Vanmorgen zag ik een Platbuik libel die aan het uitsluipen was. Uitsluipen is de laatste vervelling van een libel, waarbij het leven boven water is aangebroken. De eieren komen na twee tot vijf weken uit, waarna de nimf (larve) verschijnt. Jonge nimfen bevinden zich vaak op de bodem, de oudere graven zich in. De ontwikkeling van nimf tot imago duurt meestal twee jaar, onder gunstige omstandigheden kan een nimf zich al na een jaar tot volwassen libel ontwikkelen.
De larvenhuidjes kunnen tot meer dan tien meter van het water gevonden worden zeker wanneer er geen of nauwelijks voldoende vegetatie of andere uitsluipsubstraten aanwezig zijn. Als een echte pionier wordt de Platbuik veelal aangetroffen bij door mensen gecreƫerde wateren, zoals weidepoelen, leemkuilen, pas gegraven sloten en plasjes, steengroeven en ondiep water met weinig begroeiing op de oevers.
Voortplanting gebeurt over het algemeen bij wateren met een spaarzame oeverbegroeiing en weinig waterplanten. Bij een dichte begroeiing met waterplanten verdwijnt de soort meestal. De larve heeft een lengte van 21 -26 mm. Het is een vrij grote korenbout met zwak ontwikkelde rugdoornen en de rugdoorn op segment 9 is afwezig. De labiale palp heeft diep ingesneden golfvormige tanden. De ogen zijn relatief klein en knopvormig en steken iets naar buiten uit. De huidjes zijn weinig variabel van kleur.