donderdag 6 november 2025

Mijn visuele natuurverhalen

Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en  landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties.
(zie de logo's hieronder)

Volg mij op: Facebook Twitter YouTube FacebookTwitterYouTube Facebook Twitter YouTube en met jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.
Bezoek ook mijn YouTube kanaal; youtube.com/JozefvanderHeijden met 330 video's en 835 abonnees.

Vogelkijkscherm en toren Egelven - Valkenswaard

Egelven is een plas op het Valkenswaardse deel van Landgoed Valkenhorst. Natuurgebied Valkenhorst ligt ingeklemd tussen Valkenswaard en Heeze-Leende en staat bekend om zijn vogelrijkdom en voormalige visvijvers. Valkenhorst wordt beheerd door Brabants Landschap. Op verzoek van Waterschap de Dommel is in 2004 het zuidelijke deel van de voormalige viskwekerij in Valkenswaard een broedvogelinventarisatie uitgevoerd. Vogelwerkgroep De Kempen had inventarisaties uitgevoerd in de voormalige viskwekerij. Dit was belangrijk omdat het gebied een aantal veranderingen onderging nadat de viskweek gestopt was.


Vogelkijkscherm en Uitkijktoren Egelven - Valkenswaard

Het geïnventariseerde gebied is grofweg op te delen in 3 elementen. Van zuidwest naar noordoost loopt de Tongelreep. In het zuiden worden de twee aanvoersloten afgesplitst welke vanaf dit punt min of meer parallel lopen met de Tongelreep. De oostelijke aanvoersloot vormt aan die kant de begrenzing van het gebied. Het tweede element zijn de voormalige kweekvijvers die in het noordoostelijke deel van het gebied liggen. In tegenstelling tot de vijvers ten noorden van de weg Valkenswaard-Leende, zijn deze vijvers nagenoeg geheel van rietkragen verstoken. Verder is in het gebied veel dood hout aanwezig, zowel 'horizontaal' als 'verticaal'. De totale oppervlak van het gebied bedraagt 52ha. Daarvan beslaan de vijvers ongeveer 12 ha. Het gebied wordt in het oosten begrensd door het Leenderbos, in het noordwestelijke deel wordt het gebied begrensd door de hengelvijvers.

Totaal zijn 53 soorten met een totaal van 521 territoria vastgesteld. Dat komt dus neer op 10 territoria per hectare. Enkele soorten, die op grond van het biotoop verwacht konden worden, zijn niet vastgesteld. Met name kunnen hier de Fitis en de Gekraagde roodstaart genoemd worden. De meest zuidelijke vijver blijkt het meest geschikt voor Dodaarzen. Deze vijver bevat enige begroeiing in de vorm van riet. De begroeiing bevindt zich vooral in de vijver. Een rietkraag om de vijver is nauwelijks aanwezig. Bij de andere vijvers ontbreekt riet nagenoeg helemaal. Indien zich bij deze vijvers een rietkraag zou ontwikkelen zou de dodaarzenstand nog behoorlijk kunnen stijgen.

Vogelsoorten: Barmsijs, Fuut, Gaai, Grauwe Gans, Grote Zilverreiger, Knobbelzwaan, Koekoek, Kokmeeuw, Kolgans, Koolmees, Kuifeend, Merel, Pimpelmees, Roerdomp, Roodborst, Tafeleend, Vink, Waterpieper, Winterkoning, Witgat, Woudaapje en de Zanglijster.

Vogelsoorten: Barmsijs, Fuut, Gaai, Grauwe Gans, Grote Zilverreiger, Knobbelzwaan, Koekoek, Kokmeeuw, Kolgans, Koolmees, Kuifeend, Merel, Pimpelmees, Roerdomp, Roodborst, Tafeleend, Vink, Waterpieper, Winterkoning, Witgat, Woudaapje en de Zanglijster.


Locatie: Uitkijktoren Egelven

De Supermaan van 5 november 2025

Een supermaan is een volle maan die wat groter is dan normaal. Dit komt doordat de maan dichter bij de aarde staat, zo'n 27.000 km. Dit lijkt veel, maar de gemiddelde afstand van de maan tot de aarde is 384.000 km.


De Supermaan van 5 november 2025

De maan kwam aan het eind van de middag op. Zodra het donker werd kon je hem bij helder weer goed zien. Er trok wel bewolking over het land en dat versluierde de maan gedeeltelijk, maar toen de maan hoog genoeg stond verdween de wolkensluier.

Een opkomende maan lijkt sowieso wat groter, maar dat is een optische illusie. Onze hersenen willen het beeld van de maan vergelijken met andere voorwerpen, maar doordat de maan zo ver weg staat overschatten onze hersenen de grootte van de maan. Vergis je niet in hoe groot de supermaan is. De maan is 7 % groter dan normaal en dat is met het blote oog bijna niet te zien. Een supermaan komt een paar keer per jaar voor. De volgende supermaan is op 5 december. Supermanen volgen elkaar altijd op, omdat de maan de ene helft van het jaar dichtbij de aarde staat en de andere helft van het jaar veraf.

Een volle maan is altijd wel de moeite waard om even naar te kijken, dus de supermaan is niet supergroot, maar wel supermooi.

donderdag 30 oktober 2025

Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek - Olen

Het Olens Broek en Langendonk is een natuurgebied tussen de Kleine Nete en het Kanaal Bocholt-Herentals. Het ligt direct ten oosten van Herentals en ten noorden van Sint-Jozef-Olen. Het gebied is ongeveer 185 ha groot en wordt beheerd door het Agentschap Natuur en Bos. Het is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden. Voor de liefhebbers is er door het Agentschap voor Natuur en Bos een vogelkijkhut gebouwd.


Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek - Olen

Natuurgebied Olens Broek langs de Kleine Nete maakte een mooie comeback. Het was bijna volledig verwoest door landbouwontginning en verdroging maar staat vandaag opnieuw in volle bloei. Het 185 hectare grootte Olens Broek is één van de laatste restanten van het groot moerassencomplex Geels Gebroekt. Tussen 1950-1970 ontgon men dat gebied bijna volledig voor landbouwgebruik. In 1993 startte de Vlaamse overheid met de uitbouw van het natuurgebied. Van 15 maart tot 1 juli is een deel van het wandelpad door het Olens Broek afgesloten. Hiermee willen we tijdens de broedperiode van de vogels in het centrale deel van het natuurgebied meer rust creëren. Om toch van de natuur te kunnen blijven genieten zijn er voor de wandelaars alternatieve routes beschikbaar.


Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek

LET OP: Knuppelpad afgesloten omwille van veiligheidsredenen
Het Agentschap voor Natuur en Bos sluit het knuppelpad in Olensbroek. Het pad verkeerde in een slechte staat. Helaas heeft de overvloedige regenval en langdurige aanwezigheid van water in Olensbroek het vlonderpad extra schade toegebracht. De beheerder kan de veiligheid van de bezoekers niet langer garanderen. Een omleiding is voorzien via de knooppunten 51 naar 50 of 53 en van 60 naar 53 of 52. De wandelroute van het Koperdorppad volgt een omleiding via de knooppunten 55 naar 51-53-60-52.

Er is een overgang van droge zandgronden met struikheide, klein warkruid en heideknotszwam. Op de wat nattere voedselarme delen vindt men wilde gagel, zonnedauw en moeraswolfsklauw. De voedselrijke veenbodem wordt gekenmerkt door moeraswederik, snavelzegge, gele lis en melkeppe. Tot de broedvogels behoren: wielewaal, nachtegaal, zwartkop, tuinfluiter, kleine karekiet, waterral grasmus en tuinfluiter. De sijs is hier een wintergast.


Plattegrond Olens Broek

Dit reservaat is het resultaat van natuurherstel, want een aanzienlijk deel ervan was een landbouwontginning die ten prooi viel aan verdroging. Het is een onderdeel van het vroegere, veel grotere, Geels Gebroekt, dat tussen 1950 en 1970 vrijwel volledig ontgonnen werd. Vanaf 1993 werd dit gebied hersteld. Hierbij werden oude veenkuilen weer open gemaakt, werd de voedselrijke bovenlaag verwijderd en werden de elementen van het gebied, zoals elzenbroekbos, hooilanden, houtwallen en rivierduinen, weer als zodanig beheerd.

Tot het natuurgebied behoort ook de Hellekens, dicht tegen Herentals aan, dat in de jaren '60 van de 20e eeuw met zand uit het Albertkanaal werd opgespoten. Dit gebied werd later omgevormd tot een waterbergingsgebied, waarbij ook een voormalige meander van de Kleine Nete weer werd hersteld.


Lokatie: Vogelkijkhut Olens Broek (te bereiken via de zandweg vanaf De Bleek 24-26, 2250 Olen, België)

donderdag 23 oktober 2025

Siemens 2000 - 16mm Vintage filmprojector

In de periode dat ik met Super-8 filmde - in de jaren 70 van de vorige eeuw - kreeg ik de kans om van een school een 16 mm filmprojector te verwerven. Het was een Siemens 2000 die van optisch geluidsspoor naar magneet geluidspoor kan worden omgeschakeld. De projector die ik heb is van het type St. TL 6.7. Dit type is van het productiejaar 1960.


Siemens 2000 - 16mm Vintage filmprojector

De Siemens 2000 is een 16 mm filmprojector die door de fabrikant in 1951 op de markt werd gebracht, aanvankelijk zonder geluid. Later werd de projector uitgerust met geluidsweergave. Dankzij het modulaire ontwerp was de daaropvolgende ombouw van een stomme filmapparaat naar een apparaat voor geluidsfilm mogelijk. Het werd op scholen gebruikt voor schoolfilms. Als een van de weinige 16 mm projectoren kon je de Siemens 2000 omschakelen van 16 naar 18 en 24 frames per seconden. Dat omschakelen ging traploos met behulp van een draaischakelaar. Ter controle kon je op een stroboscoopschijf (foto 6) aflezen of de 16, 18 of 24 frames per seconden nauwkeurig werd afgesteld.


De mogelijkheid van continu variabele snelheidsregeling maakte het apparaat interessant omdat kopieën van stomme films ook met de juiste snelheid kunnen worden gedemonstreerd.

Enkele jaren voordat de bioscoopdivisie van Siemens uitkwam werd in 1969 nog een Vario Lens voor de Siemens 2000 gepresenteerd.

Vogelkijkhut in natuurgebied De Liskes - Bergeijk

De Vogelkijkhut De Liskes biedt prachtige uitzichten over de voormalige viskweekvijvers in het buitengebied van Bergeijk. In de jaren 50 van de vorige eeuw werd de Dommel rechtgetrokken, om de waterafvoer te versnellen en zo landbouw mogelijk te maken tot tegen de rivieroever. Het volledige gebied droogde hierdoor uit zodat de moerassige kern van het nabij gelegen Hageven in het Belgische Pelt veel kleiner werd. Deze foute ingreep uit vroeger tijden is in 2008 gedeeltelijk hersteld door 10 meanders uit te graven.


Vogelkijkhut in natuurgebied De Liskes - Bergeijk

De (kweek)vijvers zijn een verhaal apart. Het zijn er liefst dertien, zoals de Beeken, de Pastoorsweijer en de Liskes, met elkaar verbonden door de Beekloop. Dwars door de vijvers lopen dammetjes waar je overheen mag lopen. Hier werden vroeger karpers en waterlelies gekweekt. De voormalige vijvers zijn omringd door moeras, broekbos en wuivende rietpluimen. Vers water wordt aangevoerd via de Belgische vloeiweiden van Lommel en de Beekloop. Hoog uitlopende bomen zorgen voor beschutting, waar eindeloos veel vogels minstens zo genieten als de eenzame wandelaar. Het gebied, in 992 aangekocht door Natuurmonumenten, is superstil en adembenemend. Je hoort alleen ruisend struweel en vogelgeluiden. Een nietsvermoedende bezoeker, die roerloos met zijn vogelkijker de waterplassen aftuurt, schrikt zich dan ook bijna een ongeluk, als we hem over een tapijt van gras van achter naderen en groeten.


In de Liskes is enkele jaren geleden een kijkhut gebouwd waar iedereen hoopt een glimp van de ijsvogel, het woudaapje of de roerdomp op te vangen. Of van een van de andere vijftig soorten die zijn gespot. Geen wonder dat het gebied voor watervogels een paradijselijke broedplaats is; de vijvers barsten van het voedsel. Toch wordt er over het algemeen niet meer gevist, laat staan dat er nog vis wordt gekweekt. De natuur heeft een nieuwe kans gekregen. Alleen bij de wat jongere visvijvers aan het begin van de tocht mogen hengelaars van Ons Vermaak proberen een grote jongen te verschalken.

Vogelsoorten: Aalscholver, Buizerd, Fuut, Goudhaan, IJsvogel, Meerkoet, Krakeend, Kramsvogel, Bergeend, Bergeend, Buizerd, Kokmeeuw, Geelgors, Roodborst, Knobbelzwaan, Rietgors, Grauwe Gans, Koolmees, Grauwe Gans, Kuifeend, Vink en IJsvogel.


Locatie: Vogelkijkhut in natuurgebied De Liskes - De Maaij, Bergeijk

donderdag 16 oktober 2025

Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

Het meest opvallende verschil tussen echte libellen en een juffers zijn de verschillen in hun ogen en vleugels. Echte libellen zijn robuuster en hebben bredere- en gespreide vleugels, terwijl juffers slank en tenger zijn en hun vleugels in rust langs het lichaam houden. Ze hebben hun ogen aan de zijkanten van de kop, in plaats van de voorkant. De ruimte tussen de ogen is dan ook duidelijk te zien.


Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers

De familie van de libellen onderscheiden we in twee ondersoorten, de ongelijkvleugelige Echte libellen en de gelijkvleugelige Juffers. Bij de echte libellen zijn de achtervleugels breder dan de voorvleugels. De voor- en achtervleugels zijn bij de juffers gelijk. Ook de rustpositie is anders, echte libellen spreiden de vleugels in rust, en juffers vouwen deze tegen elkaar achter het lichaam.

Echte libellen en juffers leven in of bij zoetwater, waar ze zich voortplanten. Ze hebben behoefte aan schoon, zuurstofrijkwater met een constant waterpeil en vegetatie om te schuilen en eieren te leggen. Het grootste deel van het leven van een libel of juffer speelt zich af onderwater. Volwassen libellen paren in de vorm van een zogenaamde paringswiel, zoals de Bruine korenbout en de Watersnuffel in deze video. Een paringswiel is de houding die twee libellen aannemen bij het paren. Nadat het mannetje het vrouwtje in de tandem houding heeft genomen, brengt het vrouwtje haar geslachtsopening tegen het secundair geslachtsorgaan van het mannetje. Op die manier kan ze de spermatofoor van het mannetje ontvangen. Een koppel kan uren in die positie blijven en daarbij ook rondvliegen.

Na de paring zet het vrouwtje de eitjes af, zoals bij de Grote keizerlibel in deze video, die haar eitjes in het water afzet. De eitjes van libellen komen na enkele weken tot enkele maanden uit, afhankelijk van de soort, watertemperatuur en van het tijdstip in het seizoen. Eenmaal uitgekomen verschijnt eerst de zogenaamde prolarve, die in later stadium uitgroeit tot een larve. De larve maakt in het onderwater stadium twee tot drie vervellingen door. Bij de meeste soorten duurt het larvenstadium iets korter dan een jaar tot bijna twee jaar.

Een volgroeide larve heeft nog één vervelling voor de boeg, de vervelling van larve naar imago, het volwassen stadium. In deze video is het uitsluipen van de Gewone oeverlibel in beeld gebracht. Voor het uitsluipen klimt de volgroeide libellenlarve uit het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld langs een plantenstengel die in het water of op de oever staat. De larve houdt zich dan stevig vast en vervelt voor de laatste keer. De huid van kop en borststuk barsten open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit. Wanneer kop, borststuk en poten eruit zijn, grijpt de libel zich vast aan de plantenstengel en trekt zijn achterlijf uit de larvenhuid.

Vervolgens blijft het kleurloze diertje nog een tijd hangen en pompt zich door middel van lichaamsvloeistof op. Het achterlijf strekt zich langzaam en krijgt de langgerekte vorm van een volwassen libel. Ook de vleugels strekken zich langzaam maar zeker uit, wat in de beelden versneld is weergegeven. Aanvankelijk zijn de vleugels nog te zacht om te vliegen. Pas na enige tijd uitharden is de libel klaar voor zijn eerste vlucht en vliegt weg van het water, meestal naar de eerste de beste boom of struik. Het lege larvenhuidje blijft achter langs de waterkant. Het hele uitsluipproces duurt meestal langer dan een uur. In die tijd is de libel zeer kwetsbaar voor natuurlijke vijanden, zoals vogels, kikkers en mieren.

Jonge imago's hebben enige tijd nodig om geslachtsrijp te worden. Als ze geslachtsrijp zijn vindt de paring plaats en worden weer de eitjes afgezet. De levenscyclus is nu rond. De voornaamste functies van een volwassen libel is de voortplanting en verspreiding naar andere gebieden, waarmee uitwisseling tussen populaties wordt bereikt en nieuwe geschikte gebieden worden gekoloniseerd. De totale levensduur van een imago varieert van een tot enkele weken bij juffers, en enkele weken tot twee maanden bij grotere libellen. Dit is dus veel korter dan het larvenstadium. De weersomstandigheden hebben een grote invloed op de werkelijke levensduur. De bruine en noordse winterjuffer overwinteren als imago en leven daardoor uitzonderlijk lang, tot wel negen maanden.

Het aantal libellen in Nederland is sinds 2008 met 28% afgenomen. Dit past bij het beeld dat de biodiversiteit onder druk staat als gevolg van de klimaatverandering. Vooral libellensoorten die van kou houden verdwijnen snel. Belangrijke oorzaken zijn warme zomers, droogte en een slechte kwaliteit van het water.

donderdag 9 oktober 2025

Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp - Arendonk

Aan de Asselbergen ten oosten van het Belgische Arendonk staat aan het beekje de Wamp een een twaalf meter hoge uitkijktoren die uitzicht zou moeten bieden over natuurgebied Lokkerse Dammen, dat deel uitmaakt van de Vallei van de Wamp, een moerassig gebied met laagveen, heide en rietlanden als open water en langs sloten, wilgen- en gagelstruiken, en grote hoeveelheden springbalsemien. In Arendonk is een boek uitgegeven met de vier 'Dorpsblunders' van Arendonk, van Staf Lasters, Marinus Van Rooij en Frans Van Deuren, drie gepensioneerde amateurfotografen uit Arendonk. Daar wordt de Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp de "Uitkijktoren zonder uitzicht" genoemd.


Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp - Arendonk

Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) plaatste in 2007 aan de westzijde van de Asselbergen, dicht bij het informatiebord langs het riviertje de Wamp, een twaalf meter hoge uitkijktoren. De kijktoren wordt in Arendonk een blunder genoemd. Het is echter een 'uitzichttoren zonder uitzicht', omdat de omstaande bomen hoger zijn dan de toren zelf. Natuurlijk heb je vanuit de toren wel uitzicht, maar men zag de toren liever in het moerasgebied staan, dat zal het zijn.

Door het rechttrekken van de beekje de Wamp daalde het waterpeil waardoor het moerassige Goorken verlandde. Door kappingen ontstonden open waterpartijen en de oevers werden geplagd. Vandaag groeien er massa’s zonnedauw en zowel struikheide als dopheide steekt de kop op.


De uitzichttoren kent drie verdiepingen.

Het samenspel tussen zuur, Kempens grondwater en kalkrijk kanaalwater geeft het Goorken een uitzonderlijk hoge natuurwaarde. Grondwater, met voedselrijk water van de Maas, verrijkt de van nature ijzerrijke en voedselarme Kempense bodem. Deze plaatsen verruigen met planten als riet, harig wilgeroosje en koninginnekruid. Op de overgangen tussen het voedselarme en voedselrijke water ontstond trilveen met draadzegge en kleine egelskop.

Het moeras in het Goorken


Locatie 'uitzichttoren zonder uitzicht' aan de Asselbergen in Arendonk

donderdag 2 oktober 2025

Zo hakt de Kleine bonte specht een nestholte uit

De kleine bonte specht is de kleinste specht in Nederland, niet veel groter dan een huismus. Om voedsel te zoeken klimmen ze behendig op en neer tegen boomstammen. In de broedtijd, die loopt van maart tot augustus laten ze zich veel horen. Beide geslachten roffelen, al doet het mannetje dit meer. Hun roffel houdt langer aan dan de grote bonte specht maar klinkt sneller en hoger. In de rest van het jaar zijn ze zwijgzaam en lastig te vinden.


Zo hakt de Kleine bonte specht een nestholte uit

De kleine bonte specht blijft vaak hoog in de bomen en is daardoor moeilijker te zien dan andere spechten. Deze specht heeft een Zwart-wit verenkleed zonder rode buikvlek. De lichaamslengte van een volwassen vogel bedraagt 14 tot 16 centimeter en heeft een vleugelspanwijdte 25 tot 27 centimeter. Het mannetje heeft een rode kruin, aan de zijkanten gebiesd met een zwarte streep, terwijl het vrouwtje een geheel zwarte kruin heeft en is dus geheel zwart-wit gekleurd.

In het voorjaar hakken zowel het mannetje als het vrouwtje een nestholte in een dode boom of tak, vaak in zachte bomen zoals berk, populier of wilg. Soms wordt echter een oude nestholte of een natuurlijke boomholte gebruikt. De specht maakt een vlieggat met een diameter van 3 tot 3,5 centimeter, doorgaans tien tot twintig meter boven de grond. De schacht naar de nestholte verbindt de holte met het vlieggat en kan relatief lang zijn. Vaak bevindt de eigenlijke holte zich dertig centimeter of meer onder de ingang, die zelf 10 tot 18 centimeter diep is. Het uithakken van een nestholte kan twee tot vier weken duren, dit kan variëren afhankelijk van de specifieke boomsoort en de omstandigheden.

De bodem van het nest is bedekt met houtkrullen en fijn zaagsel. Het vrouwtje legt 4 tot 6 witte eitjes, die door beide ouders worden uitgebroed. Na ongeveer twee weken komen de jongen uit, die daarna nog drie weken in het nest blijven. Beide ouders voeden de jongen met insecten. Na het uitvliegen kunnen de jongen nog enige tijd begeleid worden door de ouders. Daarna verspreiden ze zich naar de directe omgeving om hun eigen voedsel te zoeken. Tegen de tijd dat een specht ongeveer een jaar oud is, bereikt deze de geslachtsrijpheid en kunnen zich voortplanten.

De kleine bonte specht voedt zich met keverlarven, bladluizen en andere kleine ongewervelden. Hij pikt deze uit schorsspleten en dode takken. In de winter is hij minder opvallend, maar in het voorjaar is zijn trommelgeluid een goede manier om hem op te sporen. In Nederland blijft de kleine bonte specht het hele jaar in zijn broedgebied. Ze zoeken in de herfst en winter buiten het eigen territorium naar voedsel, niet zelden in het gezelschap van mezen. In de winter eet hij ook zaden en soms boomsappen.

In Nederland is de kleine bonte specht een vrij talrijke broedvogel in gebieden met voldoende bossen. Doordat bosbeheerders in bestaande bossen vaker verouderd dood hout laten liggen, komt er steeds meer geschikt leefgebied voor de kleine bonte specht. Door meer oude bomen te laten staan, blijven er meer bomen behouden waar de kleine bonte specht zijn nest in uit kan hakken.
Nederland telt ongeveer 5000 tot 6500 broedparen. Tot 1996 telde deze specht nog maar 4 broedparen. Tussen 2002 en 2018 nam het aantal toe tot ongeveer 50 broedparen.

donderdag 25 september 2025

Vogelkijkwand op De Leeuwerk - Sint Lenaarts

Het domein ‘De Leeuwerk’ in het Belgische Sint-Lenaarts is een 19 hectare groot gebied en werd door de gemeente Brecht in 1980 aangekocht. Het landschap toont de overblijfselen van de kleiputten die verwijzen naar de steenbakkerij geschiedenis van Sint-Lenaarts. Het domein is vrij toegankelijk voor wandelaars. Ongestoord bekende en vreemde vogels observeren doe je bij de kijkwand.


Vogelkijkwand op De Leeuwerk - Sint Lenaarts

Omstreeks 1930 waren er 19 steenbakkerijen langs het kanaal Dessel-Schoten. Er werden hier dan ook massa’s klei uit de bodem gehaald. De inwoners van Sint-Lenaarts worden niet zomaar de Kleipikkers genoemd. De Leeuwerk is een 19 hectare groot gebied dat nog herinnert aan het steenbakkersverleden. De gemeente kocht het aan met de bedoeling het typische kleiputtenlandschap te borgen. De waterplassen zijn dus geen natuurlijke vennen, maar ze werden door de kleipikkers uitgegraven.

Eerst was dit zware handenarbeid, nadien werden baggermolens ingeschakeld. De waterpartijen vormen nu een mooi stukje natuur. Ze zijn een thuis voor tal van vogels en zijn rijk voorzien van vis. In domein de Leeuwerk zijn er geen bewegwijzerde wandelingen, maar er zijn wel wandelpaden aangelegd, zodat iedereen er naar hartelust de natuur kan opsnuiven.


Waarnemingen.be meldt soorten als: Aalscholver, Blauwe Reiger, Brilduiker, Dodaars, Fuut, Geoorde Fuut, Grote Canadese Gans, Grote Zaagbek, Grote Zilverreiger, Kleine Zilverreiger, Knobbelzwaan, Kolgans, Kuifeend, Meerkoet, Nonnetje, Ooievaar, Pijlstaart, Purperreiger, Roerdomp, Slobeend, Smient, Visarend, Wilde Zwaan, Wintertaling, Witgat, Witoogeend, Zomertaling en Zwarte Zwaan.


Locatie: Vogelkijkwand De Leeuwerk, Sint-Lenaarts

Parking Domein de Leeuwerk, Groenstraat, 2960 Brecht, iets voorbij de Groenstraat 20, aangegeven door de bruine richtingwijzer.

donderdag 18 september 2025

Vogels in de Tuin, Bos, Water en Heide

Ook dit jaar is het vogelbestand weer achteruit gegaan. De natuur staat zwaar onder druk. Laten we hopen dat we later niet aangewezen worden om van vogels te genieten door deze op video te bekijken en dat de mens eindelijk werk maakt om de natuur te zien als de basis van ons bestaan en de natuur niet meer te blijven gebruiken als een bron van verrijking.


Vogels in de Tuin, Bos, Water en Heide

De stikstofdepositie blijft alsmaar toenemen en de regering komt niet met de gepaste maatregelen om de stikstof uitstoot een halt toe te roepen. Als gevolg daarvan, en door het gebruik van landbouwgif, zijn er veel minder insecten. De ouder vogels voeden hun jonge kuikentjes met dat eiwitrijke rupsen en insecten. De kuikentjes die uit het ei zijn gekomen zijn vaak al zo ondervoed dat ze al na een dag sterven. Andere liggen met gebroken pootjes in het nest door kalkgebrek. Ook die sterven na een paar dagen.

Ik wens de kijkers veel plezier met deze video. De video telt 35 hoofdstukken met allemaal verschillende vogelsoorten. De hoofdstukken worden getoond door met de muis over het beeld te bewegen. Onder in beeld verschijnt dan de naam van de vogel die op dat moment in beeld is. Er zitten fragmenten bij met vogels en hun levenswijze die je bijna niet ziet tijdens een wandeling.

Hoofdstukken in de video
00:00 Intro
00:07 Keep
00:26 Appelvink
00:34 Gaai
00:52 Heggenmus
00:58 Koolmees
01:03 Pimpelmees
01:05 Bonte vliegenvanger
02:20 Holenduif
02:44 Spreeuw
04:00 Boomklever
04:28 Grote bonte specht
05:08 Middelste bonte specht
06:36 Kleine bonte specht
07:01 Zwarte specht
08:52 Steenuil
09:34 Gele kwikstaart
09:59 IJsvogel
10:12 Blauwe reiger
10:41 Dodaars
11:25 Meerkoet
12:42 Kuifeend
13:14 Waterhoen
13:20 Fuut
13:57 Nijlgans
14:11 Grauwe gans
14:29 Grote Canadese gans
14:46 Knobbelzwaan
15:13 Wintertaling
15:25 Wilde eend
15:37 Lepelaar
16:03 Oeverloper
16:37 Kleine plevier
17:06 Roodborsttapuit
17:31 Boompieper
18:06 Buizerd

donderdag 11 september 2025

Vogelkijkhut in Kooldries Hoofsweer - Sint Lenaarts

De route naar de vogelkijkhut in natuurgebied Kooldries-Hoofsweer begint, komend van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten over de N133, in de zijstraat van "Klein-Veerle", die naar het bosgebied leidt. De asfaltweg gaat over in een zandweg die even verder naar links afbuigt. Daarna gaat de route als maar recht door, waar je de vogelkijkhut aan de linker kant aantreft.


Vogelkijkhut in Kooldries Hoofsweer - Sint Lenaart

Aan de zuidkant van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten op grondgebied van het Belgische Sint-Lenaarts, gemeente Brecht ligt het natuurgebied Kooldries en Hoofsweer. Aan de voormalige kleiputten - waar de grondstoffen werden opgegraven de baksteen fabrieken in de regio - is een vogelijkhut gerealiseerd. Een bezoekt aan Natuurgebied Kooldries en Hoofsweer in Sint-Lenaarts is pas geslaagd als je de vogelkijkhut hebt aangedaan. Neem zeker de tijd om vogels te spotten dankzij de vogelkijkwand aan de grootste van de 17 kleiputten.

De Kooldries meet 17 hectare en het Hoofsweer meet 30 ha. Kooldries kwam in beheer bij Natuurpunt en Hoofsweer bij het Agentschap Natuur en Bos. Uiteindelijk werden deze gebieden samengevoegd, maar het beheer bleef in handen van voornoemde organisaties. Dit gebied is een restant van de vroegere steenfabrieken. Tijdens het graven van het Kempisch Kanaal in de negentiende eeuw stootte men in de streek op omvangrijke kleilagen. Onmiddellijk naast het kanaal ontstonden er talrijke steenfabrieken, die van de klei gebruik maakten. Zij lieten vele kleiputten in het landschap achter.


Vogelkijkhut Hoofsweer, Natuurgebied Kooldries - Sint-Lenaarts (Brecht)

De ligging naast het kanaal creëert een wisselwerking tussen het uitdrogen en vernatten van de onderliggende kleilaag. Dit zorgt voor een unieke fauna en flora. Een verscheidenheid aan planten waaronder de zeldzame ronde zonnedauw, libellen en vlinders en vele vogelsoorten die je kan bewonderen aan de kleiputten. Het gebied is enkel toegankelijk voor wandelaars en honden moeten aan de leiband blijven.


In de Kooldries komen zeven soorten amfibieën voor: bruine en groene kikker, pad en vier soorten watersalamanders. In sommige vijvers, waar vissen zwemmen, tref je weinig of geen salamanders aan, in andere zijn ze talrijk. De grootste en ook zeldzaamste is de kamsalamander, die hier in drie vijvers rondzwemt. Poelen en vijvers zijn van levensbelang voor amfibieën. In het water komen veel kleine waterdiertjes voor die als voedsel dienen. In de paartijd zetten de amfibieën hun eitjes af in het water, veelal verscholen tussen de vegetatie. Om een populatie gezond te houden is een uitwisseling van dieren uit verschillende waterpartijen noodzakelijk. In heel Vlaanderen werkt Natuurpunt aan de bescherming van waterrijke gebieden om de overlevingskansen van amfibieën te vergroten.

Waarnemingen.be meldt soorten als: Aalscholver, Blauwe Reiger, Brilduiker, Dodaars, Fuut, Geoorde Fuut, Grote Canadese Gans, Grote Zaagbek, Grote Zilverreiger, Kleine Zilverreiger, Knobbelzwaan, Kolgans, Kuifeend, Meerkoet, Nonnetje, Ooievaar, Pijlstaart, Purperreiger, Roerdomp, Slobeend, Smient, Visarend, Wilde Zwaan, Wintertaling, Witgat, Witoogeend, Zomertaling en Zwarte Zwaan.

Start de wandeling bij Taverne Cuvée Hoeve. Het zijn avontuurlijke wandelroutes waarvan de paden niet verhard zijn. Het is dan ook raadzaam om goed wandelschoeisel aan te trekken en bij slecht weer laarzen.


Wandelen in Kooldries en Hoofsweer. tartpunten: Kooldries, Boudewijnstraat, 2020 Sint-Lenaarts Sint-Lenaarts, België.

Kooldries Wandeling 3.33km. Gemiddeld 50 minuten wandeltijd
Hoofsweer Wandeling 3.48km Gemiddeld 50 minuten wandeltijd


Locatie: Vogelkijkhut Hoofsweer, Natuurgebied Kooldries - Brecht

donderdag 4 september 2025

Vogelkijkhut "How ut Moi" - Soerendonks Goor

Vogelaars kunnen weer ongezien observeren in nieuwe hut in Soerendonks Goor. Vogelkijkhut 'How ut Moi' aan Het Goor in het Brabantse Soerendonk is gelegen aan een natuurven waar vaak eenden en reigers op te zien zijn is in opdracht van Staatsbosbeheer geheel vernieuwd. De hut heeft geen achterzijde. Dat is om te voorkomen dat er hangjeugd in komt. Voor de hut is ook een bankje waar u uw telescoop of fotocamera op kunt zetten. De grote zilverreiger wordt hier met enige regelmaat waargenomen.


Vogelkijkhut "How ut Moi" - Soerendonks Goor

Waarom heet deze vogelkijkhut aan Het Goor nu 'Hou ut Moi'. Vanuit het Brabants dialect is de boodschap duidelijk; 'Houdt het mooi'. Maar dat lijkt vanzelfsprekend.

Elke wandelaar en fietser die vaak in natuurgebied ’t Goor, Soerendonk komt zal opgevallen zijn dat er grote metamorfose plaatsvindt nabij het ven aan Het Kranenveld. Het reservaat bestaat uit een grote waterplas met aansluitend een moerassig gebied, dat wordt doorstroomd door de Naaste Aa, die stroomafwaarts overgaat in de Strijper Aa. De plas is rijk aan watervogels, die kunnen worden waargenomen vanuit een vogelkijkhut. Het Soerendonks Goor sluit in het westen aan op de Groote Heide en in het zuiden op de Gastelse Heide.

Tijdens de vogeltrek zijn er regelmatig kleine zwanen en wilde zwanen te zien. Langs het zandpad, die achter de plas door loopt, zitten vaak vele barmsijzen. Aan de andere kant sluit het Goor aan op de Groote Heide en de Gastelse Heide waar typische heidevogels verblijven en mogelijk ook de gekraagde roodstaart, paapje of beflijster. Het Goor bestaat overwegend uit elzen en berkenbroekbos, met kleinere oppervlakten rietmoeras, struweel en ruigte bij de waterplassen. De paden zijn doorgaans goed te bewandelen. Wel kunnen er een paar zeer drassige stukken tussen zitten. Laarzen zijn daarom zeer aan te bevelen.


De reden tot hernieuwen kwam naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingen en biotopen rondom en in de buurt van het vogelmeer. Zoals de slenk met voedselarm en heldere water, ten gunste van de kranswieren, die pal voor de hut is aangelegd met daartussen een kade die het voedselrijke meer, zoals we die al jaren kennen, van elkaar scheidt. Omdat de hut op een ander uitkijkpunt zou worden geplaatst, is er zelfs nog overwogen om deze in zijn geheel te verplaatsen maar de door moeder natuur aangetaste staat van de 25 jaar oude ‘How ut Moi’ hut, simpelweg door slijt op materialen en soms door vernieling, was onhaalbaar en is besloten een volledig nieuwe te bouwen.

Wat als eerste opvalt is de open ingang gezien vanaf de straatkant met als uitgangspunt om sociale controle te creëren en het respect voor natuur en materialen te behouden. De hut is gebouwd met hout van Douglassparren uit het Leenderbos, is ook wat verder naar het water toe verplaatst en voorzien van een open en houten hekwerk tegen de hut aan, want betekent dat er niet meer zoals voorheen vóór de hut plaatsgenomen en gespot kan worden. Aan de voor- en zijkanten zijn kijkopeningen op verschillende hoogtes aangebracht en voorzien van zelf-bedienbare luiken met opzetdelen voor extra benodigdheden. In het midden staat een zeer stevig verankerde bank op een dikke laag organisch grit.


Locatie: Kijkhut 'How ut Moi', aan het Kranenveld even buiten Soerendonk.