dinsdag 22 april 2025

Mijn visuele natuurverhalen

Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en  landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties.
(zie de logo's hieronder)

Volg mij op: Facebook Twitter YouTube FacebookTwitterYouTube Facebook Twitter YouTube en met jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.
Bezoek ook mijn YouTube kanaal; youtube.com/JozefvanderHeijden met 330 video's en 835 abonnees.

Uitkijktoren en kijkhut, Landschap De Liereman

Landschap De Liereman is een van de oudste natuurgebieden van België. De bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen maken er een uniek natuurgebied van in Europa. De Kempense biotopen zijn al eeuwenlang een thuis voor de wulp, de nachtzwaluw, de klokjesgentiaan en de rugstreeppad. Landschap De Liereman is meer dan 500 ha groot op het grondgebied van de gemeenten Oud-Turnhout en Arendonk. Een uniek gebied om de waarden van de Stille Kempen te leren kennen. Op het grondgebied van Oud-Turnhout staan een stalen uitkijktoren en een houten kijkhut.


Uitkijktoren en kijkhut, Landschap De Liereman
Uitkijktoren Landschap De Liereman
De uitkijktoren in natuurreservaat De Liereman biedt een prachtig uitzicht over het unieke Kempische landschap. Het natuurgebied, gelegen tussen Oud-Turnhout en Arendonk, is een van de oudste natuurreservaten van België. Het bestaat uit bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen, en is een thuis voor bijzondere flora en fauna.

Houten vogelkijkhut De Liereman
De houten rolstoeltoegankelijke kijkhut op De Liereman werd op 3 september 2016 door een Nederlands koppel Harry en Henny Vogels - van Gerwen aan de Liereman geschonken om zo de Oud-Turnhoutse gemeenschap te bedanken. Vanuit deze kijkhut kijk je op een landschap dat varieert van heideachtig tot rietland. De rietvogels komen tot een paar meter van de kijkhut. Het vergt echter veel gedult om een goede foto te kunnen maken van de karakieten en bosrietzangers. Ze verplaatsen zich voortdurend van de ene plaats naar de andere in het dichte riet.

Het bezoekerscentrum De Liereman is een goed startpunt voor wandelingen en activiteiten. Je kunt hier genieten van een drankje, streekproducten kopen, of een gids boeken voor een informatieve wandeling.



Watchtower and Spotting Hut, Landscape De Liereman

Landscape De Liereman is one of the oldest nature reserves in Belgium. The forests, heathland, grasslands, drift dunes and fens make it a unique nature reserve in Europe. The Kempen biotopes have been a home for the Eurasian Curlew, the European Nightjar, the Marsh Gentian and the Natterjack toad for centuries. Landscape De Liereman is more than 500 hectares on the territory of the municipalities of Oud-Turnhout and Arendonk. A unique area to get to know the values ​​of the Silent Kempen. On the territory of Oud-Turnhout there are a steel lookout tower and a wooden viewing cabin.

Watchtower De Liereman
The watchtower in the De Liereman nature reserve offers a beautiful view over the unique Kempische landscape. The nature reserve, located between Oud-Turnhout and Arendonk, is one of the oldest nature reserves in Belgium. It consists of forests, heathland, grasslands, drift dunes and fens, and is a home for special flora and fauna.

Wooden Bird Chailiness De Liereman
The wooden wheelchair -accessible Spotting Hut on the Liereman was donated on 3 September 2016 by a Dutch couple Harry and Henny Vogels - Van Gerwen to the Liereman in order to thank the Oud -Turnhout community. From this viewing hut you look at a landscape that varies from heath -like to reed land. The reed birds come to a few meters from the Kijkhut. However, it takes a lot to be able to take a good photo of the Karakites and forest cane singers. They constantly move from one place to the other in the dense reed.

The De Liereman visitor center is a good starting point for walks and activities. You can enjoy a drink here, buy regional products, or book a guide for an informative walk.

Meer op mijn blog: https://vogelkijkhutten.blogspot.com/2016/09/oud-turnhout-de-liereman.html

vrijdag 11 april 2025

De volle maan achter de wolken

De Maan lijkt vaak groter wanneer deze zich vlak boven de horizon bevindt (dus kort na opkomst of voor ondergang). In werkelijkheid gaat het hier om een optische illusie en is de Maan dan zelfs iets kleiner dan hoger aan de hemel. De Maan varieert echter werkelijk in grootte. Dit komt door de excentrische, ellipsvormige baan van de Maan om de Aarde. Doordat de maanbaan elliptisch is, varieert de afstand van de Maan tot de Aarde licht. Hierdoor staat de Maan soms dichterbij dan gemiddeld en soms verder weg.


De volle maan achter de wolken

Maanfotografie vereist weer een andere kennis als de gebruikelijke fotografie. De camera en de lens moeten geen moeite met scherpstellen en beeldruis in de donkere omstandigheden moet minimaal zijn. Dat is er een goed uitgangspunt om verder te gaan. De kleurbalans zal handmatig bijgesteld moeten worden. Omdat het zonlicht door de dampkring van de Aarde schijnt, is de kleur van de maan erg rood getint. Stel de Witbalans in op ongeveer 3000 graden Kelvin, dan is de maan op de foto of video zoals die in werkelijk is. Kies voor een kleurbeheer-instelling "Gelijkmatig" of "Landschap". Dan wordt de omgeving (bewolking) nog weergegeven, en niet onderbelicht ten opzichten van de lichtsterkte van de maan.

Gebruik een 500 mm telelens met een goede lichtsterkte. Indien gewenst kan er een 1.4 teleconverter aan gekoppeld worden. Gebruik de Manual fotomodus. Met de manuele belichting, ISO 200, diafragma 8 en een sluitertijd die het best past voor de juist belichting. Dat zal in de buurt van 1/20ste seconden worden. Fotograferen in Live-view is aan te bevelen. Schakel beeldstabilisatie op de lens uit, daar dit overbodig is bij fotograferen op het statief en zeker bij lange sluitertijden. Gebruik ook geen ruisreductie. Dat maakt de foto onscherper. Stel de sluiterselecter in op tijdontspanner. Stel de tijd in op 2 of 5 seconden. De foto wordt dan gemaakt nadat de camera niet meer wiebelt als gevolg van het bedienen van de camera.



The full moon behind the clouds

The moon often seems larger when it is located just above the horizon (so shortly after turnout or before falling). In reality this is an optical illusion and the moon is even slightly smaller than higher in the sky. However, the moon really varies in size. This is due to the eccentric, ellipse -shaped orbit of the moon around the earth. Because the moon lane is elliptical, the distance from the moon to the earth varies lightly. As a result, the moon is sometimes closer than average and sometimes further away.

Moon photography requires another knowledge as the usual photography. The camera and the lens should not have any trouble focusing and image noise in the dark conditions must be minimal. That is a good starting point to continue. The color balance will have to be adjusted manually. Because the sunlight shines through the atmosphere of the earth, the color of the moon is very red. Set the white balance to around 3000 degrees Kelvin, then the moon is in the photo or video as it is in real. Choose a color management setting "evenly" or "landscape". Then the environment (clouds) is still displayed, and not underexposed compared to the light intensity of the moon.

Use a 500 mm telephoto lens with a good light intensity. If desired, a 1.4 teleconverter can be linked to it. Use the Manual Photo mode. With the manual exposure, ISO 200, aperture 8 and a shutter speed that fits best for the correct exposure. That will be near 1/20th seconds. Photographing in live view is recommended. Switch out image stabilization on the lens, since this is superfluous when photographing on the tripod and certainly with long shutter speeds. Also do not use noise reduction. That makes the photo more renewal. Set the shutter selector on time release. Set the time to 2 or 5 seconds. The photo is then taken after the camera no longer wobbles as a result of operating the camera.

woensdag 9 april 2025

Park Wandelbos, tussen Reeshof en Tilburg Noord

Het Wandelbos is een stadspark in Tilburg West. Het is in of voor 1917 ontworpen door de bekende landschapsarchitect Leonard Springer die in Tilburg ook het Wilhelminapark (1895) en het Leijpark vorm gaf. Het werd als werkverschaffingsproject uitgevoerd onder leiding van de Nederlandsche Heidemaatschappij en in 1920 in gebruik genomen. In 1921 en 1922 werd een tweede fase gerealiseerd, maar volledig klaar was het pas in 1937.[2] Bij de opening kreeg het de naam Stadswandelbos.


Op de vijver in het Park Wandelbos schijnt de IJsvogel vaak te zien zijn

Het park ligt op enkele honderden meters van Station Tilburg Universiteit in de buurt Wandelbos-zuid, tussen Het Zand en de westelijke uitbreidingswijk de Reeshof. Ten zuiden van het Wandelbos ligt het sterrenbos de Oude Warande, ze worden gescheiden door de Reeshofdijk en de Spoorlijn Breda - Eindhoven. Van west naar oost wordt het park verder begrensd door de Zwartvenseweg, de Indigolaan en de Taxandriëbaan. De omliggende straten vormen een vierhoek van ongeveer zevenhonderd bij vijfhonderd meter, waar de Indigolaan en de service- en verzorgingsflat De Duynsberg nog wel een hap uit nemen. Anno 2023 is dit parkgebied een kleine dertig hectare groot; er is een kinderboerderij en een veldje met speeltoestellen, maar dit zijn latere aanpassingen.

Het park werd aangelegd in wat destijds de Zandsche bosschen werd genoemd,[3] een gebied met dennen dat een kleine kilometer ten westen van de Tilburgse woonwijken lag. Inmiddels heeft de bebouwing zich vooral naar het westen zo sterk uitgebreid dat het in oost-westrichting het midden van de stad vormt. Omdat de oostkant van de stad zijn traditionele centrumfunctie heeft behouden wordt het toch tot Tilburg-west gerekend.


Bij de opening kreeg het park de naam Stadswandelbos, maar in de jaren vijftig stond het al bekend als "Wandelbos" Het heeft die naam gegeven aan twee Tilburgse buurten in uitbreidingsplan Het Wandelbos dat in de jaren zestig en jaren zeventig gerealiseerd is. Deze dragen de namen Wandelbos-noord en -zuid. Verder is er de Wandelboslaan, die loopt van het Wandelbos tot aan de Ringbaan-west. Hoewel de naam van het park sugereerd dat er alleen gewandeld mag worden is fietsen geoon toegestaan.

Evenals het Wilhelminapark heeft het Wandelbos een aantal markante bomen zoals sequoia's, mammoetbomen, en ook de moerascipressen die opvallend vrij staan, in groepjes van drie in of bij de vijver. In het oog springend is ook de rodondendronvallei met allerlei soorten en bloemkleuren. In de keur van bijzondere planten, onder andere uit Japan en Amerika, is in beide parken de hand van Springer te herkennen, evenals aan de hoofdpaden die in elkaar grijpende ruime bogen vormen, om en over de centrale vijver. Beide parken beantwoorden nog steeds aan de 'romantische, laatnegentiende-eeuwse opzet van Springer'.


Wie met de auto naar het Wandelbos wil, moet er rekening mee houden dat de Reeshofdijk een eenrichtingsweg is, die alleen vanuit de Wandelboslaan ingereden mag worden. Parkeren kan aan het einde van de Wandelboslaan.

zondag 6 april 2025

Zingende Vink in dode boomtop

Een zingende vink in de top van een dode boom is een prachtig beeld dat veel mensen aanspreekt. Het vrolijke lied van deze kleine vogel is in veel tuinen en parken te horen, vooral in de lente en zomer.


Zingende Vink in dode boomtop

Dode boomtoppen bieden een uitstekende uitkijkpost voor vinken. Ze kunnen de omgeving goed overzien en eventuele gevaren of voedselbronnen makkelijk spotten. Vinken gebruiken hun zang om hun territorium af te bakenen en een partner te lokken. Een hoge, goed zichtbare plek zoals een dode boomtop is daarvoor ideaal. Een dode boomtop kan ook een symbolische betekenis hebben. Het kan staan voor de cyclus van het leven, de overgang van dood naar nieuw leven. De zang van de vink in deze context kan dan worden gezien als een uiting van levenskracht en optimisme.

Vinken zijn kleine, kleurrijke vogels met een korte, kegelvormige snavel. Het mannetje heeft een opvallend rozerode borst en een blauwgrijze kop. Het vrouwtje is wat minder opvallend, met een bruingrijs verenkleed. Beide hebben opvallende witte vleugelstrepen. De zang van de vink is een aflopende reeks tonen, die eindigt met een korte, krachtige 'vinkenslag'. Het is een herkenbaar geluid dat vaak te horen is in de ochtend en avond.



Singing Finch at the Top of a Dead Tree

A singing finch at the top of a dead tree is a beautiful image that appeals to many people. The cheerful song of this little bird can be heard in many gardens and parks, especially in the spring and summer.

Dead tree tops offer an excellent lookout post for finches. They can easily oversee the environment and easily spot any dangers or food sources. Finches use their singing to define their territory and lure a partner. A high, clearly visible place such as a dead tree top is ideal for that. A dead treetop can also have a symbolic meaning. It can stand for the cycle of life, the transition from death to new life. The vocals of the finch in this context can then be seen as an expression of life force and optimism.

Finches are small, colorful birds with a short, cone -shaped beak. The male has a striking pink -red chest and a blue -gray head. The female is a bit less striking, with a brown price of plumage. Both have striking white wing stripes. The vocals of the Vink is a sloping series of tones, which ends with a short, powerful 'finch battle'. It is a recognizable sound that can often be heard in the morning and evening.

zaterdag 29 maart 2025

De Geelgors zingt vanaf een hoge zangpost

De Geelgors is een vogel van dun beboste heide, bosranden en agrarisch gebied met heggen, houtwallen en grazige wegbermen. Geelgorzen worden vrijwel uitsluitend aangetroffen in het zuiden en oosten van het land.


De Geelgors zingt vanaf een hoge zangpost

Het mannetje is duidelijk te herkennen aan grotendeels gele kop en geel op onderdelen. Vrouwtje en jonge vogels zijn minder duidelijk te herkennen, maar vrouwtje heeft vaak nog veel (licht)geel. In alle kleden opvallende roodbruine stuit en witte buitenste staartpennen.

De zang van mannetje duidelijk herkenbaar: een hoge maar zachte "dzi-dzi-dzi-dzi-dzèèèè". Heeft diverse roepjes maar vaak korte scherpe rollertjes. Meest gehoorde roep is een kort scherp "tsit", een andere roep is een kort en tikkend "plt".



The Yellowhammer sings from a high singing post

The Yellowhammer is a bird of thinly wooded heathland, forest edges and agricultural area with hedges, wooded banks and grassy road verges. Yellowhammers are almost exclusively found in the south and east of the country.

The male can be clearly recognized by largely yellow head and yellow in parts. Female and young birds are less clearly recognizable, but female often still has a lot of (light) yellow. In all rugs striking red -brown rumors and white outer tail feathers.

The vocals of male clearly recognizable: a high but soft "dzi-dzi-dzi-dzi-dzèèèè." Has various calls but often short sharp rollers. Most heard call is a short sharp "tsit", another call is a short and ticking "plt".

donderdag 27 maart 2025

Vlaamse gaai is ook een goede imitator

De Vlaamse gaai is vogel die je overal tegen kunt komen. In de vrije natuur, in parken en struwelen, maar ook gewoon in de tuinen waar wat bomen en struiken staan. Zijn kleuren zijn opvallend, en zijn krassende roep is typerend voor deze kraaiachtige. Maar de Vlaamse gaai is ook een goede imitator. Hij bootst o.a. de Buizerd na, maar ook andere vogels en kan ook zingen. Zijn korte zang wordt met enige regelmaat herhaald. Dit hoor je het meest tijdens de paartijd.


De Vlaamse gaai in de tuin bij onze schuur en mijn fotohut

De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius) staat bekend als een vogel die een krassend geluid produceert. Maar de Gaai is ook een goede imitator. De bekendste imitatie is die van een Buizerd. Dat doet hij om indringers uit zijn broedgebied te verjagen. Ook bootst hij kattengemauw na. Vanmorgen produceerde de Gaai een geluid dat ik al een aantal malen had gehoord maar niet thuis kon brengen. Deze keer heb ik het op video.


Vlaamse gaai met een imitatie roep

In de regel laat een Gaai minstens drie verschillende geluiden horen in zijn onopvallende, zachte zang. Niet te verwarren met zijn vele rauwe kreten. De meest bekende imitatie, die van de Buizerd, is maar in twee gevallen gehoord. De imitatie van mezen, de lijsterzang, het gekef van eekhoorntjes, kattengemauw en keffen van een hondje zijn minder bekend.

De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius), die tegenwoordig Gaai genoemd dient te worden, is een opvallend gekleurde kraaiachtige. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Corvus glandarius in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. De gaai is 32 tot 35 cm lang. De nominaatvorm van de vogel, die onder andere in de Benelux voorkomt, is overwegend grijsbruin met een roze tint. De keel, onderbuik, anaalstreek, de stuit en een gedeelte van de handpennen zijn wit. Kenmerkend zijn een brede zwarte snorstreep en een blauw vleugelveld dat bestaat uit lichtblauwe veertjes met daarin een fijne, zwarte bandering. De vogel kan bij opwinding de kruinveren opzetten, deze zijn afwisselend licht van kleur met zwart.


De Gaai, volgens vele mag je geen Vlaamse gaai meer zeggen of schrijven. Het was Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna die het "Vlaamse" er af haalden. En, ja. De gaai komt ook andere regio's voor dan in Vlaanderen. De Gaai is een vogel die in bijna heel Europa, een deel van Noord Afrika, tot ver in Azië voorkomt. Maar het lijkt mij daarom nog niet nodig om eeuwen lange gebruikte namen aan de kant te schuiven. Immers, in het Engels heet onze gaai ook geen gaai, maar Jay, specifiek "Eurasian jay". In Duitsland heet hij Eikeleter ("Eichelhäher"), en in het Frans "Geai des chênes". Een naam is over de gehele wereld het zelfde, n.l. "Garrulus glandarius". Maar dat is de wetenschappelinge naam.

De naam (Vlaamse) gaai komt vermoedelijk van het Picardische Gai en het latere officiële Franse Geai. Voor de oorsprong van Vlaamse in Vlaamse gaai bestaan meerdere theorieën. Een mogelijke verklaring is dat het Franse gai flammant, de gaai met de flamende kleuren, verbasterd werd tot Vlaamse gaai. Een andere mogelijkheid is dat de naam komt van "in het Vlaams gaai" omdat de vogel in Wallonië eerder een naam, "gay", zou hebben gekregen dan in Vlaanderen.

Op sommige plaatsen wordt de gaai ook wel "meerkol" genoemd. Deze betekenis komt van Marcolf, een mythische grappenmaker uit onder meer de sage Salomon ende Marculphus. In een vogel die andere vogels nabootst zag men ook een lolbroek. In de Kempen wordt deze vogel ook wel "rotzak" of "roeter" genoemd. In het Limburgse Nieuwstadt wordt de aan Marcolf verwante naam Mêrkuf gebruikt.

Onbemande autonome vogelfotografie

Wat is autonome vogelfotografie? Vogels fotograferen met een cameraopstelling die vogels fotografeert die zelfstandig onbemand wordt geactiveerd, dat is autonoom (zelfstandig) fotograferen. Om een camera zelfstandig te kunnen laten werken heb je een infraroodsensor nodig, zoals de Cognisys RangeIR Sensor.

De infrarood straal wordt zo afgesteld dat een vogel die op een bepaald gekozen punt de straal onderbreekt de afstandsbediening van de camera aanstuurt. Elke keer als een vogel op de tak neerstrijkt op de plaats waar de opstelling op is afgestemd een of meerde foto's. Om de kans te vergroten dat de vogel op de juiste plaats van die tak neer strijkt, zorg je er voor dat die tak zo kort is dat dat deel binnen het bereik van de infraroodstraal valt.

De Spreeuw deed precies waarvoor ik het allemaal op had gezet.

Het verenkleed van de spreeuw is glanzend zwart met, vooral in de zon, een weerschijn van bronsgroen (kop en achterhoofd) en verschillende variaties purper. In de winter is het verenkleed duidelijker gespikkeld dan in de zomer. Behalve voor kenners is er eigenlijk nauwelijks onderscheid te maken tussen het mannetje en het vrouwtje. Omdat de veren van het wijfje wat groter en breder zijn, en omdat de uiteinden van de contourveren wit gekleurd zijn, zijn háár stippels van het winterkleed groter en staan bovendien wat dichter opeen. Jonge spreeuwen zijn grijsbruin met een lichte keel. Aan het eind van de zomer ruilen ze dit verenpak om voor dat van de volwassenen, zij het dat hun spikkels duidelijker zijn dan die van de oudere volwassenen die meer gemêleerd zijn. De lengte bedraagt ongeveer 21 cm met een spanwijdte van 37–42 centimeter en een gewicht van 70-80 gram. Spreeuwen kunnen lang achtereen zingen. Het geluid dat ze hierbij maken klinkt vaak meer als een soort gekwetter dan een gefluit.

Deze Groenling (man) werd al gefotografeerd voordat hij op de tak plaats kon nemen.

Een Groenling is ongeveer 15 centimeter lang. Het mannetje is olijfgroen van kleur, vooral op de stuit. De rug heeft een bruine tint en de onderzijde is meer geelachtig. De randen van de vleugel en de meeste staartpennen zijn aan de basis helder geel. De dikke snavel is bijna wit en de poten zijn vleeskleurig. Het wijfje is minder intensief van kleur, zij is meer grijsgroen en haar geel in de veren is veel valer.

De kleine Pimpelmees is snel, maar de camera werd snel genoeg geactiveerd door de infraroodsensor.

Volwassen pimpelmezen zijn circa 12 centimeter groot met een spanwijdte van 17-20 centimeter en een gewicht van ongeveer 12-15 gram, dit is kleiner dan de koolmees. De pimpelmees heeft een vrij herkenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. In juveniel kleed is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig. De roep van de pimpelmees klinkt als tsi tsi tsit, de zang is een hoog si si sirrr, gevolgd door bellende geluiden, en lijkt iets feller dan die van de koolmees. De vlucht van de pimpelmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In boogjes zweeft hij door de lucht, in de tussenpozen slaat hij met de vleugels.

Ook de Koolmees moest het ontgelden. Op het over grote deel van de foto's stonden koolmezen.

Volwassen koolmezen zijn circa 14 centimeter groot, hebben een spanwijdte van 22,5-25,5 centimeter en een gewicht van gemiddeld 17 gram. De koolmees heeft een zwarte kruin, witte wangvlekken, een gele borst en daarop overlangs een zwarte band. Mannetjes zijn te herkennen aan de duidelijk bredere zwarte band, maar ook aan de grotere hoeveelheid zwart tussen de poten en meer glans op de kop. Het juveniel is valer gekleurd en mist de zwarte streep, deze verschijnt in het najaar. De koolmees is de grootste soort mees, zoals de wetenschappelijke soortnaam verraadt: major betekent groot. De roep van de koolmees klinkt als péh-puuh wat vergelijkbaar is met de sirene van een politieauto. De zang is een hoog si si sirrr en lijkt iets zachter dan die van de pimpelmees. De vlucht van de koolmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In grote bogen vliegt de koolmees door de lucht, afwisselend wordt met de vleugels geslagen en gezweefd.

zaterdag 22 maart 2025

Als de Steenuil een Uiltje knapt

Een duttend bolletje veren waar een klein snaveltje uit piept. De Steenuil is niet veel groter dan een merel. Overdag doen ze weinig anders dan doezelen, poetsen, knuffelen, met muizen heen en weer slepen, een hapje nemen. Ze zien er zo schattig uit dat je ze zou willen vasthouden.


Als de Steenuil een Uiltje knapt

Sovon (Sovon Vogelonderzoek Nederland) schat dat er tussen de 8.000 en 9.500 broedpaartjes in Nederland zijn, aanzienlijk minder dan de 25.000 die er halverwege de vorige eeuw nog waren. Ze staan dan ook op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Steenuilen blijven hun hele leven lang, zomer en winter, op dezelfde plek. Man en vrouw hebben een band voor het leven en de jongen verhuizen na het uitvliegen niet erg ver; met een paar kilometer is het meestal wel bekeken, al zijn er uitschieters tot meer dan 30 kilometer.

Het zijn warmteaanbidder. De steenuil knapt graag een Uiltje in de zon, vaak op een zichtbare plek, bovenop een schuurtje bijvoorbeeld of voor zijn nest. Dan is hij best goed te bekijken: die ogen, die ogen! Hij lijkt je altijd oplettend en een beetje knorrig aan te kijken. Het vrouwtje zit in hetzelfde verenpak als de man en beide zijn dus even mooi. Het vrouwtje is gemiddeld genomen wel wat dikker en groter.



If the little owl snaps an owl

A napping ball of feathers from which a small beak beeps. The little owl is not much larger than a blackbird. During the day they do little different than dozelen, cleaning, hugging, dragging mice back and forth, taking a snack. They look so cute that you would like to hold them.

Sovon (Sovon Bird Research Netherlands) estimates that there are between 8,000 and 9,500 breeding pairs in the Netherlands, considerably less than the 25,000 that were still there in the mid -last century. They are therefore on the Red List of Dutch breeding birds. Little owls stay in the same place all their lives, summer and winter. Man and wife have a bond for life and the boy does not move very far after flying out; With a few kilometers it is usually viewed, although there are outliers up to more than 30 kilometers.

They are heat worshiper. The little owl likes to get an owl in the sun, often in a visible place, on top of a shed for example or in front of its nest. Then he is pretty good to see: those eyes, those eyes! He always seems attentive and a bit grumpy. The female is in the same feather suit as the man and both are just as beautiful. The female is on average a bit thicker and larger.

woensdag 19 maart 2025

Loopbrug naar Vogelkijkhut "De Ronde Put"

De afgelopen maanden zijn de loopbruggen die op het grondgebied van het Belgische Postel naar de Langelinneput en de Ronde Put leiden aan een grondige opknapbeurt onderworpen. De brug naar de Langelinneput was half februari 2025 gereed en vrijgegeven boor het publiek. Vanmiddag kwam ik langs de tweede brug die ongeveer 500 meter verder zuidwaarts ligt. Die brug leidt naar de Ronde Put, gelijknamig aan het natuurgebied De Ronde Put.


Loopbrug naar Vogelkijkhut "De Ronde Put" herstelt

De Ronde Put is en officieel natuurreservaat. De Ronde Put (169 hectare) is een gebied met Europese topnatuur waar je als wandelaar tot rust kunt komen en kunt genieten van de natuur. De Ronde Put trekt veel roofvogels aan zoals buizerd, sperwer, havik, bruine kiekendief, boomvalk, torenvalk en op trek ook de visarend. Ook andere vogels zoals ijsvogel, rietgors, blauwborst, kleine karekiet, wielewaal en verschillende eendensoorten zoals wilde eend, kuifeend en krakeend vinden er hun plek. Enkele honderden grauwe ganzen hebben er hun vaste stek. Ook andere bijzondere dieren zoals heikikkers, hazelwormen, levendbarende hagedissen en libellen voelen zich hier thuis.


Ook de brug die vanaf het kanaal richting de kijkhut Ronde Put leidt is opgeknapt.

Je vindt er veel drijftillen. Een drijftil is een drijvend eilandje van half vergane plantenresten in een veenplas. Verschillende plantensoorten zoals veenmossen, veenpluis, beenbreek en dopheide koloniseren dit eilandje. Bij verdere kolonisatie, verschijnen er struiken en bomen op de drijftil. Men spreekt dan van verlanding.

Vogelsoorten: Blauwe reiger, Meerkoet, Dodaars, Fuut, Grauwe gans, Grote Canadese gans, Grote zilverreiger, Tafeleend, Waterhoen en de Wilde eend.

zondag 16 maart 2025

Knobbelzwanen eten voornamelijk waterplanten

Knobbelzwanen zijn niet alleen maar vegetariërs! Hoewel hun dieet voornamelijk uit waterplanten bestaat, eten ze ook waterdiertjes. Dit maakt ze tot omnivoren, wat betekent dat ze zowel plantaardig als dierlijk voedsel eten.


Knobbelzwanen eten voornamelijk waterplanten

Knobbelzwanen zijn dol op waterplanten zoals fonteinkruid, waterpest en riet. Met hun lange nek kunnen ze diep in het water reiken om de wortels, bladeren en zaden te bemachtigen. Ze grazen ook graag op grassen, vooral in de lente en zomer wanneer er volop nieuw gras groeit.

Naast waterplanten eten knobbelzwanen ook kleine waterdiertjes zoals insecten, slakken, wormen en kleine visjes. Vooral tijdens het broedseizoen hebben ze extra proteïne nodig en schakelen ze over op een gevarieerder dieet.

Waterdiertjes zijn een goede bron van proteïne, wat belangrijk is voor de groei en ontwikkeling van jonge zwanen. Een gevarieerd dieet zorgt ervoor dat knobbelzwanen alle voedingsstoffen binnenkrijgen die ze nodig hebben. Afhankelijk van het seizoen en de locatie kunnen waterdiertjes een belangrijke voedselbron zijn.

Knobbelzwanen hebben een grote impact kunnen hebben op de vegetatie in hun leefgebied, omdat ze grote hoeveelheden planten kunnen eten. Ze soms ook voedsel stelen van andere watervogels. Ze een voorkeur hebben voor bepaalde waterplanten, afhankelijk van het seizoen en de beschikbaarheid.



Mute Swans mainly eat aquatic plants

Mute Swans are not just vegetarians! Although their diet mainly consists of aquatic plants, they also eat aquatic animals. This makes them omnivores, which means that they eat both vegetable and animal food.

Mute swans love aquatic plants such as fountain herb, water plague and reed. With their long neck they can reach deep in the water to get the roots, leaves and seeds. They also like to graze on grasses, especially in the spring and summer when there are plenty of new grass growing.

In addition to aquatic plants, Mute swans also eat small aquatic animals such as insects, snails, worms and small fish. Especially during the breeding season they need extra protein and switch to a more varied diet.

Water animals are a good source of protein, which is important for the growth and development of young swans. A varied diet ensures that Mute swans get all the nutrients they need. Depending on the season and the location, aquatic animals can be an important food source.

Mute Swans have a major impact on the vegetation in their habitat, because they can eat large amounts of plants. They sometimes also steal food from other water birds. They prefer certain aquatic plants, depending on the season and availability.

zaterdag 15 maart 2025

Vijfgemeenten kunstwerk is niet de officiële vijfkei

Op landgoed De Utrecht staat een monument naast de fietspad dat kort na de onthulling al historie werd. Wie vanaf Westelbeers naar café In den Bockenreijder fietst, zal het monument ongetwijfeld gezien hebben. Als je over de Liesdijk het Landgoed binnen rijdt zie je het al staan. Een gebeeldhouwde paal waar een vergeten jas aan hangt. Honderd meter verder zie je het ven Het Goor, op de geolocatie 51.429863, 5.190762.

Het vijf gemeenten kunstwerk ligt langs het fietspad

Hen monument herinnert aan de tijd dat in de Kempen nog sprake was van een ‘vijfgemeentenpunt’. Het raakpunt van de toenmalige gemeenten Hilvarenbeek, Diessen, Hooge en Lage-Mierde, Oost- West- en Middelbeers, Bladel en Netersel. In mijn jeugdjaren mocht je nog bij de originele steen komen.

Echter, al enkele weken na de onthulling van het monument - op 5 december 1996 - was die situatie geschiedenis. Op 1 januari 1997 werd immers de herindeling van kracht en kwamen nog ‘slechts’ vier gemeenten samen. Diessen ging op in Hilvarenbeek. Nog altijd best bijzonder, zo’n ‘viergemeentenpunt’. Maar let op: het kunstwerk werd destijds louter uit toeristische overwegingen pal naast het fietspad geplaatst, in het verlengde van de Liesdijk, op steenworp afstand van de Goorweg.

Het échte raakpunt van de gemeentegrenzen ligt een paar honderd meter verderop, in de bossen en is gemarkeerd met een steen. Vermoedelijk is die steen geplaatst op 13 mei 1947. Die steen markeert vanaf de middeleeuwen de gemeinten van de omliggende dorpen. In een ver verleden deden de bewoners van Netersel jaarlijks een ronde langs de grensstenen van hun gemeint. De oudste inwoners vergezeld van de jongsten. Om zo de grenzen over te leveren van de ene generatie op de andere zodat zij bij een eventueel grensconflict met buren konden getuigen. De overlevering zegt dat de kinderen een pak slaag kregen bij de steen zodat zij die plek beter zouden herinneren.

Het monument dat in 1996 werd onthuld naast het fietspad, bestaat uit een stenen paal, omringd door vijf losse stenen. Op iedere steen staat de naam van een van de toenmalige gemeenten. Aan de paal hangt een stenen jas met daarbij de tekst ‘Vijf gemeenten grenspunt tot en met 1996'. Vanwege de natuurbescherming is de officiele

dinsdag 11 maart 2025

Kuifeenden op de Kattesteertvijver

De Kattesteertvijver is een prachtige plek om kuifeenden te spotten. Deze eenden met hun opvallende kuifje zijn er in grote aantallen te vinden, vooral in de wintermaanden. Je zult er waarschijnlijk grote groepen zien zwemmen en duiken op zoek naar voedsel.


Kuifeenden op de Kattesteertvijver

Naast kuifeenden kun je er ook andere watervogels tegenkomen, zoals wilde eenden, tafeleenden, slobeenden en meerkoeten. De vijver is omgeven door een mooi natuurgebied waar je heerlijk kunt wandelen en genieten van de rust en stilte.

Zo kun je de kuifeenden van dichtbij bekijken en hun gedrag observeren. Kuifeenden zijn het meest actief in de ochtend en avond. Het kan even duren voordat je de kuifeenden goed in beeld hebt. Houd afstand van de vogels en verstoor ze niet.

Je kunt de recente waarnemingen van vogels op de Kattesteertvijver volgen via deze link: https://waarnemingen.be/locations/29159. Op de website "Vogelkijkhutten in Nederland en Vlaanderen" vind je meer informatie over de Kattesteertvijver en andere vogelkijklocaties. Uitgebreide informatie vindt u op: https://vogelkijkhutten.blogspot.com/2015/03/retie-vogelkijkhutten-prinsenpark.html.



Tufted ducks on the Kattestestertvijver

The Kattestestervijver is a beautiful place to spot Tufted ducks. These ducks with their striking Tintin can be found in large numbers, especially in the winter months. You will probably see large groups swimming and diving in search of food.

In addition to Tufted ducks, you can also come across other water birds, such as wild ducks, Common pochard, Northern Shoveler and Eurasian Coot. The pond is surrounded by a beautiful nature reserve where you can walk and enjoy the peace and quiet.

This way you can view the Tufted ducks up close and observe their behavior. Tufted ducks are most active in the morning and evening. It can take a while before you have the Tufted ducks. Keep a distance from the birds and do not disturb them.

You can follow the recent observations of birds on the Kattesteertvijver via this link: https://waarnemingen.be/locations/29159. On the website "Vogelkikhutten in the Netherlands and Flanders" you will find more information about the Kattesteertvijver and other bird watching locations. Extensive information can be found at: https://vogelkijkhutten.blogspot.com/2015/03/retie-vogelkijkhutten-prinsenpark.html.

zondag 9 maart 2025

De Mariakapel in Westelbeers

De Mariakapel is een kapel in Westelbeers in de gemeente Oirschot in de provincie Noord-Brabant. De kapel staat bij de Groote Beerze aan een zandweg die een afsteek vormt vanuit de Kapeldijk naar de Spreeuwelsedijk, richting Casteren. Het kapelletje, "Onse Lieve Vrouwe ende Sint Job kapel" in Westelbeers stamt uit 1637. De kapel aan de Spreewselsedijk 2 is een Rijksmonument.


Uit notariële stukken uit 1621 blijkt dat er op deze plaats al een kapelletje stond. Deze houten kapel werd verwoest en in 1637 werd er een stenen kapel gebouwd. Dit bouwjaar staat in de achterwand van de kapel. De aanleiding voor de bouw was de pestepidemie die de Beerzen toen zwaar trof. De kapel is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel. Vanaf de 17e eeuw vond jaarlijks vanuit deze kapel in Westelbeers een bedevaart naar Scherpenheuvel in België plaats. Het kapelletje is verschillende keren opgeknapt en in 1937 uitgebreid met een torentje en een klok. De bedevaarten stopten in 2021.

De Mariakapel is een kapel in Westelbeers in de gemeente Oirschot in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. De kapel staat bij de Groote Beerze waar de Kapeldijk uitkomt op de Spreeuwelsedijk om daar de beek over te steken. Hier was er vroeger een oude oversteekplaats over de beek in de weg van Diessen naar Hapert, op minder dan twee kilometer van de plek waar verschillende gemeentegrenzen samenkwamen: de grenzen van de gemeenten Diessen (nu Hilvarenbeek), Hapert (Casteren), Bladel (Netersel) en Hilvarenbeek (Esbeek).

Tot aan de Tweede Wereldoorlog stond er in de kapel een aangekleed houten beeldje. Met de bevrijding lag het front van de troepen enige tijd door Westelbeers, waardoor de boerderij waar de kleren bewaard werden onder vuur is gekomen en de kleren zijn verbrand. Tevens was het houten beeldje zodanig vermolmd dat een restauratie niet goed meer mogelijk was. Men heeft toen in Scherpenheuvel een nieuw beeldje van gebakken klei gehaald met een hoogte van 30 centimeter. Deze werd spoedig gestolen, waarna wederom zo'n beeldje in Scherpenheuvel werd gehaald. Rond 1980 werd de kapel gerestaureerd.


De georiënteerde witgeschilderde kapel is opgebouwd uit een eenvoudige rechthoekige cel met tegen de zuidzijde een kleine klokkentoren met galmgaten en een zadeldak. Ook de kapel zelf heeft een zadeldak tussen twee topgevels. De cel en het torentje zijn beide gedekt met pannen. Het torentje heeft een mechanisch torenuurwerk. De kapel wordt vooral gebruikt door de inwoners van Westelbeers, Middelbeers, Oostelbeers, Diessen, Casteren en Netersel in met name mei en oktober. Op 1 mei wordt onder leiding van de pastoor met een viering de meimaand geopend. De kapel is altijd beschouwd als gelieerd aan de Beerse processie naar Scherpenheuvel. Er zijn geen georganiseerde bedevaarten bekend die naar de kapel gingen.