de soort. Je kunt nu al helpen door een Birdweather PUC in je tuin op te hangen, zodat we zoveel mogelijk Steenuilgeluiden kunnen opnemen. Later dit jaar kun je ook helpen met het analyseren van de opgenomen geluidjes!

Hou voor meer informatie deze pagina in de gaten! Uiteraard houden we jullie ook via onze nieuwsbrief en sociale media op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.

Bron: www.sovon.nl/tellen/telprojecten/jaar-van-de-steenuil

vrijdag 5 december 2025

Parasitaire Illosporiopsis christiansenii

Deze parasitaire Illosporiopsis christiansenii fotografeerde ik in 2019 op de Belevensche Heide. Ik kwam deze foto's weer tegen toen ik in mijn fotoarchief naar een andere foto aan het zoeken was. Deze parasiet zie je niet zo vaak, en dat zal in de toekomst ook nog minder vaak voorkomen. Door de stikstofmaatregelen die de laatste jaren de uitstoot van stikstof (ammoniak) sterk hebben verminderd, komen er ook beduidend minder korstmossen voor, vooral de dooiermossen. En met namen het Groot dooiermos is een van de korstmossen waar deze parasiet op voor komt.


De parasitaire Illosporiopsis christiansenii groeit op Kapjesvingermos en Groot dooiermos

Korstmosparasieten zijn schimmels die parasiteren op korstmossen en meestal tot de ascomyceten behoren. De meeste soorten korstmosparasieten groeien op één of enkele specifieke gastheren. Korstmosparasieten kunnen overal gevonden worden, maar vooral op korstmossen die al onder niet-optimale groeiomstandigheden groeien, omdat die vatbaarder zijn. Er zijn maar weinig mensen die korstmosparasieten vinden en melden. Dit komt omdat er weinig over korstmosparasieten bekend is en veel soorten uitsluitend met specialistische literatuur en microscoop te determineren zijn. Toch zijn er soorten die op basis van veldkenmerken met vrij grote betrouwbaarheid gedetermineerd kunnen worden.

Overzicht van enkele parasieten
Wel is het dan belangrijk om de gastheer goed te determineren, omdat veel parasieten gastheerspecifiek zijn. In het artikel - ook via onderstaande link - zijn een aantal goed herkenbare soorten beschrijven. Tegelijkertijd geeft deze selectie een goed beeld van de veelvormigheid in uiterlijk van korstmosparasieten.

In dit artikel worden 27 korstmosparasieten beschreven die in het veld goed op naam gebracht kunnen worden. Ze zijn gerangschikt op gastheer, omdat dat vaak het uitgangspunt is voor determinatie van korstmosparasieten. Bij de behandelde soorten wordt het voorkomen in Nederland en de veldkenmerken geschetst. Voor complete soortbeschrijvingen kan literatuur geraadpleegd worden. Daarbij wordt wel benadrukt dat het altijd nuttig is om vondsten microscopisch te (laten) controleren, zeker wanneer het gaat om parasieten die in Nederland nog weinig gevonden zijn of om soorten met weinig duidelijke veldkenmerken.


Deze Illosporiopsis christiansenii fotografeerde ik in 2019. Foto 3 werd opgenomen in een overzicht van enkele goed herkenbare Nederlandse korstmosparasieten van 'Natuurtijdschriften', lees: https://natuurtijdschriften.nl/pub/1001647/BUX2019115001004.pdf (pagina 2 - foto 2). Ook de overige die zijn beschreven zijn interessant om te lezen.

'Natuurtijdschriften' is een initiatief van Naturalis Biodiversity Center in samenwerking met ongeveer 50 partnerorganisaties. Met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds hebben de Stichting Geologische Aktiviteiten, de Nederlandse Geologische Vereniging, RAVON en Naturalis in 2014 de handen ineen geslagen. Het resultaat hiervan was de lancering van Natuurtijdschriften.nl. In totaal vind je er meer dan 100.000 artikelen uit ongeveer 100 verschillende tijdschriften.

woensdag 3 december 2025

Groepen Grauwe ganzen bevolken de plassen

Groepen van honderden Grauwe ganzen bevolken de plassen, vooral na het broedseizoen. Ze maken steeds meer gebruik van gebieden met water zoals plassen die grenzen aan grasland, waar ze foerageren.


Groepen Grauwe ganzen bevolken de plassen

Na het broedseizoen verzamelen de ganzen zich in grotere groepen op graslanden, moerassen en op de akkers. De plassen fungeren dan als een belangrijke rustplaats waar ze minder te duchten hebben van predatoren.

Tijdens de vogeltrek vliegen grauwe ganzen in een V-formatie, waarbij ze een schor klinkende gak-gak roepen. Andere soorten ganzen zoals de kolgans en de brandgans, die ook in Nederland in grote aantallen overwinteren, vliegen ook in V-formatie, en maken vergelijkbare geluiden, maar minder schor.

vrijdag 28 november 2025

Echte kopergroenzwam met zichtbare ring

Verscholen tegen een losliggende dennen boomstrok, zag ik wat zwammetjes die deels door afgevallen boomblad waren bedekt. Omdat ik er al een eerder heb gezien wist ik dat ik de zeldzame Echte kopergroenzwam weer had gevonden. Om zeker te weten dat het de "Echte" kopergroenzwam was heb ik de bladeren weer terug over de zwammetjes gestrooid nadat ik er enkele foto's van had gemaakt. Vier dagen later ben ik teruggegaan. Intussen had de zwam zich verder ontwikkeld en had zich een ring om de steel ontwikkeld. De steelring is bepalend of het een "Valse-" of een "Echte" kopergroenzwam is.


Echte kopergroenzwam met zichtbare ring

e Echte kopergroenzwam (Stropharia aeruginosa) is klokvormige tot een gewelfde, blauwgroene, later meer gelige, aanvankelijk slijmerige hoed van Ø 2 tot 7 cm, vaak met een stompe umbo (verhoogd gebied in het midden van een paddenstoel) en witte vlokjes aan de rand. De lamellen zijn bleek grijs, later paarszwart, uitgebocht aangehecht, met glinsterend witte, vlokkige snede. De sporen zijn paarszwart. De steel is wit met een blauwgroene zweem, met vliezige, vergankelijke, aan de bovenzijde gestreepte ring, meestal grijsbruin gekleurd door de sporen. De bovenkant van de ring is glad, de onderkant met vlokkige schubjes.

De Echte kopergroenzwam is van april tot en met november vrij algemeen te vinden op strooisel in loof- en naaldbossen en in tuinen. Hij staat alleen of in groepjes. Het jonge vruchtlichaam bezit een donkerblauwe kegel- tot klokvormige hoed met ingerolde rand; later wordt de hoed vlakker en licht okergeel van kleur. De lamellen staan dicht opeen en hebben een grijswitte kleur, die naarmate de zwam ouder wordt donker purpergrijs wordt, met een wit-vlokkige rand. De lamelsnede heeft een wit glinsterend randje, waarmee het te onderscheiden is van de valse kopergroenzwam.


Links: de Echte kopergroenzwam in een vroeg stadium. Rechts: de Echte kopergroenzwam in een meer gerijpt stadium.

De steel van de kopergroenzwam is slank en vaak iets gebogen, met een geribde en bovenop door de sporen purperzwart gekleurde ring waaronder veel witte schubjes. Hierdoor kan men hem onderscheiden van de valse kopergroenzwam die slechts één ringzone heeft. De geur is onopvallend. Het jonge vruchtlichaam bezit een donkerblauwe kegel- tot klokvormige hoed met ingerolde rand. De hoed wordt 3 tot 6 cm breed. De lamellen staan dicht opeen en hebben een grijswitte kleur. De lamelsnede is heeft een wit glinsterend randje.

De Valse kopergroenzwam is ook klokvormige tot gewelfde. Jonge exemplaren hebben een slijmerig oppervlak. De lamellen zijn grijs- tot donkerbruin, uitgebocht of recht aangehecht, met bruine snede. De sporen zijn bruin. De steel is wit met een blauwgroene zweem, met een vage ringzone, meestal grijsbruin gekleurd door de sporen, met daaronder vlokkige schubjes, maar heeft geen ring.

woensdag 26 november 2025

Met Frans Kapteijns en VisitBrabant naar de Flaestoren

Zaterdag 20 juni 2020 was Brabant het decor van één van de 5 Instameets die dit weekend plaatsvinden in Nederland op initiatief van WelkomteruginNL. Bloggers en Instagrammers werden meegenomen op ontdekking langs een aantal parels in onze mooie provincie Noord Brabant. De video is nu voorzien van ondertiteling, vandaar een terugblik op deze leerzame excursie.


Alle deelnemers die deze leerzame excursie wandeling bijwoonden

Een deel van Landgoed De Utrecht, gelegen op grondgebied van Esbeek en Lage Mierde, was het eerste deel van de dag. Boswachter Frans Kapteijns en Tamara Ernst van VisitBrabant leiden de gasten door de mooie natuur nabij de Flaes. Na de ontvangst van de genodigde en een kop koffie kon de wandeling beginnen. De Flaes is een 4,9 ha groot natuurven in het zuidoostelijke deel van het landgoed. Landgoed de Utrecht is een ca. 2500 hectare groot landgoed ten zuiden van het dorpje Esbeek in de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden.

Een deel van Landgoed De Utrecht, gelegen op grondgebied van Esbeek en Lage Mierde, was het eerste deel van de dag. Boswachter Frans Kapteijns en Tamara Ernst van VisitBrabant leiden de gasten door de mooie natuur nabij de Flaes. Na de ontvangst van de genodigde en een kop koffie kon de wandeling beginnen. De Flaes is een 4,9 ha groot natuurven in het zuidoostelijke deel van het landgoed. Landgoed de Utrecht is een ca. 2500 hectare groot landgoed ten zuiden van het dorpje Esbeek in de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden.


Met Frans Kapteijns en VisitBrabant naar de Flaestoren

Wie zegt Landgoed De Utrecht, denkt gelijk aan de de Flaes en het Goorven. Landgoed De Utrecht is een ontginningslandgoed dat is ontstaan door het ontginnen van heide grond. Het doel hiervan was het tot stand brengen van akkergronden en productiebossen. Rond 1850 bestond het gebied uit uitgestrekte heidevelden, in feite gedegradeerd bos met name als gevolg van houtkap en overbeweiding. Uit de Topografische en Militaire Kaart van circa 1850 blijkt dat het gedeeltelijk om natte heide ging; in het gebied liggen verschillende vennen en vennetjes. Na de uitvinding van de kunstmest aan het eind van de negentiende eeuw werden schapen overbodig als leverancier van dierlijke mest, en daarmee de heide als graasgrond. Grootschaliger dan voorheen werden de heidevelden ontgonnen.

De droge heide werd bebost en de vochtige heide omgezet in cultuurgrond: dit zijnde zogenaamde ‘jonge heideontginningen’. Binnen het gebied lagen de oude, middeleeuwse ontginningen Dun, Tulder en Lange Gracht. Vooral de geschiedenis van Tulder of Teulder gaat ver terug: rond 1400 waren hier al percelen in cultuur gebracht en ontstond er een pleisterplaats met een bierbrouwerij en jeneverstokerij. Bij de ontginning van het landgoed zijn deze buurtschappen met hun akkercomplexen grotendeels bebost.

Landgoed De Utrecht kent drie grote vennen als de Flaes, de Kleine Flaes en het Goorven. De Flaes heeft een oppervlakte van 4,9 ha, de Kleine Flaes is 1,8 ha groot en het Goorven 5,6 ha. De natuurreservaten het Goor en de Flaes, in het zuidoosten van De Utrecht, vormen een kern van het vogel eldorado op het landgoed. Gelegen tussen uitgestrekte boscomplexen, omringd door de natte Neterselse- en Mispeleindse heide, roepen deze oer-oude vennen herinneringen op aan lang vervlogen tijden, toen alleen een oude turfsteker op de hoogte was van het bestaan van deze sompige moerassen. Momenteel telt het landgoed in totaal meer dan 130 soorten broedvogels met beroemde soorten als de genoemde ijsvogel, nachtzwaluw, zwarte specht, bonte specht, kerkuil, bosuil, wulp. Zelfs een kolonie Aalscholvers broeden in bomen midden in de Flaes, die vanaf het 22 meter hoge balkon van de Flaestoren goed waren te zien gedurende de vroege broedperiode.

Op 11 november 2011 is de uitkijktoren de Flaestoren geopend, naar een ontwerp van Luijten Smeulders Architecten uit Tilburg. Door acht van het landgoed afkomstige bomen, elk 25 meter lang en 3000 kg zwaar, te combineren met slanke stalen kolommen is een open structuur gecreëerd waarin, door een afwisseling van trappen en bordessen, een makkelijk te belopen route naar het uitzichtbalkon op 22 meter hoogte leidt. Vandaar en vanaf elke traptrede er naar toe, heb je een prachtig uitzicht over het niet toegankelijke deel van het natuurgebied De Flaes en het Goorven en de bossen er rondom heen.

Alle personen in deze video hebben verklaard geen bezwaar te hebben om herkenbaar gefilmd te worden.

Kroontjesknotszwam op dood populierenhout

De kroontjesknotszwam heeft bovenaan de stengel een 'kroontje' dat bestaat uit bekervormige, getande uiteinden van de vertakkingen. Deze kroonvormige structuren zijn het meest kenmerkende kenmerk van de zwam en geven hem zijn naam. Deze vond ik in Netersel, nabij de Groote Beerze, waar einde jaren 60, begin jaren 70 van de vorige eeuw na de kanalisering van de beek veel populieren zijn aangepland.


Kroontjesknotszwam, waarschijnlijk op dood populierenhout

Het eenjarige vruchtlichaam heeft een lengte van 4 tot 12 cm. De vorm is kandelaarachtig met rechtopstaande takken. Het meest karakteristieke kenmerk is de kroonachtige vorm van de toppen van de takken. De takken staan dicht bij elkaar. De basis is stronkachtig vergroeid. De kleur is bleek vleeskleurig tot beige of okergeel. Het elastische, ietwat taaie vlees (trama) is wit tot geelachtig van kleur en wordt bruin bij wrijven. Het ruikt sterk kruidig en smaakt ofwel mild ofwel wat bitter, na langdurig kauwen ± peperig heet.

De kroontjesknotszwam lijkt op de rechte koraalzwam, maar deze heeft vertakte, doornachtige of tandachtige toppen. Voorts is de kleur hiervan geeloker met vleeskleurige tint tot lichtkaneelkleurig met gelige toppen.


Kroontjesknotszwammetjes hebben boven aan de stengel een kroontje

De dode takken en stammen die nu in Netersel nabij de Groote Beerze ligge te rotten zijn daar deels komen te liggen door stormafval en door de werkzaamheden van de werkzaamheden tijdens de Herinrichting beekdal Groote Beerze. Een van de sloten, de BZ35_HO16, daarbij ook aangepakt. Daar zal ook wel een of meerdere bomen door geruimd zijn.

dinsdag 25 november 2025

Waar vind ik vogelkijkhutten en Uitkijktorens

Veel vogelliefhebbers zoeken naar plekken waar ze ongestoord vogels kunnen spotten. Maar waar vind je vogelkijkhutten? Om je daarbij te helpen heb ik een aantal video's in een kijklijst "Waar vind ik vogelkijkhutten" samengevoegd.


Waar vind ik vogelkijkhutten en Uitkijktorens
Pelt - België.
De vogelkijkhut aan de Provincievijver ligt in natuurgebied Hageven van het Belgische Pelt en vormt met het Bergeijkse deel het internationale natuurgebied Plateaux-Hageven.

Oud Turnhout - België.
De vogelkijkhut en de kijktoren vindt u op het grondgebied Landschap De Liereman in het Belgische Oud Turnhout.

Winkel en Zevendonk - België.
De vogelkijkhut in Natuurgebied Winkelsbroek ten zuiden van het Belgische gehucht Winkel en Zevendonk staat op palen.

Balen-Hulsen - België.
Kijktoren Straalmolen nabij het Belgische Balen-Hulsen kent twee verdiepingen.

Turnhout - België.
Kijktoren 'Bels Lijntje' ligt aan de voormalige tramspoorlijn in het Turnhoutse vennengebied.

Middelbeers - Nederland.
De uitkijktoren op de Landschotse Heide nabij Middelbeers en Westelbeers, biedt een uitkijk over het Wit Hollandven.

Lichtaart - België.
De vogelkijkhut aan de Snepkensvijver ligt aan de Herentalsesteenweg van het Belgische Lichtaart naar Herentals.

Balen-Hulsen - België.
De vogelkijkhut in natuurgebied Griesbroek bij het Belgische Balen-Hulsen ligt wat verscholen.

Arendonk - België.
Vogelkijkhut 'de Vogelaar' op ‘t Goorken nabij het Belgische Arendonk ligt aan de noordkant van de natuurplas.

Sint-Lenaarts - België.
De vogelkijkhut op natuurgebied Kooldries ligt aan een van de kleiputten van de voormalige steenfabrieken in de regio van het Belgische Sint-Lenaarts.

Goirle - Nederland.
Vogelkijkhut 't Abts Moer op de Regte Heide ten zuidwesten van het Nederlandse Goirle, biedt uitzicht over het Riels Laag.

Balen - Scheps - België.
De vogelkijkwand in Natuurgebied Scheps, ten zuiden van het Belgische Balen is een juweeltje van een beekvallei.

Dessel-Heide - België.
De vogelkijkwand Goorvijver tegenover recreatiepark Campinastrand aan de Zanddijk van het Belgische Dessel-Heide ligt aan een voormalige visvijvers, "Het Goor".

Nieuwe Heide - Best.
Op de grens van Son en Best is in samenwerking met verschillende natuurorganisaties aan de koelvijver een vogelkijkhut geplaatst.

Strabrechtse Heide - Heeze.
Vogelliefhebbers hebben met de gloednieuwe vogelkijkhut op de Strabrechtse Heide in Heeze bijgekregen waar ze lang op moesten wachten.

Einderheide - Riethoven.
De Uitkijktoren Einderheide aan het Aartsepad nabij Riethoven is 26 meter hoog.

Hou ut Moi - Soerendonk.
Elke wandelaar en fietser die vaak in natuurgebied ’t Goor, nabij Soerendonk komt, zal vogelkijkhut 'Hou ut Mo' wel eens bezocht hebben.

Egelven - Valkenswaard.
Toen in de zomer van 2010 de oude vogelkijkhut afbranden, wilden Brabants Landschap op dezelfde plek een minder kwetsbare toren terug bouwen.

De Liskes - Bergeijk.
De Vogelkijkhut De Liskes biedt prachtige uitzichten over de voormalige viskweekvijvers in het buitengebied van Bergeijk.

Olen - België.
Op natuurgebied Olens Broek is er voor de liefhebbers door het Agentschap voor Natuur en Bos een vogelkijkhut gebouwd.

donderdag 20 november 2025

De Turkse tortel in de Appelboom

De Turkse tortel in deze video was zijn veren aan het verzorgen, wat essentieel is om goed te kunnen vliegen. Een goed verenkleed draagt bij aan de overlevingskansen van een vogel.


De Turkse tortel in de Appelboom

Tussen de takken met bladeren zit hij veilig en beschut. Vaak is de alertheid van een poetsende vogel wat minder en een beschutte plek maakt de kans dat predatoren de vogel aan zal vallen een stuk kleiner. Net als alle andere vogels verzorgt de Turkse tortel zijn veren om stof, parasieten en vuil te verwijderen, wat bijdraagt aan een goede hygiëne.

Turkse tortels zijn aangepast aan een leven in en rond tuinen, parken en landschappen met begroeiing. Daarnaast leven en broeden ze ook op boeren erven en in bebouwde woonkernen. Ook buiten steden kunnen ze bij menselijke bebouwing worden aangetroffen. Ze zoeken naar plaatsen waar voedsel gevonden kan worden en waar hun jongen groot gebracht kunnen worden.

De Turkse tortel heeft een uitzonderlijk groot voortplantings- en verspreidingsvermogen. Ze kunnen tot wel vijf legsels per jaar grootbrengen, waarbij hun jongen zich over zeer grote afstanden kunnen verspreiden.

donderdag 13 november 2025

Vogelkijkwand De Leemputten - Biezenmortel

De vogelkijkwand Leemputten ligt in Biezenmortel tussen Rijksweg N65 en Waterbank - Biezenmortel en Ciderij het Groenewoud, aan de rand van de grote Leemputten plas. Zwartkoppen en grasmussen zingen hier. Op het water kunt u 's winters grote zaagbekken en nonnetjes zien en verschillende eenden. De Leemputten is een natuurgebied van 86 ha in bezit van de Stichting Brabants Landschap in het Brabantse dorp Biezenmortel.


Vogelkijkwand De Leemputten - Biezenmortel

Het gebied ligt ingeklemd tussen Udenhout, Biezenmortel en Haaren. De graslanden die om de Leemputten heen liggen, worden begraasd. Zo ontstaan ‘mantels’ en ‘zomen’: geleidelijke overgangen van bos via struweel naar grasland. Het zijn ideale broedplaatsen voor vogels. Vanaf 1970 wordt er ook zand gewonnen, op grootschalige wijze. Gelukkig wordt daarbij rekening gehouden met de natuur. Zo ontstaan zandwinplassen met grillige oeverlijnen, flauwe taluds en kleine eilanden. Een aalscholverkolonie heeft de plassen al gevonden. Net als naar vis duikende futen en driftig heen en weer lopende plevieren. Het is er nat, maar bij het vogelkijkscherm hou je droge voeten.

Vogels die u kunt zien: Boomklever, Boomkruiper, Buizerd, Fuut, Groene Specht, Grote Bonte Specht, Grote Canadese Gans, Grote Zilverreiger, Holenduif, Knobbelzwaan, Staartmees, Stormmeeuw, Vink, IJsvogel, Zanglijster, Zwartkop.

Even voorbij Ciderij het Groenewoud aan de Hooghoutseweg bij de T-kruising links, met de weg. Aan de kruising van de Hooghoutseweg en de afgesloten deel van de Nachtegaallaan (Biezenmortel) is in de wegberm plaats om een paar auto's te parkeren. Hier parkeren en deze afgesloten weg in wandelen. Ongeveer 330 meter verder rechts af het pad in lopen naar de kijkwand. Na ongeveer 275 meter bent u bij de kijkwand.

Kijkscherm De Leemputten ligt aan het einde van het pad, dat na zo'n 150 meter over gaat in een smal wandelpad. Helaas moest ik mij daar een weg banen door met een stuk afgevallen tak de bramen en brandnetels die het pad overwoekerde weg te halen, maar hopelijk wordt hier onderhoud gepleegd. Brabants Landschap is ingelicht over de huidige situatie.

donderdag 6 november 2025

Vogelkijkscherm en toren Egelven - Valkenswaard

Egelven is een plas op het Valkenswaardse deel van Landgoed Valkenhorst. Natuurgebied Valkenhorst ligt ingeklemd tussen Valkenswaard en Heeze-Leende en staat bekend om zijn vogelrijkdom en voormalige visvijvers. Valkenhorst wordt beheerd door Brabants Landschap. Op verzoek van Waterschap de Dommel is in 2004 het zuidelijke deel van de voormalige viskwekerij in Valkenswaard een broedvogelinventarisatie uitgevoerd. Vogelwerkgroep De Kempen had inventarisaties uitgevoerd in de voormalige viskwekerij. Dit was belangrijk omdat het gebied een aantal veranderingen onderging nadat de viskweek gestopt was.


Vogelkijkscherm en Uitkijktoren Egelven - Valkenswaard

Het geïnventariseerde gebied is grofweg op te delen in 3 elementen. Van zuidwest naar noordoost loopt de Tongelreep. In het zuiden worden de twee aanvoersloten afgesplitst welke vanaf dit punt min of meer parallel lopen met de Tongelreep. De oostelijke aanvoersloot vormt aan die kant de begrenzing van het gebied. Het tweede element zijn de voormalige kweekvijvers die in het noordoostelijke deel van het gebied liggen. In tegenstelling tot de vijvers ten noorden van de weg Valkenswaard-Leende, zijn deze vijvers nagenoeg geheel van rietkragen verstoken. Verder is in het gebied veel dood hout aanwezig, zowel 'horizontaal' als 'verticaal'. De totale oppervlak van het gebied bedraagt 52ha. Daarvan beslaan de vijvers ongeveer 12 ha. Het gebied wordt in het oosten begrensd door het Leenderbos, in het noordwestelijke deel wordt het gebied begrensd door de hengelvijvers.

Totaal zijn 53 soorten met een totaal van 521 territoria vastgesteld. Dat komt dus neer op 10 territoria per hectare. Enkele soorten, die op grond van het biotoop verwacht konden worden, zijn niet vastgesteld. Met name kunnen hier de Fitis en de Gekraagde roodstaart genoemd worden. De meest zuidelijke vijver blijkt het meest geschikt voor Dodaarzen. Deze vijver bevat enige begroeiing in de vorm van riet. De begroeiing bevindt zich vooral in de vijver. Een rietkraag om de vijver is nauwelijks aanwezig. Bij de andere vijvers ontbreekt riet nagenoeg helemaal. Indien zich bij deze vijvers een rietkraag zou ontwikkelen zou de dodaarzenstand nog behoorlijk kunnen stijgen.

Vogelsoorten: Barmsijs, Fuut, Gaai, Grauwe Gans, Grote Zilverreiger, Knobbelzwaan, Koekoek, Kokmeeuw, Kolgans, Koolmees, Kuifeend, Merel, Pimpelmees, Roerdomp, Roodborst, Tafeleend, Vink, Waterpieper, Winterkoning, Witgat, Woudaapje en de Zanglijster.

Vogelsoorten: Barmsijs, Fuut, Gaai, Grauwe Gans, Grote Zilverreiger, Knobbelzwaan, Koekoek, Kokmeeuw, Kolgans, Koolmees, Kuifeend, Merel, Pimpelmees, Roerdomp, Roodborst, Tafeleend, Vink, Waterpieper, Winterkoning, Witgat, Woudaapje en de Zanglijster.


Locatie: Uitkijktoren Egelven

De Supermaan van 5 november 2025

Een supermaan is een volle maan die wat groter is dan normaal. Dit komt doordat de maan dichter bij de aarde staat, zo'n 27.000 km. Dit lijkt veel, maar de gemiddelde afstand van de maan tot de aarde is 384.000 km.


De Supermaan van 5 november 2025

De maan kwam aan het eind van de middag op. Zodra het donker werd kon je hem bij helder weer goed zien. Er trok wel bewolking over het land en dat versluierde de maan gedeeltelijk, maar toen de maan hoog genoeg stond verdween de wolkensluier.

Een opkomende maan lijkt sowieso wat groter, maar dat is een optische illusie. Onze hersenen willen het beeld van de maan vergelijken met andere voorwerpen, maar doordat de maan zo ver weg staat overschatten onze hersenen de grootte van de maan. Vergis je niet in hoe groot de supermaan is. De maan is 7 % groter dan normaal en dat is met het blote oog bijna niet te zien. Een supermaan komt een paar keer per jaar voor. De volgende supermaan is op 5 december. Supermanen volgen elkaar altijd op, omdat de maan de ene helft van het jaar dichtbij de aarde staat en de andere helft van het jaar veraf.

Een volle maan is altijd wel de moeite waard om even naar te kijken, dus de supermaan is niet supergroot, maar wel supermooi.

donderdag 30 oktober 2025

Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek - Olen

Het Olens Broek en Langendonk is een natuurgebied tussen de Kleine Nete en het Kanaal Bocholt-Herentals. Het ligt direct ten oosten van Herentals en ten noorden van Sint-Jozef-Olen. Het gebied is ongeveer 185 ha groot en wordt beheerd door het Agentschap Natuur en Bos. Het is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden. Voor de liefhebbers is er door het Agentschap voor Natuur en Bos een vogelkijkhut gebouwd.


Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek - Olen

Natuurgebied Olens Broek langs de Kleine Nete maakte een mooie comeback. Het was bijna volledig verwoest door landbouwontginning en verdroging maar staat vandaag opnieuw in volle bloei. Het 185 hectare grootte Olens Broek is één van de laatste restanten van het groot moerassencomplex Geels Gebroekt. Tussen 1950-1970 ontgon men dat gebied bijna volledig voor landbouwgebruik. In 1993 startte de Vlaamse overheid met de uitbouw van het natuurgebied. Van 15 maart tot 1 juli is een deel van het wandelpad door het Olens Broek afgesloten. Hiermee willen we tijdens de broedperiode van de vogels in het centrale deel van het natuurgebied meer rust creëren. Om toch van de natuur te kunnen blijven genieten zijn er voor de wandelaars alternatieve routes beschikbaar.


Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek

LET OP: Knuppelpad afgesloten omwille van veiligheidsredenen
Het Agentschap voor Natuur en Bos sluit het knuppelpad in Olensbroek. Het pad verkeerde in een slechte staat. Helaas heeft de overvloedige regenval en langdurige aanwezigheid van water in Olensbroek het vlonderpad extra schade toegebracht. De beheerder kan de veiligheid van de bezoekers niet langer garanderen. Een omleiding is voorzien via de knooppunten 51 naar 50 of 53 en van 60 naar 53 of 52. De wandelroute van het Koperdorppad volgt een omleiding via de knooppunten 55 naar 51-53-60-52.

Er is een overgang van droge zandgronden met struikheide, klein warkruid en heideknotszwam. Op de wat nattere voedselarme delen vindt men wilde gagel, zonnedauw en moeraswolfsklauw. De voedselrijke veenbodem wordt gekenmerkt door moeraswederik, snavelzegge, gele lis en melkeppe. Tot de broedvogels behoren: wielewaal, nachtegaal, zwartkop, tuinfluiter, kleine karekiet, waterral grasmus en tuinfluiter. De sijs is hier een wintergast.


Plattegrond Olens Broek

Dit reservaat is het resultaat van natuurherstel, want een aanzienlijk deel ervan was een landbouwontginning die ten prooi viel aan verdroging. Het is een onderdeel van het vroegere, veel grotere, Geels Gebroekt, dat tussen 1950 en 1970 vrijwel volledig ontgonnen werd. Vanaf 1993 werd dit gebied hersteld. Hierbij werden oude veenkuilen weer open gemaakt, werd de voedselrijke bovenlaag verwijderd en werden de elementen van het gebied, zoals elzenbroekbos, hooilanden, houtwallen en rivierduinen, weer als zodanig beheerd.

Tot het natuurgebied behoort ook de Hellekens, dicht tegen Herentals aan, dat in de jaren '60 van de 20e eeuw met zand uit het Albertkanaal werd opgespoten. Dit gebied werd later omgevormd tot een waterbergingsgebied, waarbij ook een voormalige meander van de Kleine Nete weer werd hersteld.


Lokatie: Vogelkijkhut Olens Broek (te bereiken via de zandweg vanaf De Bleek 24-26, 2250 Olen, België)

donderdag 23 oktober 2025

Siemens 2000 - 16mm Vintage filmprojector

In de periode dat ik met Super-8 filmde - in de jaren 70 van de vorige eeuw - kreeg ik de kans om van een school een 16 mm filmprojector te verwerven. Het was een Siemens 2000 die van optisch geluidsspoor naar magneet geluidspoor kan worden omgeschakeld. De projector die ik heb is van het type St. TL 6.7. Dit type is van het productiejaar 1960.


Siemens 2000 - 16mm Vintage filmprojector

De Siemens 2000 is een 16 mm filmprojector die door de fabrikant in 1951 op de markt werd gebracht, aanvankelijk zonder geluid. Later werd de projector uitgerust met geluidsweergave. Dankzij het modulaire ontwerp was de daaropvolgende ombouw van een stomme filmapparaat naar een apparaat voor geluidsfilm mogelijk. Het werd op scholen gebruikt voor schoolfilms. Als een van de weinige 16 mm projectoren kon je de Siemens 2000 omschakelen van 16 naar 18 en 24 frames per seconden. Dat omschakelen ging traploos met behulp van een draaischakelaar. Ter controle kon je op een stroboscoopschijf (foto 6) aflezen of de 16, 18 of 24 frames per seconden nauwkeurig werd afgesteld.


De mogelijkheid van continu variabele snelheidsregeling maakte het apparaat interessant omdat kopieën van stomme films ook met de juiste snelheid kunnen worden gedemonstreerd.

Enkele jaren voordat de bioscoopdivisie van Siemens uitkwam werd in 1969 nog een Vario Lens voor de Siemens 2000 gepresenteerd.

Vogelkijkhut in natuurgebied De Liskes - Bergeijk

De Vogelkijkhut De Liskes biedt prachtige uitzichten over de voormalige viskweekvijvers in het buitengebied van Bergeijk. In de jaren 50 van de vorige eeuw werd de Dommel rechtgetrokken, om de waterafvoer te versnellen en zo landbouw mogelijk te maken tot tegen de rivieroever. Het volledige gebied droogde hierdoor uit zodat de moerassige kern van het nabij gelegen Hageven in het Belgische Pelt veel kleiner werd. Deze foute ingreep uit vroeger tijden is in 2008 gedeeltelijk hersteld door 10 meanders uit te graven.


Vogelkijkhut in natuurgebied De Liskes - Bergeijk

De (kweek)vijvers zijn een verhaal apart. Het zijn er liefst dertien, zoals de Beeken, de Pastoorsweijer en de Liskes, met elkaar verbonden door de Beekloop. Dwars door de vijvers lopen dammetjes waar je overheen mag lopen. Hier werden vroeger karpers en waterlelies gekweekt. De voormalige vijvers zijn omringd door moeras, broekbos en wuivende rietpluimen. Vers water wordt aangevoerd via de Belgische vloeiweiden van Lommel en de Beekloop. Hoog uitlopende bomen zorgen voor beschutting, waar eindeloos veel vogels minstens zo genieten als de eenzame wandelaar. Het gebied, in 992 aangekocht door Natuurmonumenten, is superstil en adembenemend. Je hoort alleen ruisend struweel en vogelgeluiden. Een nietsvermoedende bezoeker, die roerloos met zijn vogelkijker de waterplassen aftuurt, schrikt zich dan ook bijna een ongeluk, als we hem over een tapijt van gras van achter naderen en groeten.


In de Liskes is enkele jaren geleden een kijkhut gebouwd waar iedereen hoopt een glimp van de ijsvogel, het woudaapje of de roerdomp op te vangen. Of van een van de andere vijftig soorten die zijn gespot. Geen wonder dat het gebied voor watervogels een paradijselijke broedplaats is; de vijvers barsten van het voedsel. Toch wordt er over het algemeen niet meer gevist, laat staan dat er nog vis wordt gekweekt. De natuur heeft een nieuwe kans gekregen. Alleen bij de wat jongere visvijvers aan het begin van de tocht mogen hengelaars van Ons Vermaak proberen een grote jongen te verschalken.

Vogelsoorten: Aalscholver, Buizerd, Fuut, Goudhaan, IJsvogel, Meerkoet, Krakeend, Kramsvogel, Bergeend, Bergeend, Buizerd, Kokmeeuw, Geelgors, Roodborst, Knobbelzwaan, Rietgors, Grauwe Gans, Koolmees, Grauwe Gans, Kuifeend, Vink en IJsvogel.


Locatie: Vogelkijkhut in natuurgebied De Liskes - De Maaij, Bergeijk

donderdag 16 oktober 2025

Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

Het meest opvallende verschil tussen echte libellen en een juffers zijn de verschillen in hun ogen en vleugels. Echte libellen zijn robuuster en hebben bredere- en gespreide vleugels, terwijl juffers slank en tenger zijn en hun vleugels in rust langs het lichaam houden. Ze hebben hun ogen aan de zijkanten van de kop, in plaats van de voorkant. De ruimte tussen de ogen is dan ook duidelijk te zien.


Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

De familie van de libellen onderscheiden we in twee ondersoorten, de ongelijkvleugelige Echte libellen en de gelijkvleugelige Juffers. Bij de echte libellen zijn de achtervleugels breder dan de voorvleugels. De voor- en achtervleugels zijn bij de juffers gelijk. Ook de rustpositie is anders, echte libellen spreiden de vleugels in rust, en juffers vouwen deze tegen elkaar achter het lichaam.

Echte libellen en juffers leven in of bij zoetwater, waar ze zich voortplanten. Ze hebben behoefte aan schoon, zuurstofrijkwater met een constant waterpeil en vegetatie om te schuilen en eieren te leggen. Het grootste deel van het leven van een libel of juffer speelt zich af onderwater. Volwassen libellen paren in de vorm van een zogenaamde paringswiel, zoals de Bruine korenbout en de Watersnuffel in deze video. Een paringswiel is de houding die twee libellen aannemen bij het paren. Nadat het mannetje het vrouwtje in de tandem houding heeft genomen, brengt het vrouwtje haar geslachtsopening tegen het secundair geslachtsorgaan van het mannetje. Op die manier kan ze de spermatofoor van het mannetje ontvangen. Een koppel kan uren in die positie blijven en daarbij ook rondvliegen.

Na de paring zet het vrouwtje de eitjes af, zoals bij de Grote keizerlibel in deze video, die haar eitjes in het water afzet. De eitjes van libellen komen na enkele weken tot enkele maanden uit, afhankelijk van de soort, watertemperatuur en van het tijdstip in het seizoen. Eenmaal uitgekomen verschijnt eerst de zogenaamde prolarve, die in later stadium uitgroeit tot een larve. De larve maakt in het onderwater stadium twee tot drie vervellingen door. Bij de meeste soorten duurt het larvenstadium iets korter dan een jaar tot bijna twee jaar.

Een volgroeide larve heeft nog één vervelling voor de boeg, de vervelling van larve naar imago, het volwassen stadium. In deze video is het uitsluipen van de Gewone oeverlibel in beeld gebracht. Voor het uitsluipen klimt de volgroeide libellenlarve uit het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld langs een plantenstengel die in het water of op de oever staat. De larve houdt zich dan stevig vast en vervelt voor de laatste keer. De huid van kop en borststuk barsten open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit. Wanneer kop, borststuk en poten eruit zijn, grijpt de libel zich vast aan de plantenstengel en trekt zijn achterlijf uit de larvenhuid.

Vervolgens blijft het kleurloze diertje nog een tijd hangen en pompt zich door middel van lichaamsvloeistof op. Het achterlijf strekt zich langzaam en krijgt de langgerekte vorm van een volwassen libel. Ook de vleugels strekken zich langzaam maar zeker uit, wat in de beelden versneld is weergegeven. Aanvankelijk zijn de vleugels nog te zacht om te vliegen. Pas na enige tijd uitharden is de libel klaar voor zijn eerste vlucht en vliegt weg van het water, meestal naar de eerste de beste boom of struik. Het lege larvenhuidje blijft achter langs de waterkant. Het hele uitsluipproces duurt meestal langer dan een uur. In die tijd is de libel zeer kwetsbaar voor natuurlijke vijanden, zoals vogels, kikkers en mieren.

Jonge imago's hebben enige tijd nodig om geslachtsrijp te worden. Als ze geslachtsrijp zijn vindt de paring plaats en worden weer de eitjes afgezet. De levenscyclus is nu rond. De voornaamste functies van een volwassen libel is de voortplanting en verspreiding naar andere gebieden, waarmee uitwisseling tussen populaties wordt bereikt en nieuwe geschikte gebieden worden gekoloniseerd. De totale levensduur van een imago varieert van een tot enkele weken bij juffers, en enkele weken tot twee maanden bij grotere libellen. Dit is dus veel korter dan het larvenstadium. De weersomstandigheden hebben een grote invloed op de werkelijke levensduur. De bruine en noordse winterjuffer overwinteren als imago en leven daardoor uitzonderlijk lang, tot wel negen maanden.

Het aantal libellen in Nederland is sinds 2008 met 28% afgenomen. Dit past bij het beeld dat de biodiversiteit onder druk staat als gevolg van de klimaatverandering. Vooral libellensoorten die van kou houden verdwijnen snel. Belangrijke oorzaken zijn warme zomers, droogte en een slechte kwaliteit van het water.

donderdag 9 oktober 2025

Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp - Arendonk

Aan de Asselbergen ten oosten van het Belgische Arendonk staat aan het beekje de Wamp een een twaalf meter hoge uitkijktoren die uitzicht zou moeten bieden over natuurgebied Lokkerse Dammen, dat deel uitmaakt van de Vallei van de Wamp, een moerassig gebied met laagveen, heide en rietlanden als open water en langs sloten, wilgen- en gagelstruiken, en grote hoeveelheden springbalsemien. In Arendonk is een boek uitgegeven met de vier 'Dorpsblunders' van Arendonk, van Staf Lasters, Marinus Van Rooij en Frans Van Deuren, drie gepensioneerde amateurfotografen uit Arendonk. Daar wordt de Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp de "Uitkijktoren zonder uitzicht" genoemd.


Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp - Arendonk

Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) plaatste in 2007 aan de westzijde van de Asselbergen, dicht bij het informatiebord langs het riviertje de Wamp, een twaalf meter hoge uitkijktoren. De kijktoren wordt in Arendonk een blunder genoemd. Het is echter een 'uitzichttoren zonder uitzicht', omdat de omstaande bomen hoger zijn dan de toren zelf. Natuurlijk heb je vanuit de toren wel uitzicht, maar men zag de toren liever in het moerasgebied staan, dat zal het zijn.

Door het rechttrekken van de beekje de Wamp daalde het waterpeil waardoor het moerassige Goorken verlandde. Door kappingen ontstonden open waterpartijen en de oevers werden geplagd. Vandaag groeien er massa’s zonnedauw en zowel struikheide als dopheide steekt de kop op.


De uitzichttoren kent drie verdiepingen.

Het samenspel tussen zuur, Kempens grondwater en kalkrijk kanaalwater geeft het Goorken een uitzonderlijk hoge natuurwaarde. Grondwater, met voedselrijk water van de Maas, verrijkt de van nature ijzerrijke en voedselarme Kempense bodem. Deze plaatsen verruigen met planten als riet, harig wilgeroosje en koninginnekruid. Op de overgangen tussen het voedselarme en voedselrijke water ontstond trilveen met draadzegge en kleine egelskop.

Het moeras in het Goorken


Locatie 'uitzichttoren zonder uitzicht' aan de Asselbergen in Arendonk