zaterdag 29 februari 2020

Voorjaarsonderhoud in de tuin

Vanmorgen heb ik het stormhout uit het plantsoen gehaald. Verder heb ik wat bramen weggemaaid en laaghangende takken weggesnoeid. De bodembedekkende bloemen krijgen weer de ruimte. Als het weer opgedroogd is kan de lente beginnen. Het is nog erg nat in de tuin. Het is de natste februari maand geworden in 74 jaar.

De grond is inmiddels verzadigd. Het water trek maar moeilijk de grond in.

Vanmorgen heb ik oud snoeihout en stormhout uit het plantsoen gehaald. Zo zijn de open plekken schoon, zodat de bodembedekkers de vrije ruimte krijgen. Over enkele weken komen die weer op en komen massaal in bloei. Een grote bloemenzee, goed voor de insecten en de vogels. Zo groeit er de Spaanse boshyacint, Kruisbladige wolfsme, Hazeklokje, Tuin Judaspenning, Kleine Maagdenpalm, Bosvergeet-Mij-Nietje, Daslook, Look-Zonder-Look, Robertskruid en heel veel Stinkende Gouwe.

Het deken van bodembedekkende bloemen voorkomen ook dat er brandnetels opkomen. Brandnetels bestrijden kan het beste door deze steeds weg te maaien of af te knippen als ze 10 cm hoog zijn. Dat moet wel steeds blijven herhalen. Door uitputting zal de brandnetel verdwijnen. Bij bramen is dat iets moeilijker, maar gestaag vol houden zal toch resulteren in een bramenvrije bloemenveld.


De wal met snoeihout om de vogel-fotohut blijft er om de vogels een vluchtplaats en nestruimte te bieden. De Heggenmus, zwartkop en nog een aantal vogels broeden in hagen. Onze tuin bij de schuur is een mengelmoes van bomen, stuiken, bloemenvelden en wilde grassen. In de bomen hangen diverse nestkasten. In de schuur zijn plankjes onder tegen de gordingen geschroefd. Daar kunnen merels en andere vogels hun nest op bouwen. Tegen de muur van het open deel ga ik nog plankjes vast maken. Kort onder de dakbedekking. Ik hoop dat daar enkele boerenzwaluwen op af komen.