Zondag filmde ik een paar Zwartbekgrondel visjes die onder een steen schuilden, die in het Postelse Postelvaartje liggen. Links onder op de beelden is een kleine holte onder een paar stenen. Daar zit een zwarte vis die een witte rand aan het uiteinde van de staartvin heeft. Omdat deze vis zijn veilige verblijf niet wou verlaten en zich dus ook niet wilde laten herkennen is de soort voor mij niet te herleiden. Als iemand de vis wel herkend, zou het leuk zijn om hieronder te reageren. In het Postelvaartje moet redelijk veel visjes huishouden. Tijdens het filmen zag ik een IJsvogel langs flitsen.
De zwartbekgrondel (Neogobius melanostomus) behoort tot de familie van de grondels (Gobiidae) en is een bodemvis. Het lichaam is gedrongen en heeft afhankelijk van de ondergrond een lichtere of donkerdere grijsbruine of olijfgroene kleur met bruine vlekken op de flanken. Mannetjes worden tijdens de paai soms geheel zwart. Zwartbekgrondel kan tot 20 centimeter lang worden. Het onderscheid met de inheemse rivierdonderpad en beekdonderpad is te maken doordat de buikvinnen van zwartbekgrondel zijn vergroeid tot een zuignap, bij donderpadden zijn deze vinnen gescheiden. Brakwatergrondel heeft op de kop tot aan de eerste rugvin geen schubben. Het onderscheid met marmergrondel, kesslers grondel, Pontische stroomgrondel en Kaukasische dwerggrondel is te maken doordat zwartbekgrondel een zwarte vlek achterin de voorste rugvin heeft, de andere genoemde grondelsoorten hebben deze vlek niet.
De zwartbekgrondel is een gedeeltelijk stromingsminnende soort. Hij heeft een voorkeur voor stortstenen oevers maar is ook aangetroffen op zandbodems en tussen vegetatie. Het voedsel bestaat uit kleine bodemdieren zoals slakken, mosselen, kreeftachtigen, insectenlarven, visseneieren en kleine vissen. De paaitijd loopt van april tot september, waarbij vrouwtjes meerdere keren per jaar eieren afzetten op stenen, schelpen of andere harde substraten. De eitjes worden bewaakt door het mannetje totdat ze uitkomen. Na uitkomst verspreiden de larven zich in de hele waterkolom waardoor ze in stromende watersystemen via de waterstroom in stroomafwaartse richting snel nieuwe leefgebieden koloniseren.
Zwartbekgrondel komt van oorsprong voor in de Kaspische Zee, Zee van Azov, Zee van Marmaris, Zwarte Zee, en de benedenlopen van omliggende stroomgebieden. Via ballastwater van schepen en verbinding van stroomgebieden heeft de soort zich verspreid naar Noord-Amerika, de Oostzee en West-Europa. De soort is in 2004 voor het eerst in Nederland aangetroffen in het benedenstroomste getijdendeel van de Lek en in 2005 in het Noordzeekanaal, vermoedelijk meegelift met ballastwater. Sindsdien heeft de zwartbekgrondel zich snel verspreid via de grote rivieren en kanalen.
Het Postelvaartje werd in november 1922 gegraven om Postelse producten over te brengen naar het Kempens kanaal. Het was een initiatief van Charles de Broqueville. Later fungeerde het ook als bevloeiingsgracht voor de akkerbedrijven in Postel. Het kalkrijke water kwam tot op het domein van prins Karel, broer van koning Leopold 3. Vandaar de naam Koningsvijver van 2,5 hectare en een visvijver van 1 hectare, nu eigendom van de abdij. IJverige arbeiders uit Retie hebben in 1945 de aansluiting met een complex aan sluizen gerealiseerd tussen het Postelvaartje en de abdijgronden. En dit onder aanmoediging van jenever en chocolade. Het Postelvaartje werd uiteindelijk in 1977 geklasseerd als provinciale waterloop. Sindsdien wordt het onderhoud geregeld door de provinciediensten.
De totale gedigitaliseerde lengte bedraagt 3200m en de gracht mondt uit in de Zwarte Neet. Het water uit het postelvaartje is sterk eutroof en komt via een rietveld in de zwemvijver terecht. Dit heeft waarschijnlijk een gunstige invloed op het nutriƫntengehalte. Een lage toevoer van nutriƫnten is de meest waarschijnlijke oorzaak van een geringe algenbloei. Het Postelvaartje loopt van Postel naar Russendorp, waar het in het Kanaal Bocholt-Herentals uitmondt.