woensdag 5 februari 2020

Houtduiven zitten te zonnen in de houtwal

Voormiddag kwam de zon nog eens goed te voorschijn. Na een lange periode met veel bewolking en veel regen, was het vanmorgen weer een helder. Meteen het moment om de camera ter hand te nemen. ik heb van de week de opnamesensor laten reinigen en de lensdelen van de telelens en de teleconverter goed schoon gemaakt. Een karweitje dat toch jaarlijks gedaan moet worden, zeker bij grote telelenzen.

 De houtduiven in de houtwal. Zonnen en het verenkleed oppoetsen.

Houtduiven hebben een grijspaarse kop, grijze bovendelen en grijsroze borst. Ze hebben zwarte armpennen en een brede zwarte eindband op de staart. Deze vogels hebben een witte vlek in de nek en een witte band op de vleugels, die goed zichtbaar zijn tijdens de vlucht, waardoor de soort op grotere afstand ook makkelijk te onderscheiden is van de stadsduif en holenduif. Ze hebben een korte, gele snavel met een rode basis en korte roze poten. Het verenkleed bij beide geslachten is gelijk. Hoewel houtduiven kunnen overkomen als dommige en sullige vogels zijn ze op hun foerageer- en nestplaats tamelijk agressief. Ze kunnen met hun vleugels rake klappen uitdelen aan soortgenoten, maar ook aan bijvoorbeeld eksters. Er vallen tijdens deze schermutselingen echter nooit doden. De lichaamslengte bedraagt 41 tot 45 cm, het gewicht 275 tot 700 gram en de spanwijdte 68 tot 77 cm.


Houtduiven komen voor in vrijwel het hele land, zij ontbreken alleen in de meest boomloze landschappen. Zij broeden in uiteenlopende biotopen, van tuinen en parken tot bossen. Voor hun voedsel bezoeken ze daarnaast ook vaak akkers, waar graanresten te vinden zijn. Hoewel zij in het broedseizoen vaak solitair zijn, kunnen ze buiten het broedseizoen in grote groepen worden aangetroffen.

Hun voedsel bestaat uit zaden, oogstresten, zaden van wilde planten, gevallen bessen en ander beschikbaar voedsel. In stedelijk gebied zijn dat vaak rondslingerende etensresten. In de herfst en winter zoeken ze in eikenbossen vaak massaal naar eikels om die op te eten.