De Boomklever
De rug, vleugels, staart en kop van de Boomklever zijn opvallend blauw gekleurd. De borst en de buik zijn oranje/roestbruin van kleur. Tijdens de broedperiode is het mannetje extra opvallend gekleurd. Korte poten met relatief lange tenen, met lange nagels voor goede grip op de boomschors. Spitse, dunne snavel.
Boomklevers lopen zowel omhoog als omlaag over een boomstam, vandaar z'n naam. Het zijn holenbroeders die erom bekend staan de opening van hun broedholte te verkleinen door te 'metselen' met modder. Deze metseldrang is vaak zo sterk, dat ook wanneer het gat al de juiste grootte heeft, er in de omgeving toch nog een metselwerk gemaakt wordt.
Boomklevers verblijven het gehele jaar in hun territorium. De landelijke broedpopulatie is in het laatste kwart van de twintigste eeuw ruim verdubbeld, dankzij ouder en gevarieerder bos. Insecten, zaden en noten staan op het menu van de Boomklever. De zaden en noten zetten boomklevers vast tussen de bast van de boom, of ze houden die vast in hun poot om met hun krachtige snavel kapot te kunnen pikken. ze zijn vaak te vinden op voedertafels en zijn daar ook vaak assertief aanwezig.
Heggenmus.
De Heggenmus is een van de meest voorkomende broedvogels van ons land, maar toch bij velen onbekend. Dit komt door zijn verborgen bestaan in en onder struiken en heggen. Heggenmussen vliegen niet vaak en scharrelen vooral over de grond om voedsel te zoeken.
De Heggenmus.
De heggenmus heeft een onopvallend bruingrijs verenkleed. De tekening van de rug lijkt veel op die van een huismus, waarbij de heggenmus vooral te herkennen is aan de blauwgrijze kop en borst en de spitse snavel. Is vaak op de grond te vinden, waar heggenmussen als een muis op zoek zijn naar voedsel. In het voorjaar zingt het mannetje al vroeg vanaf de top van een struik of boom.