zondag 10 april 2016

Dodaars en Mandarijneend

Dodaars dankt zijn naam aan hun korte, witte achterwerk. Voor de Dodaars begint nu (april) de broedperiode, die tot juli voort duurt.

Dodaars mannetje

Dodaarzen zijn broedvogels van ondiepe en beschutte wateren. Duinmeren, uiterwaarden, vennen en brede sloten zijn geliefde broedplaatsen. Het drijvende nest ligt in riet of ruigte aan de waterkant. Dodaarzen leven van waterinsecten, schelpdieren en kleine visjes. In de broedtijd vormen insekten het grootste deel van het menu. De aanwezigheid van waterplanten is een belangrijke voorwaarde voor het voorkomen van deze markante kleinste fuutachtige. De dodaars jaagt op het oog op waterinsecten en visjes.


Mandarijneend
In zijn prachtkleed ziet een mannetje Mandarijneend er erg mooi uit. Hij heeft afhangende kuifveren en een soort 'manen'. Vooral de twee eigenaardig gevormde goudbruine veren aan zijn vleugels die hij als zeilen omhoog staan zijn uniek.

Mandarijneend mannetje

Mandarijneenden zoeken hun voedsel vooral op het land. Ze slapen vaak in bomen. De scherpe nagels aan hun poten zorgen voor houvast op de tak. Ook broeden doen ze doorgaans in een boom. Met hun lange staart kunnen ze vlak voor een landing snel afremmen. In zijn oorspronkelijk leefgebied (Oost-Aziƫ) is de Mandarijneend zeldzaam geworden. In West-Europa wordt deze eend veel in parken gehouden en is daar op sommige plaatsen verwilderd.