donderdag 16 oktober 2025

Mijn visuele natuurverhalen

Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en  landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties.
(zie de logo's hieronder)

Volg mij op: Facebook Twitter YouTube FacebookTwitterYouTube Facebook Twitter YouTube en met jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.
Bezoek ook mijn YouTube kanaal; youtube.com/JozefvanderHeijden met 330 video's en 835 abonnees.

Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

Het meest opvallende verschil tussen echte libellen en een juffers zijn de verschillen in hun ogen en vleugels. Echte libellen zijn robuuster en hebben bredere- en gespreide vleugels, terwijl juffers slank en tenger zijn en hun vleugels in rust langs het lichaam houden. Ze hebben hun ogen aan de zijkanten van de kop, in plaats van de voorkant. De ruimte tussen de ogen is dan ook duidelijk te zien.


Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

De familie van de libellen onderscheiden we in twee ondersoorten, de ongelijkvleugelige Echte libellen en de gelijkvleugelige Juffers. Bij de echte libellen zijn de achtervleugels breder dan de voorvleugels. De voor- en achtervleugels zijn bij de juffers gelijk. Ook de rustpositie is anders, echte libellen spreiden de vleugels in rust, en juffers vouwen deze tegen elkaar achter het lichaam.

Echte libellen en juffers leven in of bij zoetwater, waar ze zich voortplanten. Ze hebben behoefte aan schoon, zuurstofrijkwater met een constant waterpeil en vegetatie om te schuilen en eieren te leggen. Het grootste deel van het leven van een libel of juffer speelt zich af onderwater. Volwassen libellen paren in de vorm van een zogenaamde paringswiel, zoals de Bruine korenbout en de Watersnuffel in deze video. Een paringswiel is de houding die twee libellen aannemen bij het paren. Nadat het mannetje het vrouwtje in de tandem houding heeft genomen, brengt het vrouwtje haar geslachtsopening tegen het secundair geslachtsorgaan van het mannetje. Op die manier kan ze de spermatofoor van het mannetje ontvangen. Een koppel kan uren in die positie blijven en daarbij ook rondvliegen.

Na de paring zet het vrouwtje de eitjes af, zoals bij de Grote keizerlibel in deze video, die haar eitjes in het water afzet. De eitjes van libellen komen na enkele weken tot enkele maanden uit, afhankelijk van de soort, watertemperatuur en van het tijdstip in het seizoen. Eenmaal uitgekomen verschijnt eerst de zogenaamde prolarve, die in later stadium uitgroeit tot een larve. De larve maakt in het onderwater stadium twee tot drie vervellingen door. Bij de meeste soorten duurt het larvenstadium iets korter dan een jaar tot bijna twee jaar.

Een volgroeide larve heeft nog één vervelling voor de boeg, de vervelling van larve naar imago, het volwassen stadium. In deze video is het uitsluipen van de Gewone oeverlibel in beeld gebracht. Voor het uitsluipen klimt de volgroeide libellenlarve uit het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld langs een plantenstengel die in het water of op de oever staat. De larve houdt zich dan stevig vast en vervelt voor de laatste keer. De huid van kop en borststuk barsten open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit. Wanneer kop, borststuk en poten eruit zijn, grijpt de libel zich vast aan de plantenstengel en trekt zijn achterlijf uit de larvenhuid.

Vervolgens blijft het kleurloze diertje nog een tijd hangen en pompt zich door middel van lichaamsvloeistof op. Het achterlijf strekt zich langzaam en krijgt de langgerekte vorm van een volwassen libel. Ook de vleugels strekken zich langzaam maar zeker uit, wat in de beelden versneld is weergegeven. Aanvankelijk zijn de vleugels nog te zacht om te vliegen. Pas na enige tijd uitharden is de libel klaar voor zijn eerste vlucht en vliegt weg van het water, meestal naar de eerste de beste boom of struik. Het lege larvenhuidje blijft achter langs de waterkant. Het hele uitsluipproces duurt meestal langer dan een uur. In die tijd is de libel zeer kwetsbaar voor natuurlijke vijanden, zoals vogels, kikkers en mieren.

Jonge imago's hebben enige tijd nodig om geslachtsrijp te worden. Als ze geslachtsrijp zijn vindt de paring plaats en worden weer de eitjes afgezet. De levenscyclus is nu rond. De voornaamste functies van een volwassen libel is de voortplanting en verspreiding naar andere gebieden, waarmee uitwisseling tussen populaties wordt bereikt en nieuwe geschikte gebieden worden gekoloniseerd. De totale levensduur van een imago varieert van een tot enkele weken bij juffers, en enkele weken tot twee maanden bij grotere libellen. Dit is dus veel korter dan het larvenstadium. De weersomstandigheden hebben een grote invloed op de werkelijke levensduur. De bruine en noordse winterjuffer overwinteren als imago en leven daardoor uitzonderlijk lang, tot wel negen maanden.

Het aantal libellen in Nederland is sinds 2008 met 28% afgenomen. Dit past bij het beeld dat de biodiversiteit onder druk staat als gevolg van de klimaatverandering. Vooral libellensoorten die van kou houden verdwijnen snel. Belangrijke oorzaken zijn warme zomers, droogte en een slechte kwaliteit van het water.

donderdag 9 oktober 2025

Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp - Arendonk

Aan de Asselbergen ten oosten van het Belgische Arendonk staat aan het beekje de Wamp een een twaalf meter hoge uitkijktoren die uitzicht zou moeten bieden over natuurgebied Lokkerse Dammen, dat deel uitmaakt van de Vallei van de Wamp, een moerassig gebied met laagveen, heide en rietlanden als open water en langs sloten, wilgen- en gagelstruiken, en grote hoeveelheden springbalsemien. In Arendonk is een boek uitgegeven met de vier 'Dorpsblunders' van Arendonk, van Staf Lasters, Marinus Van Rooij en Frans Van Deuren, drie gepensioneerde amateurfotografen uit Arendonk. Daar wordt de Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp de "Uitkijktoren zonder uitzicht" genoemd.


Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp - Arendonk

Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) plaatste in 2007 aan de westzijde van de Asselbergen, dicht bij het informatiebord langs het riviertje de Wamp, een twaalf meter hoge uitkijktoren. De kijktoren wordt in Arendonk een blunder genoemd. Het is echter een 'uitzichttoren zonder uitzicht', omdat de omstaande bomen hoger zijn dan de toren zelf. Natuurlijk heb je vanuit de toren wel uitzicht, maar men zag de toren liever in het moerasgebied staan, dat zal het zijn.

Door het rechttrekken van de beekje de Wamp daalde het waterpeil waardoor het moerassige Goorken verlandde. Door kappingen ontstonden open waterpartijen en de oevers werden geplagd. Vandaag groeien er massa’s zonnedauw en zowel struikheide als dopheide steekt de kop op.


De uitzichttoren kent drie verdiepingen.

Het samenspel tussen zuur, Kempens grondwater en kalkrijk kanaalwater geeft het Goorken een uitzonderlijk hoge natuurwaarde. Grondwater, met voedselrijk water van de Maas, verrijkt de van nature ijzerrijke en voedselarme Kempense bodem. Deze plaatsen verruigen met planten als riet, harig wilgeroosje en koninginnekruid. Op de overgangen tussen het voedselarme en voedselrijke water ontstond trilveen met draadzegge en kleine egelskop.

Het moeras in het Goorken


Locatie 'uitzichttoren zonder uitzicht' aan de Asselbergen in Arendonk

donderdag 2 oktober 2025

Zo hakt de Kleine bonte specht een nestholte uit

De kleine bonte specht is de kleinste specht in Nederland, niet veel groter dan een huismus. Om voedsel te zoeken klimmen ze behendig op en neer tegen boomstammen. In de broedtijd, die loopt van maart tot augustus laten ze zich veel horen. Beide geslachten roffelen, al doet het mannetje dit meer. Hun roffel houdt langer aan dan de grote bonte specht maar klinkt sneller en hoger. In de rest van het jaar zijn ze zwijgzaam en lastig te vinden.


Zo hakt de Kleine bonte specht een nestholte uit

De kleine bonte specht blijft vaak hoog in de bomen en is daardoor moeilijker te zien dan andere spechten. Deze specht heeft een Zwart-wit verenkleed zonder rode buikvlek. De lichaamslengte van een volwassen vogel bedraagt 14 tot 16 centimeter en heeft een vleugelspanwijdte 25 tot 27 centimeter. Het mannetje heeft een rode kruin, aan de zijkanten gebiesd met een zwarte streep, terwijl het vrouwtje een geheel zwarte kruin heeft en is dus geheel zwart-wit gekleurd.

In het voorjaar hakken zowel het mannetje als het vrouwtje een nestholte in een dode boom of tak, vaak in zachte bomen zoals berk, populier of wilg. Soms wordt echter een oude nestholte of een natuurlijke boomholte gebruikt. De specht maakt een vlieggat met een diameter van 3 tot 3,5 centimeter, doorgaans tien tot twintig meter boven de grond. De schacht naar de nestholte verbindt de holte met het vlieggat en kan relatief lang zijn. Vaak bevindt de eigenlijke holte zich dertig centimeter of meer onder de ingang, die zelf 10 tot 18 centimeter diep is. Het uithakken van een nestholte kan twee tot vier weken duren, dit kan variëren afhankelijk van de specifieke boomsoort en de omstandigheden.

De bodem van het nest is bedekt met houtkrullen en fijn zaagsel. Het vrouwtje legt 4 tot 6 witte eitjes, die door beide ouders worden uitgebroed. Na ongeveer twee weken komen de jongen uit, die daarna nog drie weken in het nest blijven. Beide ouders voeden de jongen met insecten. Na het uitvliegen kunnen de jongen nog enige tijd begeleid worden door de ouders. Daarna verspreiden ze zich naar de directe omgeving om hun eigen voedsel te zoeken. Tegen de tijd dat een specht ongeveer een jaar oud is, bereikt deze de geslachtsrijpheid en kunnen zich voortplanten.

De kleine bonte specht voedt zich met keverlarven, bladluizen en andere kleine ongewervelden. Hij pikt deze uit schorsspleten en dode takken. In de winter is hij minder opvallend, maar in het voorjaar is zijn trommelgeluid een goede manier om hem op te sporen. In Nederland blijft de kleine bonte specht het hele jaar in zijn broedgebied. Ze zoeken in de herfst en winter buiten het eigen territorium naar voedsel, niet zelden in het gezelschap van mezen. In de winter eet hij ook zaden en soms boomsappen.

In Nederland is de kleine bonte specht een vrij talrijke broedvogel in gebieden met voldoende bossen. Doordat bosbeheerders in bestaande bossen vaker verouderd dood hout laten liggen, komt er steeds meer geschikt leefgebied voor de kleine bonte specht. Door meer oude bomen te laten staan, blijven er meer bomen behouden waar de kleine bonte specht zijn nest in uit kan hakken.
Nederland telt ongeveer 5000 tot 6500 broedparen. Tot 1996 telde deze specht nog maar 4 broedparen. Tussen 2002 en 2018 nam het aantal toe tot ongeveer 50 broedparen.

donderdag 25 september 2025

Vogelkijkwand op De Leeuwerk - Sint Lenaarts

Het domein ‘De Leeuwerk’ in het Belgische Sint-Lenaarts is een 19 hectare groot gebied en werd door de gemeente Brecht in 1980 aangekocht. Het landschap toont de overblijfselen van de kleiputten die verwijzen naar de steenbakkerij geschiedenis van Sint-Lenaarts. Het domein is vrij toegankelijk voor wandelaars. Ongestoord bekende en vreemde vogels observeren doe je bij de kijkwand.


Vogelkijkwand op De Leeuwerk - Sint Lenaarts

Omstreeks 1930 waren er 19 steenbakkerijen langs het kanaal Dessel-Schoten. Er werden hier dan ook massa’s klei uit de bodem gehaald. De inwoners van Sint-Lenaarts worden niet zomaar de Kleipikkers genoemd. De Leeuwerk is een 19 hectare groot gebied dat nog herinnert aan het steenbakkersverleden. De gemeente kocht het aan met de bedoeling het typische kleiputtenlandschap te borgen. De waterplassen zijn dus geen natuurlijke vennen, maar ze werden door de kleipikkers uitgegraven.

Eerst was dit zware handenarbeid, nadien werden baggermolens ingeschakeld. De waterpartijen vormen nu een mooi stukje natuur. Ze zijn een thuis voor tal van vogels en zijn rijk voorzien van vis. In domein de Leeuwerk zijn er geen bewegwijzerde wandelingen, maar er zijn wel wandelpaden aangelegd, zodat iedereen er naar hartelust de natuur kan opsnuiven.


Waarnemingen.be meldt soorten als: Aalscholver, Blauwe Reiger, Brilduiker, Dodaars, Fuut, Geoorde Fuut, Grote Canadese Gans, Grote Zaagbek, Grote Zilverreiger, Kleine Zilverreiger, Knobbelzwaan, Kolgans, Kuifeend, Meerkoet, Nonnetje, Ooievaar, Pijlstaart, Purperreiger, Roerdomp, Slobeend, Smient, Visarend, Wilde Zwaan, Wintertaling, Witgat, Witoogeend, Zomertaling en Zwarte Zwaan.


Locatie: Vogelkijkwand De Leeuwerk, Sint-Lenaarts

Parking Domein de Leeuwerk, Groenstraat, 2960 Brecht, iets voorbij de Groenstraat 20, aangegeven door de bruine richtingwijzer.

donderdag 18 september 2025

Vogels in de Tuin, Bos, Water en Heide

Ook dit jaar is het vogelbestand weer achteruit gegaan. De natuur staat zwaar onder druk. Laten we hopen dat we later niet aangewezen worden om van vogels te genieten door deze op video te bekijken en dat de mens eindelijk werk maakt om de natuur te zien als de basis van ons bestaan en de natuur niet meer te blijven gebruiken als een bron van verrijking.


Vogels in de Tuin, Bos, Water en Heide

De stikstofdepositie blijft alsmaar toenemen en de regering komt niet met de gepaste maatregelen om de stikstof uitstoot een halt toe te roepen. Als gevolg daarvan, en door het gebruik van landbouwgif, zijn er veel minder insecten. De ouder vogels voeden hun jonge kuikentjes met dat eiwitrijke rupsen en insecten. De kuikentjes die uit het ei zijn gekomen zijn vaak al zo ondervoed dat ze al na een dag sterven. Andere liggen met gebroken pootjes in het nest door kalkgebrek. Ook die sterven na een paar dagen.

Ik wens de kijkers veel plezier met deze video. De video telt 35 hoofdstukken met allemaal verschillende vogelsoorten. De hoofdstukken worden getoond door met de muis over het beeld te bewegen. Onder in beeld verschijnt dan de naam van de vogel die op dat moment in beeld is. Er zitten fragmenten bij met vogels en hun levenswijze die je bijna niet ziet tijdens een wandeling.

Hoofdstukken in de video
00:00 Intro
00:07 Keep
00:26 Appelvink
00:34 Gaai
00:52 Heggenmus
00:58 Koolmees
01:03 Pimpelmees
01:05 Bonte vliegenvanger
02:20 Holenduif
02:44 Spreeuw
04:00 Boomklever
04:28 Grote bonte specht
05:08 Middelste bonte specht
06:36 Kleine bonte specht
07:01 Zwarte specht
08:52 Steenuil
09:34 Gele kwikstaart
09:59 IJsvogel
10:12 Blauwe reiger
10:41 Dodaars
11:25 Meerkoet
12:42 Kuifeend
13:14 Waterhoen
13:20 Fuut
13:57 Nijlgans
14:11 Grauwe gans
14:29 Grote Canadese gans
14:46 Knobbelzwaan
15:13 Wintertaling
15:25 Wilde eend
15:37 Lepelaar
16:03 Oeverloper
16:37 Kleine plevier
17:06 Roodborsttapuit
17:31 Boompieper
18:06 Buizerd

donderdag 11 september 2025

Vogelkijkhut in Kooldries Hoofsweer - Sint Lenaarts

De route naar de vogelkijkhut in natuurgebied Kooldries-Hoofsweer begint, komend van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten over de N133, in de zijstraat van "Klein-Veerle", die naar het bosgebied leidt. De asfaltweg gaat over in een zandweg die even verder naar links afbuigt. Daarna gaat de route als maar recht door, waar je de vogelkijkhut aan de linker kant aantreft.


Vogelkijkhut in Kooldries Hoofsweer - Sint Lenaart

Aan de zuidkant van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten op grondgebied van het Belgische Sint-Lenaarts, gemeente Brecht ligt het natuurgebied Kooldries en Hoofsweer. Aan de voormalige kleiputten - waar de grondstoffen werden opgegraven de baksteen fabrieken in de regio - is een vogelijkhut gerealiseerd. Een bezoekt aan Natuurgebied Kooldries en Hoofsweer in Sint-Lenaarts is pas geslaagd als je de vogelkijkhut hebt aangedaan. Neem zeker de tijd om vogels te spotten dankzij de vogelkijkwand aan de grootste van de 17 kleiputten.

De Kooldries meet 17 hectare en het Hoofsweer meet 30 ha. Kooldries kwam in beheer bij Natuurpunt en Hoofsweer bij het Agentschap Natuur en Bos. Uiteindelijk werden deze gebieden samengevoegd, maar het beheer bleef in handen van voornoemde organisaties. Dit gebied is een restant van de vroegere steenfabrieken. Tijdens het graven van het Kempisch Kanaal in de negentiende eeuw stootte men in de streek op omvangrijke kleilagen. Onmiddellijk naast het kanaal ontstonden er talrijke steenfabrieken, die van de klei gebruik maakten. Zij lieten vele kleiputten in het landschap achter.


Vogelkijkhut Hoofsweer, Natuurgebied Kooldries - Sint-Lenaarts (Brecht)

De ligging naast het kanaal creëert een wisselwerking tussen het uitdrogen en vernatten van de onderliggende kleilaag. Dit zorgt voor een unieke fauna en flora. Een verscheidenheid aan planten waaronder de zeldzame ronde zonnedauw, libellen en vlinders en vele vogelsoorten die je kan bewonderen aan de kleiputten. Het gebied is enkel toegankelijk voor wandelaars en honden moeten aan de leiband blijven.


In de Kooldries komen zeven soorten amfibieën voor: bruine en groene kikker, pad en vier soorten watersalamanders. In sommige vijvers, waar vissen zwemmen, tref je weinig of geen salamanders aan, in andere zijn ze talrijk. De grootste en ook zeldzaamste is de kamsalamander, die hier in drie vijvers rondzwemt. Poelen en vijvers zijn van levensbelang voor amfibieën. In het water komen veel kleine waterdiertjes voor die als voedsel dienen. In de paartijd zetten de amfibieën hun eitjes af in het water, veelal verscholen tussen de vegetatie. Om een populatie gezond te houden is een uitwisseling van dieren uit verschillende waterpartijen noodzakelijk. In heel Vlaanderen werkt Natuurpunt aan de bescherming van waterrijke gebieden om de overlevingskansen van amfibieën te vergroten.

Waarnemingen.be meldt soorten als: Aalscholver, Blauwe Reiger, Brilduiker, Dodaars, Fuut, Geoorde Fuut, Grote Canadese Gans, Grote Zaagbek, Grote Zilverreiger, Kleine Zilverreiger, Knobbelzwaan, Kolgans, Kuifeend, Meerkoet, Nonnetje, Ooievaar, Pijlstaart, Purperreiger, Roerdomp, Slobeend, Smient, Visarend, Wilde Zwaan, Wintertaling, Witgat, Witoogeend, Zomertaling en Zwarte Zwaan.

Start de wandeling bij Taverne Cuvée Hoeve. Het zijn avontuurlijke wandelroutes waarvan de paden niet verhard zijn. Het is dan ook raadzaam om goed wandelschoeisel aan te trekken en bij slecht weer laarzen.


Wandelen in Kooldries en Hoofsweer. tartpunten: Kooldries, Boudewijnstraat, 2020 Sint-Lenaarts Sint-Lenaarts, België.

Kooldries Wandeling 3.33km. Gemiddeld 50 minuten wandeltijd
Hoofsweer Wandeling 3.48km Gemiddeld 50 minuten wandeltijd


Locatie: Vogelkijkhut Hoofsweer, Natuurgebied Kooldries - Brecht

donderdag 4 september 2025

Vogelkijkhut "How ut Moi" - Soerendonks Goor

Vogelaars kunnen weer ongezien observeren in nieuwe hut in Soerendonks Goor. Vogelkijkhut 'How ut Moi' aan Het Goor in het Brabantse Soerendonk is gelegen aan een natuurven waar vaak eenden en reigers op te zien zijn is in opdracht van Staatsbosbeheer geheel vernieuwd. De hut heeft geen achterzijde. Dat is om te voorkomen dat er hangjeugd in komt. Voor de hut is ook een bankje waar u uw telescoop of fotocamera op kunt zetten. De grote zilverreiger wordt hier met enige regelmaat waargenomen.


Vogelkijkhut "How ut Moi" - Soerendonks Goor

Waarom heet deze vogelkijkhut aan Het Goor nu 'Hou ut Moi'. Vanuit het Brabants dialect is de boodschap duidelijk; 'Houdt het mooi'. Maar dat lijkt vanzelfsprekend.

Elke wandelaar en fietser die vaak in natuurgebied ’t Goor, Soerendonk komt zal opgevallen zijn dat er grote metamorfose plaatsvindt nabij het ven aan Het Kranenveld. Het reservaat bestaat uit een grote waterplas met aansluitend een moerassig gebied, dat wordt doorstroomd door de Naaste Aa, die stroomafwaarts overgaat in de Strijper Aa. De plas is rijk aan watervogels, die kunnen worden waargenomen vanuit een vogelkijkhut. Het Soerendonks Goor sluit in het westen aan op de Groote Heide en in het zuiden op de Gastelse Heide.

Tijdens de vogeltrek zijn er regelmatig kleine zwanen en wilde zwanen te zien. Langs het zandpad, die achter de plas door loopt, zitten vaak vele barmsijzen. Aan de andere kant sluit het Goor aan op de Groote Heide en de Gastelse Heide waar typische heidevogels verblijven en mogelijk ook de gekraagde roodstaart, paapje of beflijster. Het Goor bestaat overwegend uit elzen en berkenbroekbos, met kleinere oppervlakten rietmoeras, struweel en ruigte bij de waterplassen. De paden zijn doorgaans goed te bewandelen. Wel kunnen er een paar zeer drassige stukken tussen zitten. Laarzen zijn daarom zeer aan te bevelen.


De reden tot hernieuwen kwam naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingen en biotopen rondom en in de buurt van het vogelmeer. Zoals de slenk met voedselarm en heldere water, ten gunste van de kranswieren, die pal voor de hut is aangelegd met daartussen een kade die het voedselrijke meer, zoals we die al jaren kennen, van elkaar scheidt. Omdat de hut op een ander uitkijkpunt zou worden geplaatst, is er zelfs nog overwogen om deze in zijn geheel te verplaatsen maar de door moeder natuur aangetaste staat van de 25 jaar oude ‘How ut Moi’ hut, simpelweg door slijt op materialen en soms door vernieling, was onhaalbaar en is besloten een volledig nieuwe te bouwen.

Wat als eerste opvalt is de open ingang gezien vanaf de straatkant met als uitgangspunt om sociale controle te creëren en het respect voor natuur en materialen te behouden. De hut is gebouwd met hout van Douglassparren uit het Leenderbos, is ook wat verder naar het water toe verplaatst en voorzien van een open en houten hekwerk tegen de hut aan, want betekent dat er niet meer zoals voorheen vóór de hut plaatsgenomen en gespot kan worden. Aan de voor- en zijkanten zijn kijkopeningen op verschillende hoogtes aangebracht en voorzien van zelf-bedienbare luiken met opzetdelen voor extra benodigdheden. In het midden staat een zeer stevig verankerde bank op een dikke laag organisch grit.


Locatie: Kijkhut 'How ut Moi', aan het Kranenveld even buiten Soerendonk.

donderdag 28 augustus 2025

Vogelkijkhut aan de Snepkensvijver - Lichtaart

In 2004 hebben vrijwilligers van Natuurpunt Nete & Aa aan de Snepkensvijver op grondgebied van Lichtaart-Kasterlee een prachtige vogelkijkhut gebouwd en is vanaf mei van dat jaar geopend. Hoewel de kijkhut mooi is aangelegd en zeer goed bereikbaar is, is een kleine kanttekening toch op zijn plaats. De ligging is met het oog op de stand van de zon ongelukkig gekozen, vooral voor natuurfotografen. Met de zon recht voor de lens zullen de foto's nooit zo mooi worden als met de zon in de rug.


Vogelkijkhut aan de Snepkensvijver - Lichtaart-Kasterlee (De heren in de video zijn akkoord om gefilmd te worden)

In Snepkensvijver-Heiberg langs de Herentalsesteenweg van Lichtaart en Lichtaartseweg van Herentals gaan moeras, heide en bos hand in hand. De bodemomstandigheden zorgen voor een typische vegetatie zoals veenmos, dophei, kleine zonnedauw, veenbes en veenpluis. Ook de geurige gagel komt massaal voor. Op de drogere stukken is de struikhei alom tegenwoordig. Ontdek hier zeldzame plantensoorten en kom helemaal tot rust.


De Snepkensvijver is een nat, moerassig gebied. Dat komt door zijn ligging naast de Kempense heuvelrug, de landduin tussen Herentals en Retie. In de laagte naast de heuvelrug blijft het water lange tijd staan en vormt zo een ven met een grote moerassige strook. Heiberg is een verzameling kleinere natuurgebieden. Onder meer de eigenlijke Heiberg, de Gemeentehei en het Lavendelven horen tot dit project. Heiberg maakt deel uit van een groot, vrij aaneensluitend complex van dennenbossen op voormalige heides en schraalgraslanden. Hier groeit vooral de Corsicaanse den. Op enkele plaatsen komt nog struikhei voor. Op vochtigere delen groeit dophei, kruipbrem en stekelbrem.

In Snepkensvijver-Heiberg vind je het Lavendelven. Dit stukje zeldzame natuur is een ringven: in het midden een kring trilveen met daarrond een ring van water. Trilveen lijkt op een gewoon stuk land maar in werkelijkheid drijft het op het water. Op het Lavendelven groeien enkele zeer zeldzame planten, waardoor dit enorm waardevol is.


Grotere waterpartijen als de Snepkensvijver en Heiberg hebben een ongelooflijke aantrekkingskracht op talloze watervogels. De kleurrijke wintertaling komt het meest voor. Al vroeg in het voorjaar hoor je zijn fluitende roep uit de struiken. Andere typische broedvogels zijn de tafel- en kuifeend en dodaars. Dit zijn duikeendjes die het goed kunnen vinden in het heldere water waar ze op het zicht jagen.


In het gagelstruweel zijn de blauwborst, de rietgors en de roodborsttapuit vaste gasten. In de omliggende bossen broeden ook nog de bosuil, de havik en de boomvalk. Die laatste kan je regelmatig boven het wateroppervlak zien scheren op zoek naar libellen. Struikhei is in Heiberg het meest voorkomende type heide. Op de vochtigere delen van het gebied vind je ook nog dophei, kruipbrem en stekelbrem.


Naar het einde van de winter toe worden de eerste zangvogels zoals tjiftjaf verwacht. Op het water kan je zoeken naar verschillende soorten eenden, de doodaars en de geoorde fuut. Bij het begin van de lente heerst er altijd een enorme vogeldrukte. De kleine zangvogels zoals blauwborst, rietgors, zwartkop en mogelijk boompieper zijn pas aangekomen en zingen uit volle borst.


Naarmate de lente vordert komen ok de latere zomervogels aan. Misschien jan je ook wel een boomvalk waarnemen, een gekraagde roodstaart, een waterral en nog zoveel andere soorten.


Stel uw navigatie in op Snepkenshof 1, 2460 Kasterlee, België, de straat recht tegenover de kijkhut. Daar kunt u ook parkeren.

vrijdag 22 augustus 2025

Uitkijktoren Einderheide - Riethoven

De Uitkijktoren Einderheid aan het Aartsepad nabij Riethoven is sinds vrijdag 28 juni geopend en gratis toegankelijk. Vanaf de top op 26 meter hoogte kan dan het hele gebied van Riethoven tot Dommelen en de nieuwe Westparallel van de N69 worden overzien. De toren biedt niet alleen een mooi uitzicht vanaf het platform, maar ook op weg naar boven kun je genieten van het betoverende boslandschap. Eind januari 2024 werd begonnen met de bouw van de uitkijktoren aan het Aartsepad in de Einderheide van Riethoven.


Uitkijktoren Einderheide - Riethoven

De houten toren met wenteltrap, die te vinden is in het bosgebied Einderheide, leidt bezoekers naar een adembenemend overzichtsplatform op 26 meter hoogte. Vanuit hier kan men uitkijken over de wijde omgeving. De toren biedt niet alleen een geweldig uitzicht vanaf het platform, maar ook op weg naar boven kun je genieten van het betoverende boslandschap. Bovenop de toren komt een camera, zodat ook degenen die de toren niet kunnen beklimmen toch kunnen genieten van het uitzicht. En dat is nog niet alles. Ook zal de toren op korte termijn bewoond gaan worden door onze gevleugelde vrienden – de vleermuizen. Zo dient de kelder van de toren, met daarin speciale kasten, als veilige verblijfsplaats voor verschillende vleermuissoorten in het gebied. Dit met het oog op het behoud en bescherming van onze lokale biodiversiteit.


De uitkijktoren is gratis toegankelijk.

Eind 2021 werd de N69, de nieuwe verbindingsweg tussen Valkenswaard en Veldhoven in gebruik genomen. De nieuwe verbinding heeft als belangrijkste doel de veiligheid en leefbaarheid van het totale gebied en omliggende dorpen te verbeteren en is onderdeel van de gebiedsontwikkeling Grenscorridor N69. Dankzij allerlei maatregelen en projecten heeft de gemeente Bergeijk samen met de provincie Noord-Brabant en andere partners in het gebied ervoor gezorgd dat we veel meer dingen hebben kunnen realiseren dan de weg alleen.

Er is daarbij oog geweest voor inwoners, bedrijven, landbouw, landschap, natuur, water en recreatie. Zo hebben we de afgelopen jaren onder andere diverse recreatieve wandel- en fietspaden aangelegd, sluipverkeer werende maatregelen genomen, Ruiternetwerk ‘Paardrijden in de Kempen’ ontwikkeld, de Diepveldenweg en nu dus ook de uitkijktoren Einderheide in Riethoven gerealiseerd. Die laatste is het sluitstuk in een reeks gebiedsiconen rondom de provinciale weg N69. Met de komt van de toren ronden we in Bergeijk het totale project gebiedsontwikkeling Grenscorridor N69 af.